For our heritage and freedom ! Home | About | Contact | Vincent De Roeck | Liberty Quotes | The Free State | In Flanders Fields | Nova Libertas | Feeds |

Woord van afscheid / Farewell address


Welkom op de oude weblog van Vincent De Roeck. Ondanks de vele reacties en lezers heb ik besloten om met deze blog te stoppen.

Welcome to the former political blog of Vincent De Roeck. In spite of the many comments and readers, I have decided to stop blogging.

Ik had graag iedereen bedankt die over de laatste jaren heen gastartikelen ingestuurd heeft en massaal gereageerd heeft, zowel op deze blog als via e-mail, en zo bijgedragen heeft tot het relatieve succes van deze blog. Eind 2009 moest Libertarian.be enkel LVB.net en InFlandersFields.eu laten voorgaan in de statistieken van politieke weblogs. Een mooi eindpunt dan ook voor dit project.

I would like to thank everyone who over the course of the last few years has contributed to the relative success of this blog with their guest articles and their comments, both on these pages and via e-mail. At the end of 2009, according to statistics, this blog was the 3rd most popular political blog in Dutch-speaking Belgium. A nice ending for this project.



Niet zo lang geleden kon ik bovenstaande foto nemen op het Schuman-rondpunt in Brussel waar ik het genoegen had om naast een peperdure luxe-SUV van de Dilbeekse politie te mogen rijden. Volgens de website van de constructeur begint de prijs voor een Audi Q7 rond 68,000 EUR. Rekening houdende met de talrijke extra opties die de politieversie ongetwijfeld heeft, durf ik toch zeggen dat de stukprijs tussen 80,000 en 100,000 EUR zal schommelen. Een wel héél mooi bedrag voor een ordinaîr politievoertuig als u het mij vraagt. Ook het doel van die wagens ontgaat mij volledig. Moesten er in Dilbeek nu moerassen zijn en ontoegankelijke veldwegen, tot daar nog aan toe, maar nu zie ik het nut hiervan helemaal niet in. U misschien wel?

Terwijl gewone burgers overbelast worden om het klimaat te redden, pompt de politie van Dilbeek tonnen onnodige CO2 de lucht in door SUV's in plaats van zuinigere traditionele wagens te gebruiken. Terwijl de politie klaagt over té trage voertuigen in de strijd tegen snelle georganiseerde bendes, koopt zij - voor de prijs van twee snelle interventievoertuigen! - logge trage luxe-terreinwagens aan. Terwijl burgers moeten beknibbelen op hun huishoudbudgetten door de crisis, verwent de politie zichzelf met de aankoop van luxewagens. En wat vinden de betrokkenen hiervan? Zij blinken in hun krantenreacties allemaal uit in wereldvreemdheid en beconcurreren elkaar in nonsens.

Patrick De Bruyn, korpschef politie Dilbeek:

"Wie bureauwerk doet, krijgt van zijn werkgever toch ook een deftige stoel? Ik zie niet in waarom onze agenten dan niet comfortabel mogen zitten in hun dienstvoertuig. (...) Eerlijk, de vroegere Audi A6 breaks waren te klein. Op patrouille zeulen agenten heel wat mee; het was ook moeilijk instappen in onze vroegere politieauto’s. (...) We opteerden voor een 4×4 omdat agenten altijd en overal ter plaatse moeten kunnen geraken, ook op minder bereikbare wegen. En pas op: we hebben die niet gekocht. We leasen deze wagens voor drie jaar. (...) Sommige burgers vinden dat we met geld smijten, maar ik hoor diezelfde mensen wel niet klagen als we snel ter plaatse zijn na een oproep."
Stefaan Platteau, burgemeester Dilbeek van Open Vld:
"Oké, dat zijn geen goedkope wagens. Maar als ze helpen de criminaliteit aan te pakken: waarom niet? (...) Of het dan geen crisis is in Dilbeek? Toch wel. Toch wel! Maar wij willen niet besparen op de veiligheid van onze inwoners."
Dit artikel verscheen in stukken ook elders op het Internet.

Meer over de toestand in Dilbeek op www.hetnieuwsblad.be.

The case against international jurisdiction

Telkens men tegen internationale jurisdicties durft pleiten, lijkt het meteen alsof de criticus in kwestie wel een aanhanger moet zijn van onfrisse figuren zoals een Omar Al-Bashir of een Radovan Karadzic. Toch waagt het Britse EP-lid Daniel Hannan zich vandaag op zijn blog aan zo'n pleidooi. Vorige week gaf hij over dit thema - in de nasleep van de gênante aanklacht in het VK tegen oud-premier van Israël Tzipi Livni - trouwens ook al een lezing voor het "Jerusalem Institute for Market Studies". Hannan viel in die lezing de internationalistische idee aan dat monsters die in hun eigen land niet vervolgd worden, toch elders - en bij voorkeur door internationale bureaucratieën - berecht zouden moeten kunnen worden. Over de affaire-Livni zei Hannan het volgende: "We zien hier exact wat er mis is met het alsmaar groeiende corpus van internationaal afdwingbare mensenrechtenwetten: dictators en terroristen negeren die en worden met rust gelaten, democratisch verkozen politici willen ze eren maar worden desondanks gestraft."

