In de hogesnelheidstrein voelde ik mij tegelijkertijd een beetje onwennig en nieuwsgierig. Ik had toen immers nog géén enkel benul over wat komen zou, tenzij dan dat we in Frankfurt kennis zouden maken met geëngageerde jongeren uit andere Europese landen. Daar ik nogal internationaal ingesteld ben en graag mijn talen spreek, en trots blijf op mijn jaren aan het Onze-Lieve-Vrouwecollege, had ik zonder aarzeling ingestemd met de vraag van pater Arts om mee naar Frankfurt te gaan. Om het internationale karakter van deze trip te onderlijnen, was het ook een leuke ontdekking te constateren dat pater Arts de ganse treinreis verdiept zat in zijn tweetalige preek van zaterdagavond. Door het wegvallen van pater Pierre Salembier s.j., moest pater Arts de eucharistie voorgaan. Dat onze allereigenste oud-prefect van geen kleintje vervaard was, wisten we al wel langer, maar de manier waarop hij in zo’n korte tijd een homilie in perfect Frans en Engels kon opstellen, was uitermate bewonderenswaardig.
Dat we eigenlijk toch wel in een kleine wereld leven, en dat grenzen meer lijntjes op een oude kaart dan échte fysieke of mentale barrières zijn, bleek uit de eerste kennismakingen. Mijn reisgezellin Julie Van Agtmael bleek zo bijvoorbeeld vijf jaar geleden nog in mijn peterklasje op het OLVC gezeten te hebben. En of men nu uit het voormalige Oostblok, uit Italië, uit Spanje, uit Zwitserland, dan wel uit Schotland kwam, het deed er allemaal niet toe. De begroetingen waren oprecht hartelijk, de kennismakingen daadwerkelijk warm en de gesprekken zéér interessant. De instant gegroeide band van de eerste dag, mede gevoed door traditionele schnitzels en Duits bier, bleef ook de rest van het weekend onaangetast. Zelfs tussen Vlamingen en Walen was de verstandhouding voortreffelijk, maar dat zal vooral de Vlaamsgezinden verbazen, want ik kan mij maar zelden van de indruk ontdoen dat iedereen, Waal of Vlaming, éénmaal in het buitenland zich steeds (terug) oprecht Belg voelt.
Terwijl de “ouderen” vergaderden over vanalles en nog wat, trokken de “jongeren” zich terug om met Nomeda te discussiëren over haar plannen en om zelf eigen voorstellen uit de doeken te doen. Wonder boven wonder werd het klassieke tijdrovende gepalaver onder jongeren achterwege gelaten en kwamen we snel tot concrete invullingen van ons engagement. Ook de voorstelling van het jezuïetenonderwijs in elk land opende bij menig aanwezige de ogen. De luxe van eeuwenlange tradities in Italië, België en Spanje stonden in schril contrast met de situaties in Hongarije en Litouwen, of zelfs die van Zwitserland. Onder het communistische bewind werden alle religieuze instellingen genationaliseerd. Dit maakt dat de oudleerlingen van de jezuïetenscholen in Oost-Europa ofwel zéér oud zijn, ofwel betrekkelijk jong. De 27-jarige Nomeda was zo bijvoorbeeld één van de oudste alumni van haar college in Litouwen. En ook Zwitserland is een geval apart, omdat er géén jezuïetenscholen zijn, maar wel aanzienlijk wat jezuïetenalumni, die allemaal hun opleiding afgewerkt hebben in dichtbij de grens gelegen jezuïeteninternaten in Duitsland of Oostenrijk.
Onder de vleugels van Nomeda werd een “Youth Council” boven de doopvont gehouden die in de toekomst niet enkel zou meewerken aan de projecten van de Europese Associatie, maar ook een aantal parallelle initiatieven zou uitwerken. Van het samenzijn werd dan ook stevig gebruik gemaakt om ervaringen met elkaar te delen en om daaruit lessen te trekken voor de eigen werkgroep, gaande van communicatietips die tot een eigen internetportaal zouden moeten leiden, over de wedervaren van Spaanse jongeren in Calcutta, tot liefdadigheid dichter bij huis via steunorganisaties als het Litouwse “Ark van Noach”. De “Youth Council” plant in de zomer van 2008 een jongerenseminarie in Kaunas (Litouwen) en een heuse missie in Centraal-Afrika in de zomer van 2009. Ook op de volgende congressen van de Europese Associatie, respectievelijk in Turijn en Boedapest, en op het wereldcongres in Bujumbura (Burundi), willen de jongeren voortaan een duidelijke eigen stem laten horen.