Daniel Hannan haalde in zijn lezing de volgende zeven ideeën aan.
1. Territorial jurisdiction has been a remarkably successful concept. Ever since the Treaty of Westphalia in 1648, it has been broadly understood that crimes are the responsibility of the state where they are committed. Untune that string and hark what discord follows! Western liberals might say: “Since Karadzic won’t get justice in Serbia, he should get it at The Hague.” But an Iranian judge might apply precisely the same logic and say: “Adulterers in Western countries are going unpunished: we must kidnap them and bring them to a place where they will face consequences”.

2. International jurisdiction breaks the link between legislators and law. Instead of legislation being passed by representatives who are, in some way, accountable to their populations, laws are generated by international jurists. We are, in other words, reverting to the pre-modern notion that law-givers should be accountable to their own consciences rather than to those who must live under their rulings.

3. In consequence, as Robert Bork has argued in Coercing Virtue: The Worldwide Rule of Judges, an agenda is being advanced which has been rejected at the ballot box. Courts make tendentious and expansive interpretations of human rights codes which go well beyond what any reasonable person would take the text to mean.

4. With no meaningful scrutiny, international lawyers are able to suit themselves, meandering their way through gargantuan budgets, changing their own rules when they become inconvenient. As John Laughland showed in his study of the Milosevic trial, the International Criminal Tribunal on Yugoslavia admitted hearsay evidence, repeatedly amended its rules of procedure and, when the old brute proved surprisingly eloquent in his own defence, took the extraordinary step of imposing counsel on him. Eight years and $200 million later, with the court no closer to a verdict, both judge and defendant were dead.

5. Indicting a head of state – as the ICC did last year when it served a writ against the Sudanese President – amounts to declaring a war which one has no intention of fighting. The only way to bring President Bashir to trial would be to conquer his country and transfer sovereignty from him to the occupying powers: the basis of the Allies’ jurisdiction at the Nuremberg trials. Without such a determination, international arraignments are declamatory: a way for those who serve them to feel good about themselves, even though their practical effect is to make tyrants dig in more deeply.

6. Which brings us back to the main objection. While tyrants ignore international rulings, democracies – or, more precisely, judges within democracies – don’t. Courts in Western countries increasingly use international conventions to challenge the decisions of their elected governments. Four successive Labour Home Secretaries have tried unsuccessfully to repatriate the Afghan hijackers who diverted a flight at gunpoint to Stansted. Despite the nature of their crime, and despite the removal of the Taliban regime from which they claimed to be fleeing, they have been granted leave to remain in the UK through, in effect, judicial activism.

7. The politicisation of international jurisprudence seems always to come from the same direction: a writ was served against Sharon, but not Arafat. Pinochet was arrested, but Fidel Castro could attend international summits. Donald Rumsfeld was indicted, but not Saddam Hussein.
En ook in de conclusie op zijn blog kan ik best inkomen.
The answer is not to politicise these wretched rules, but to return to the well-tried and understood concept of state sovereignty, which operated effectively enough between 1648 and the 1990s. When was the internationalisation of jurisdiction agreed? When was it even discussed? To quote Judge Bork again: “What we have wrought is a coup d’état: slow-moving and genteel, but a coup d’état none the less.”

Dit opiniestuk verscheen oorspronkelijk op Daniel Hannans weblog.

Meer teksten van deze Europarlementariër op www.hannan.co.uk.

In the aftermath of the Senate election in Massachusetts, the focus of attention is inevitably on what it means for Barack Obama. The impact on the Democratic president of the loss of the late Ted Kennedy’s seat to the Republicans will, no doubt, be significant. Yet the result could be remembered as a message more profound than the disparate mutterings of a grumpy electorate that has lost faith in its leader -- as a growl of hostility to the rising power of the state. America’s most vibrant political force at the moment is the anti-tax tea-party movement. Even in leftish Massachusetts people are worried that Mr Obama’s spending splurge, notably his still-unpassed health-care bill, will send the deficit soaring. In Britain, where elections are usually spending competitions, the contest this year will be fought about where to cut. Even in regions as historically statist as Scandinavia and southern Europe debates are beginning to emerge about the size and effectiveness of government.

There are good reasons, as well as bad ones, why the state is growing; but the trend must be reversed. Doing so will prove exceedingly hard -- not least because the bigger and more powerful the state gets, the more it tends to grow. But electorates, as in Massachusetts, eventually revolt; and such expressions of voters’ fury are likely to shape politics in the years to come. The immediate reason for the rise of the state is the financial crisis. Governments have spent trillions propping up banks and staving off depression. In some countries they now play a large role in the financial sector; and thanks to bail-outs, stimulus and recession, the proportion of GDP made up by state spending and public deficits has rocketed.