Op onze laatste dag in Frankfurt, wanneer het “werk” achter de rug was, stond een stadstour op het programma. Het organisatorisch imago van onze Duitse vrienden werd naar nieuwe hoogtes getild toen ze uit het niets een autocar te voorschijn toverden die ons langsheen de ganse stad voerde, van het financiële district met zijn wolkenkrabbers, over het pittoreske stadscentrum tot de sierlijke esplanades en promenades aan de boorden van de Main, en zo het vaak saaie en ééntonige beeld van Frankfurt volledig doorprikte. Ook het bezoek aan de Römer, het stadhuis, en de Kaisersaal, de monumentale ruimte waar vroeger de keizers van het Heilig Roomse Rijk der Duitse Natie gekroond werden, konden door mij best gesmaakt worden. Na nog enkele laatste groepsfoto’s was het dan tijd om terug huiswaarts te keren. Het weekendje Frankfurt was best de moeite waard, en niet enkel omwille van de avondlijke pret of de concrete projecten, maar ook omwille van de nieuwe vriendschappen die daar ontstaan zijn. Of deze banden de tand des tijds zullen doorstaan, weten we evenwel nog niet, maar de eerste test komt er al aan in maart 2008, op het volgende congres in Turijn.
Dit verslag verscheen in het magazine Mededelingen.
Meer over deze organisatie op www.jesuits-europe.info.
4 Reacties:
- At 23:54 Anoniem said...
-
Vincent, wat is dat nu weer voor iets? Ik wist al wel langer dat jij conservatieve kantjes had, maar dat stoorde mij niet. Je basisprincipes zijn nog steeds 100% libertarisch, alleen geef je er vaak een conservatieve interpretatie aan.
Maar deze tekst slaagt toch echt wel alles hoor. Een Christelijk Libertariër ofzo kan ik nog moeiteloos aanvaarden, maar een Christen-Democratisch Libertariër is totaal andere koek. Ga jij nu, of all people, plots de jezuïetencongressen afschuimen om daar "liefdadigheid" te gaan prediken? Ga jij op "missie" naar Burundi? Sorry, maar moest het 1 april zijn, dan was deze tekst ongetwijfeld de mop van de dag ... - At 14:50 Anoniem said...
-
"Omdat ik nogal internationaal ingesteld ben"
Tiens, dat is nu net iets wat ik van u niet gedacht had. Dat je graag als een toerist met gids en camera in het buitenland rondhing, daar kan ik nog inkomen, maar dat je ook toegeeft "internationaal ingesteld" te zijn, vind ik nogal raar. Het is bevreemdend dat te moeten vernemen van iemand die tegen de EU, tegen de VN en tegen 99% van alle andere internationale instellingen is! - At 15:53 Anoniem said...
-
Beste Evelyne, dat is de normaalste zaak van de wereld. Beste anonieme, idem dito.
Libertariërs als Vincent De Roeck zijn net die soort hautaine wannabe-intellectuele "politici" die vanalles en nog wat combineren tot "hun" ideologie die vis noch vlees is. Hoe rijmt De Roeck het opvrijen van de jezuïetenalumni en hun linkse-humanistische projecten met zijn radicale, zeg gerust maar asociale, denkbeelden op vlak van sociale zekerheid en economie? Hoe rijmt De Roeck zijn aversie tegenover alles wat internationaal is, wanneer hij mister nice guy aan het uithangen is in het buitenland? Kortom, inconsequent als de pest! - At 20:23 Anoniem said...
-
Ik denk dat al de critici hier eens moeten nadenken over het verschil tussen wat Vincent politiek predikt en waar hij moreel voor staat.
Voor zover ik in zijn naam kan/mag spreken is Vincent er politiek voorstander van dat niemand de ander met geweld dingt om die eerste zijn plannen te bekostigen. Wat die plannen ook zijn, je hebt het recht niet om anderen ervoor te laten opdraaien.
Persoonlijk ziet hij echter duidelijk in dat er veel ellende is in de wereld en wenst hij dit via vrijwillige organisaties (zoals de Kerk) te verlichten. En niet via politieke gedrochten die het lot van de zwakkeren enkel verergeren->lees PT Bauer als je me niet gelooft.
Vreemd? Enkel indien je persoonlijke zaken en politieke zaken niet kan onderscheiden.