But the rise of Leviathan is a much longer and broader story. Long before AIG and Northern Rock ended up in state custody, government had been growing rapidly. That was especially true in Britain and America, the two countries in which “the end of big government” had been declared in the 1990s. George Bush pushed up spending more than any president since Lyndon Johnson. Britain’s initially frugal Labour government went on a splurge: the state’s share of GDP has risen from 37% in 2000 to 48% in 2008 to 52% now. In swathes of northern Britain the state now accounts for a bigger share of the economy than it did in communist countries in the old eastern bloc. The change has been less dramatic in continental Europe, but in most of those countries the state already made up around half of the economy. Demography is set to push state spending up further. Ageing populations will consume ever more public health care and ever bigger pensions. Unless somebody takes an axe to them, entitlements will consume a fifth of America’s GDP in 15 years, compared with 9% now.

Rising government spending is not the only manifestation of growing state power. The spread of regulation is another. Conservatives tend to blame the growing thicket of rules on unwanted supranational bodies, such as the European Union, and on the ever growing industry of public-sector busybodies who supervise matters like diversity and health and safety. They have a point. But voters, including right-wing ones, often demand more state intrusion: witness the “wars” on terror and drugs, or the spread of CCTV cameras. Mr Bush added an average of 1,000 pages of federal regulations each year he was in office. America now has 250 million people devising and implementing federal rules.

Globalisation, far from whittling away the state, has often ended up boosting it. Greater job insecurity among the voting middle classes has increased demand for safety nets. Confronted by global market failures, such as climate change, voters have demanded a public response. And the emergence of new economic powers, especially China, has given fresh respectability to the old notion of state capitalism: more and more of the world’s biggest companies are state-owned, and more and more of its biggest investors are now sovereign-wealth funds. Many difficulties present themselves to those who would reform the state. One is the danger posed by the fragility of the world economy. Government stimulus may still be needed to ward off a new slump. But even in the most vulnerable countries, governments need to be planning for withdrawal.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk in The Economist.

Meer artikelen tegen Big Government op www.economist.com.

De tirannie van het intellectuele verraad

Paul De Grauwe, de "econoom" die er onlangs in slaagde om vrijdags op een internationaal congres Hayek boven Keynes te verkiezen en de maandag daarop in "De Standaard" Keynes boven Hayek, kreeg gisteren opnieuw een forum in die krant om zijn clowneske kijk op de economie ten toon te spreiden. In "De tirannie van de aandeelhouders" trekt hij van leer tegen de CEO's van multinationals. "De grootste vijanden van het kapitalisme zijn vandaag niet de vakbonden, maar ceo's als Carlos Brito van AB InBev", aldus de Paul Krugman van Vlaanderen. Zijn mirakeloplossing is ook zonneklaar. "Het wordt tijd dat de overheden de almacht van aandeelhouders beperken." Met dit weinig subtiel voorstel om nog meer overheidscontrole en -inmenging in de economie toe te laten, bewijst Paul De Grauwe maar één zaak: hij is zijn pedalen helemaal verloren en snapt er echt niets meer van.

Een economisch systeem kan maar overleven als er een brede maatschappelijke consensus bestaat dat dit systeem goed is voor het overgrote deel van de bevolking. Het marktsysteem zoals dat in de naoorlogse periode werd ontwikkeld, putte zijn kracht uit het feit dat het gesteund werd door een consensus die het zelf had gecreëerd. De materiële vooruitgang die dat systeem mogelijk maakte, werd gespreid over een groot deel van de bevolking. Werknemers and werkgevers profiteerden samen van deze vooruitgang.

Zolang politici begaan zouden zijn met de welvaart van de samenleving en duurzame economische vooruitgang is er geen vuiltje aan de lucht. Pas wanneer politici, zoals vandaag, helemaal geen principes of verstand meer hebben, of wanneer diezelfde politici door de particratie hun principes en hun verstand moeten verdringen, is dit een probleem. Iedereen weet dat de vrije markt meer mensen welvarend gemaakt heeft dan welk ander systeem ook. Zelfs nu moeten we toegeven dat we na de crisis nog steeds rijker zijn dan voor de economische supergroei van de jaren '90. Letland en Ierland worden wel als "failliet" afgedaan, maar zij zijn vandaag nog steeds rijker en beter af dan in 2004. Misschien iets om over na te denken, "professor" De Grauwe, vooraleer u zich weer aan populistische nonsens waagt?

Deze consensus is aan het afbrokkelen, vooral omdat de perceptie is gegroeid dat werknemers en werkgevers niet op dezelfde wijze profiteren van materiële vooruitgang. Een systeem dat het mogelijk maakt dat de top van de onderneming (...) fantastische bonussen opstrijkt precies omdat het werknemers afdankt, kan niet op de sympathie van de mensen rekenen en graaft zijn eigen graf.

En wie is het hier juist die deze "perceptie" tot waarheid verheft? Onze Paul natuurlijk. De mensen moeten begrijpen dat enkel de personen die achter een bedrijf staan écht begaan zijn met de toekomst ervan. Dit zijn niet altijd de CEO's maar wel de aandeelhouders. Zij zijn het die hun eigen geld in de schaal geworpen hebben om een risicovolle onderneming op te zetten, over te nemen, of zich daarin in te kopen. Zij willen rendement, en zij hebben daar als enige het recht op. Werknemers verhuren hun arbeid, maar zij hangen af van de markt voor arbeid. Ondernemers verplichten om werknemers in dienst te houden, is net zoals consumenten verplichten om bij een welbepaalde winkel een welbepaald product te blijven kopen, ook als die dat niet meer denken nodig te hebben. Ooit maakte Po-Paul zo'n vergelijkingen, vandaag huilt hij mee met de linkse wolven in het bos.

Hoe zijn we zo ver geraakt? Het is nuttig om daarvoor even terug te kijken naar de jaren zeventig. Toen kende het systeem ook een crisis. (...) De eerste reactie van de overheid bestond erin bedrijven in moeilijkheden te subsidiëren en massale programma's van overheidstewerkstelling uit de grond te stampen. Deze programma's werkten echter niet en botsten snel tegen de grenzen van de budgettaire realiteit. Het falen van de overheid om de economie in nieuwe banen te leiden bracht een ommekeer in het denken. Meer en meer groeide de idee dat het marktsysteem beter geplaatst was dan de overheid om duurzame jobs te creëren en tegelijk materiële vooruitgang voor iedereen mogelijk te maken. Overal in de wereld werd aan deregulering en privatisering gedaan.

Paul De Grauwe geeft hier een zéér mooie analyse van de geschiedenis. Tot de jaren '70 was Keynes het officiële staatsbeleid, maar toen bleek dat stagflatie wel degelijk bestond, werd Keynes ingeruild voor Friedman en diens monetarisme. Vandaag zien we dat ook dat systeem niet perfect werkt, maar dat betekent niet dat de voorganger opnieuw van stal gehaald moet worden. Zoals ik vorig jaar al in een lezersbrief in "The Economist" schreef, betekent deze crisis niet zozeer het failliet van het kapitalisme, maar wel van Friedmans monetarisme. Centraal bankieren heeft deze bubbel op haar geweten. Het zou dan ook niet meer dan normaal zijn, moest men vandaag als nieuwe doctrine de Oostenrijkse School uitproberen. Paul De Grauwe kent deze school, hij stond lange tijd zelfs openlijk sympathiek tegenover de ideeën van Mises en consorten, maar hij is die nu klaarblijkelijk alweer vergeten.

Deze tendens creëerde inderdaad een nieuwe dynamiek van groei en vooruitgang niet alleen bij ons, maar vooral in de armste landen van de wereld. (...) Maar zoals zo dikwijls sloeg de slinger te ver door. Te veel mensen begonnen te geloven dat alle maatschappelijke problemen door de vrije markt kunnen opgelost worden, en dat de rol van de overheid overal moest worden teruggedrongen. Zo werd onder invloed van dit marktfundamentalisme de bankregulering ontmanteld en werd de banken toegelaten te gokken in de aandelenmarkten en in andere financiële markten. (...)

Marktfundamentalisme in de bankensector?? Echt waar?? We spreken hier over één van de meest gereguleerde en gereglementeerde sectoren van de hele economie. De crisis bewijst net dat de overheid helemaal niet in staat was om, ondanks massale regulering, het systeem foutloos te laten werken. En hoe reageren De Grauwe en andere etatisten daar dan op? Zij willen, begrijpen wie begrijpen kan, diezelfde falende overheid (nog) meer macht en een (nog) groter aandeel in de economie geven. Regulering lag aan de basis van de vastgoedbubbel en regulering zette banken aan om zich veel breder te gaan leveragen dan in de vrije markt het geval zou zijn. Een stad staat onder water en De Grauwe komt met extra emmers water af.

Een nog meer fundamentele ontsporing ontstond toen de idee ingang vond dat de controle op de onderneming moest gebeuren door de aandelenmarkten. Een goed bedrijf was een bedrijf waarvan de aandelenkoers stijgt; een slecht bedrijf waarvan de aandelenkoers daalt. De aandelenmarkten moesten het ultieme oordeel vellen over de kwaliteit van een onderneming en haar management. In theorie een schitterende idee. De realiteit evolueerde anders. In de aandelenmarkten spelen psychologische factoren als euforie en depressie, optimisme en pessimisme een even grote rol als fundamentele economische factoren. (...)

Ik deel de mening van Paul De Grauwe dat de aandeelhouders hier schromelijk tekortgeschoten zijn. Zij hadden alles voor handen om in te grijpen, maar zij deden er niets aan. Ik was dan ook tégen de bail-outs van de banken gekant die de aandeelhouders ten goede zijn gekomen. Paul De Grauwe is echter een grote hypocriet. Hier veegt hij de pan uit met de aandeelhouders, maar ten tijde van de bail-outs was hij wel voor tegemoetkomingen aan de aandeelhouders "die er niets aan konden doen"... Wat is het nu, Paul, eieren of jong?

De lange termijn werd opgeofferd aan de korte termijn. De winst die gerealiseerd kan worden door werknemers af te danken leidt onmiddellijk tot meer bonussen, maar ondermijnt de lange termijn voordelen van een vertrouwensrelatie tussen de werkgever en de werknemer. Conflict, in plaats van samenwerking wordt opnieuw de basis van de relaties tussen werkgevers en werknemers. Dit zijn gevaarlijke tendenzen die de maatschappelijke aanvaarding van een vrij marktsysteem aantasten. (...) Hoe kunnen we ervoor zorgen dat het kapitalisme gered wordt uit de greep van de kapitalisten? Dat is de systeemvraag die zich vandaag stelt. De verantwoordelijkheid ligt hier in eerste instantie bij het bedrijfsleven zelf. (...) De overheid moet hier ook optreden, onder andere door, zoals vroeger, vergoedingen gebaseerd op optiecontracten te belasten als loon. (...) De bankiers zijn meer en meer geëvolueerd van kredietverleners tot speculanten. Ze hebben eveneens bijgedragen tot een evolutie naar een casinokapitalisme. (...)

Casinokapitalisme?? Ik begin meer en meer te denken dat "Paul De Grauwe" gewoon het pseudoniem van Dirk Van der Maelen is... Aandeelhouders bepalen het beleid en de bonussen. Het is dan ook aan hen om daar onafhankelijk van overheid of samenleving beslissingen over te nemen. Hoge leverage kan hoge winst opleveren, maar houdt ook risico's in. Het is de overheid die de afweging verknoeid heeft. Moral hazard heet dat dan. De winsten zijn immers voor de aandeelhouders, de verliezen voor de gemeenschap.

Tot nu toe is het marktsysteem er altijd in geslaagd om voor een verloren job een nieuwe, meestal interessantere job te vinden. Niet onmiddellijk natuurlijk, maar na verloop van tijd wel. Dit mechanisme vormt de basis van het vertrouwen dat de mensen hebben in het systeem en in de bedrijfsleiders. Maar als deze laatste meer en meer gepercipieerd worden als korte termijn speculanten dan is er een probleem. We kunnen alleen maar hopen dat de bedrijfsleiders de ernst van dit probleem op tijd onderkennen.

Kan iemand zijn eigen betoog nog meer ondergraven dan Paul De Grauwe hier?? Eerst kant hij zich tegen de markt om uiteindelijk dan te beweren dat de markt het wel zal oplossen... Als De Grauwe dit gelooft, en ik hoop dat hij dit allemaal gewoon schrijft omwille van mediageile beweegredenen, dan moet hij dat ook openlijk durven zeggen. Anders pleegt hij schuldig verzuim, en verwordt hij tot de doodgraver van onze economie en, erger nog, van onze welvaart.

Dit commentaarstuk verscheen ook elders op het Internet.

Meer teksten van Paul De Grauwe op www.econ.kuleuven.be.

“The government who robs Peter to pay Paul can always count on the support of Paul,” George Bernard Shaw once said. For a socialist Shaw demonstrated good sense with this citation Unfortunately, our Western countries have become a laboratory in which Shaw's hypothesis is being tested. The theory of government I was taught says that government provides benefits, primarily security, to the entire populus. In return we pay taxes. But lately the government has been a distributor of special privileges, taking money from some and giving it to others. America is now about evenly split between those who pay income taxes and those who consume them. The Brookings Tax Policy Center (BTPC) recently disclosed that close to half of all households in the U.S. will pay no income tax this year. Some will even pay less than zero -- that is, they will get money from those of us who do pay taxes.

The BTPC adds that this year the average income-tax rate for the bottom 40 percent of earners will be negative and that their cash subsidy will equal 10 percent of the total amount the income tax brings in, thanks to the Earned Income Tax Credit and U.S. President Barack Obama’s “Making Work Pay” program. The view from the top also shows the lopsidedness of the tax system. The top 20 percent of earners make about 53 percent of the income in America but pay 91 percent of the income tax. The top 1 percent pay 36 percent. The IRS says the bottom half of earners pay less than 3 percent… This presents a serious problem because government has such vast powers to dispense favors. As Shaw suggested, people who pay no tax will vote for politicians who promise big spending. Why not? They get stuff without having to pay for it.

Yes, working people who pay no income tax still pay taxes: sales tax and payroll taxes. But the income tax is big and visible, so it’s a problem that a growing number of people don’t pay but get benefits from those who do. Frederic Bastiat, the great 19th-century French economist, defined the State as “that great fiction by which everyone tries to live at the expense of everyone else.” I don’t know if he envisioned one half of the population living off the other half. It is important not to confuse the interests of the taxpayers with the interests of the politicians and other tax consumers. Yet that is done all the time. When the government bought toxic assets (of zero market value) from the banks, it said taxpayers would profit when the economy recovered and the assets once again commanded a positive price in the market. Even if we make the dubious assumption that the government is savvy enough to buy low and sell high, it’s not the taxpayers who would benefit from any profits. The politicians will spend every penny rather than cut taxes.

To put it bluntly, we are not the government. The built-in unfairness of the tax system has prompted a range of tax-reform proposals, such as a flat tax and replacing the income tax with a sales tax. These alternatives are better, but they have their drawbacks, too. For that reason, there is something more urgent than tax reform: spending reform. The true burden of government, the late Milton Friedman said, is not the tax level but the spending level. Taxation is just one way for the government to get money. The other ways - borrowing and inflation - are also burdens on the people. The best way to lighten the tax burden is to lessen the spending burden. If government spends less, it takes less. And if it takes less, the tax system will weigh less heavily on us all. Once again, we find wisdom in Adam Smith's book The Wealth of Nations: “Little else is requisite to carry a state to the highest degree of opulence from the lowest barbarism but peace, easy taxes, and a tolerable administration of justice: all the rest being brought about by the natural course of things.”

Deze column van John Stossel verscheen eerst in "The Freeman".

Meer columns van deze libertariër op www.thefreemanonline.org.

Wim Lankamp zit het "Palestina Komitee Nederland" voor en ijvert voor de ondergang van Israël. Eén van Lankamps laatste wapenfeiten is de campagne "Koop geen Israëlische Apartheid" die nog tot 31 december 2009 liep. Net zoals in België door bijvoorbeeld de "Actiegroep Boycot Israël", is het doel voor Lankamp en consorten het economisch op de knieën dwingen van Israël, in hun ogen een heuse schurkenstaat en het enige obstakel voor vrede in de regio. Normaal zou ik aan de absurditeit van dit soort acties geen enkele seconde tijd willen spenderen, maar "Joods Actueel" reikte ons deze maand het allerbeste argument aan om Wim Lankamp en zijn horde Palestijnenknuffelende vriendjes weg te lachen.



Onderstaande brief werd door een bezorgde Vlaming naar Wim Lankamp gestuurd en ook afgedrukt in het jongste nummer van "Joods Actueel". Eén enkele brief met feiten zegt genoeg.
Geachte heer Lankamp,

Naar aanleiding van uw actie “Koop geen Israëlische Apartheid” waarin u oproept tot een boycot van Israëlische producten dit:

Allereerst verzoek ik u zo snel mogelijk uw website offline te halen. Deze draait op een besturingssysteem dat grotendeels in Israël is ontwikkeld. Bovendien worden de chips in de processors van de servers van uw hostingprovider, Provalue, geproduceerd en ontwikkeld in Israëlische fabrieken nabij Netanya.

Hopelijk kent u niemand met multiple sclerose, want het medicijn Copaxone, dat al duizenden mensen wereldwijd heeft geholpen tegen deze verschrikkelijke ziekte, is door het Weizmann Instituut in Israel ontwikkeld en dient dus geboycot te worden. Ook het alternatief Rebif, dient nooit gebruikt te worden daar ook dit een product van hetzelfde instituut is.

Verder hoop ik dat u niemand kent met beenmergkanker, immers het medicijn, Velcade, dat deze kankervorm effectief bestrijdt en inmiddels 100den mensen in de hele wereld weer hoop en toekomst geeft, is ontwikkeld in het Technion te Haifa, Israël, en dient daarom dus geboycot te worden.

Hopelijk slaat bij u of uw dierbaren nooit Alzheimer of dementie toe. Het enige effectieve medicijn tegen Alzheimer, Exelon, is ontwikkeld door wetenschappers van de Hebreeuwse Universiteit. Daarom dient dit medicijn geboycot te worden.

U bent er waarschijnlijk voorstander van dat miljoenen Afrikanen blind blijven of worden. De blindheid wordt verspreid door malaria muggen en zwarte vliegen. Het biologische middel dat de muggen en vliegen bestrijdt die deze verschrikkelijke ziekte veroorzaakt, is ontwikkeld door een wetenschapper aan de Ben Gurion Universiteit te Israël.

Aangezien u voor de boycot van Israëlische producten bent, bent u ook voorstander voor de boycot van al deze producten die miljoenen mensen aan een menswaardiger bestaan hielpen. Hopelijk slaapt u vannacht goed, in de wetenschap dat, mocht uw droom uitkomen, al deze mensen achter het net vissen.

Slaap lekker en sjalom.

(Naam van de briefschrijver is bekend bij de redactie)



In 1939 kozen de Nazi's deze foto als cover voor hun scholierenmagazine "Hilf Mit!" als ode aan de puurheid van het Germaanse ras. We zien een gelukkig "Arisch" gezin kerstmis vieren en door een raam naar de winter buiten kijken. In 2009 plaatste "Joods Actueel" een soortgelijke foto op de cover van het decembernummer. We zien een gelukkig joods gezin chanoeka vieren en naar de winter buiten kijken. Waarschijnlijk zonder het zelf te weten, incarneert deze cover dus de ultieme triomf van het joodse volk over de gruweldaden van het Nazisme. 70 jaar later zijn de Nazi's niet meer en wordt hun nalatenschap overal uitgespuwd, maar het joodse volk viert nog steeds chanoeka zoals het al duizenden jaren lang doet, en daar heeft een Holocaust, hoe gruwelijk ook, niets aan kunnen veranderen. Gelukkig maar. Ik vond de bovenstaande cover in december 2009 trouwens per toeval in het - zéér pakkende - NS-museum in Keulen.



De inzittenden van deze Audi waagden het klaarblijkelijk om 's avonds in een ondergrondse parkeergarage in het centrum van Antwerpen een exemplaar van "Joods Actueel" open en bloot op het dashboard te laten liggen. De barst in de voorruit toont het ogenschijnlijke trieste gevolg van zulk een fout... Of hebben we weer lange tenen in jullie ogen door dit blatante antisemitisme in ons eigen land aan te kaarten? ... Zucht...

De internationale gemeenschap blijft anders ook maar volhouden dat het Israëlische optreden in en rond de Gazastrook de voedselbevoorrading van de Palestijnse gebieden in het gedrang gebracht heeft en dat de brave Palestijnen in Gaza honger lijden door toedoen van satanbuur Israël, de enige echte schurkenstaat in het Midden-Oosten. De VN zwijgen wel graag over waarom haar "scholen" als wapenopslagplaatsen gebruikt worden, waarom haar ambulances maar al te vaak als transportmiddelen voor terroristen van Hamas dienen, waarom haar beelden geregeld met Photoshop bewerkt worden om de duivel Israël er nog slechter te doen uitkomen en waarom haar hulpgoederen steevast aangewend worden om Katoesja-raketten te fabriceren om Zuid-Israël te bestoken.

De internationale gemeenschap wordt er ook niet graag aan herinnerd dat het net de Egyptische grensblokkade aan de Sinaï is die de handel tussen de Gazastrook en de buitenwereld bemoeilijkt of dat de talrijke ziekenhuizen van Ashkelon en Sderot vol liggen met gewonde joodse kinderen. Dit gezegd zijnde, laat ons hier wel duidelijk zijn. Niemand verdient het natuurlijk om honger te moeten lijden in deze tijd van ongeziene welvaart en massale voedseloverschotten. Maar net daar blijkt nu net het schoentje te wringen. De Verenigde Naties liegen immers voortdurend over de situatie in Gaza en in het hongersnoodverhaal is dat natuurlijk niet anders. Het was uiteindelijk de lokale Engelstalige moslimkrant "Palestine Today" die het nieuws voor ons brak en onlangs uitpakte met een serie foto's waarop overvolle Palestijnse markten in Gaza te zien zijn. Beelden zeggen nog altijd meer dan 1,000 woorden.











Deze vijf foto's schetsen mooi de échte situatie in de Gazastrook en aangezien het hier om een Palestijnse bron gaat, zullen toch ook de meest uitgesproken Palestijnenknuffelaars en de grootste Israëlhaters hun ongelijk moeten toegeven. Jullie kunnen trouwens nog tientallen extra foto's uit Gaza op de website van "Palestine Today" terugvinden.

Onderdelen van deze tekst verschenen ook elders op het Internet.

Meer over het antisemitisme in Vlaanderen op www.joodsactueel.be.

De situatie aan de grond in Haïti is hartverscheurend. Het armste land van het Westelijk halfrond kreeg één van de zwaarste aardbevingen ooit over zich heen. De gevolgen zijn dan ook ongezien. De bevolking is de ontreddering nabij. Hele dorpen en steden werden letterlijk van de kaart geveegd. Met het epicentrum op minder dan 25 kilometer van de dichtbevolkte hoofdstad Port-Au-Prince is ook de tol aan verloren mensenlevens torenhoog. De eerste cijfers spreken al van tienduizenden doden, maar met een veelvoud daarvan nog steeds vermist, is dit waarschijnlijk nog maar het topje van de ijsberg. De devastatie is enorm. Om de mate van menselijk leed en de plaatselijke noden te beschrijven, schieten woorden zelfs tekort. Ik begrijp dan ook dat vele lezers door de titel en het opzet van dit stuk geschokt en kwaad zullen zijn. Ik zou hen echter willen vragen om de bijwijlen hoog oplaaiende emoties en intrinsiek menselijke gevoelens van compassie even te vergeten en de situatie vanuit een heel andere invalshoek te bekijken. Ik wil mijn lezers ook op het hart drukken dat ik op geen enkele wijze afbreuk wil doen aan de inzet van hulpverleners of aan de beweegredenen van de geldschieters, en duidelijk maken dat ook ik met de slachtoffers meeleef en dat ik ook zelf al aan het Rode Kruis gedoneerd heb.

Over de oorzaken van de immense armoede op het westelijke deel van het Caraïbische eiland Hispaniola kunnen waarschijnlijk hele boeken geschreven worden, maar ik wil hier toch vooral even stilstaan bij de gigantische discrepantie tussen het straatarme Haïti en het volgens lokale standaarden schatrijke oostelijke eilanddeel, dat we als Dominicaanse Republiek kennen, en waar we met zijn allen massaal op vakantie gaan. Natuurlijk was Haïti een Franse kolonie en blinken die, o.a. door het Franse koloniale wanbeheer en de export van het centralistische bestuur uit de Hexagone, nu net nooit uit in verstandig bestuur en welvaartsopbouw, maar er is meer aan de hand. Tot begin 19de eeuw stond Haïti bekend als de "Parel van de Antillen" en domineerde de kolonie de Caraïbische handel in rubber en fruit. In 1802 dachten de lokale ambtenaren echter slimmer te zijn dan de handelaars en werd - met de "goede" bedoeling om de lokale elite nog rijker en welstellender te maken - een lokaal decreet afgekondigd dat buitenlandse investeringen onmogelijk maakte en het verwerven van eigendom door buitenlanders verbood. Dit decreet bestaat nog altijd en is nog steeds - samen met de politieke instabiliteit en regelmatige genocides - de hoofdreden waarom de gigantische FDI-stromen wel mooi hun weg vinden naar de naburige eilanden maar aan Haïti voorbij blijven gaan.

Haïti komt om de zoveel jaar even in het nieuws door binnenlandse onrusten die de internationale gemeenschap nopen tot het zenden van humanitaire werkers en blauwhelmen. Er waren dan ook nogal wat Belgen en Nederlanders werkzaam in Haïti en deze worden nu met een Airbus van het Belgische leger naar huis gerepatrieerd. Het B-FAST rampenteam werd daags na de ramp al in Haïti ontplooid en keert één dezer dagen al terug. Ondertussen sturen de Europese overheden tonnen hulpgoederen naar het getroffen gebied en doen ook alle andere rijke landen hun duit in het zakje. De Amerikanen hebben de controle over de lucht- en zeehavens overgenomen, en beveiligen nu de Haïtiaanse wijken waar veel buitenlanders wonen tegen plunderaars en de meer dan 6,000 gevangenen die in de nasleep van de aardbeving wisten te ontsnappen.

Ik heb echter twee fundamentele bezwaren tegen deze gang van zaken. Eerst en vooral vind ik het niet kunnen dat de Belgische belastingbetalers moeten opdraaien om landgenoten te evacueren uit een land waar zij zich vrijwillig gevestigd hebben. Als bijna elke Belg die in de Alpen gaat skiën een verzekering bij "Europe Assistance" of een andere firma op zijn of haar naam heeft staan om tussenbeide te komen in geval van repatriëring zie ik niet meteen in waarom enkel skitoeristen op zichzelf aangewezen moeten zijn terwijl roekeloze Belgen in het buitenland - die enerzijds dus wel grote risico's willen opzoeken meer er anderzijds via verzekeringen niet voor willen betalen - op kosten van "de gemeenschap" gerepatrieerd worden. Verder stel ik mij ook de fundamentele vraag waarom enkel Belgische en Nederlandse onderdanen mee mogen met die Airbus. Onze overheid vindt het normaal dat zij in naam van de anderen beslist wie wel en wie niet uit die hel geëvacueerd kan worden.

Ik stel mij eveneens vragen bij de opportuniteit van staatsgebonden ontwikkelingshulp. Ik denk dat private organisaties zoals de talrijke echte NGO's veel beter weten wat de lokale noden en behoeften zijn en veel sneller kunnen reageren dan regeringen die daarvoor ministerraden moeten organiseren, compromissen moeten afspreken en (soms) het parlement nog eerst om toestemming moeten vragen. De opkomende Haïti-benefiet op televisie zal opnieuw miljoenen euro's in het laadje brengen, een veelvoud van wat de overheid momenteel voor Haïti vrijgemaakt heeft, en ook nu al stromen de vrijwillige giften van gewone burgers aan een recordtempo binnen bij de hulporganisaties. Ik vind het dan ook niet kunnen dat onze regering zichzelf beter geplaatst vindt dan gewone burgers om te bepalen waaraan die hun geld uitgeven. De regering besliste de afgelopen dagen in naam van de burgers dat hulp voor Haïti belangrijker is dan meer hulp voor Mauritanië bijvoorbeeld.

De politiek beantwoordt aan andere criteria dan de private vrijwillige interactie tussen gewone burgers. Politici willen in de eerste plaats naam maken voor zichzelf. Zij zijn niet begaan met duurzaamheid of echte hulp. Zij besteden enkel aandacht aan de landen en problemen die politiek waardevol of mediatiek "hot" zijn. Zij bepalen als een Romeinse keizer in de arena welke mensen moeten sterven en welke mensen met andermans geld geholpen mogen worden. De politici krijgen de bedankingen, maar vergeten wel graag dat die afgekocht werden met de zuurverdiende centen van anderen. Het ganse herverdelingssysteem is rot. Ik stel dan ook voor om het volledige budget voor ontwikkelingssamenwerking af te schaffen en dat geld opnieuw in de zakken van de gewone mensen te leggen zodat zij het vrij kunnen uitgeven. Het blijft uiteindelijk hun geld.

Dat brengt mij tenslotte bij een recent artikel van de Amerikaanse mediaster John Stossel op de website van "Real Clear Politics" waarin hij becijferde dat de Amerikaanse burgers per hoofd jaarlijks een 1,800 USD aan liefdadigheid uitgeven en dat niet enkel de rijken merkelijk meer weggeven dan de armen, maar dat ook de kiezers voor de GOP hun Democratische tegenhangers ver achter zich laten. Dit bewijst wat ik al jaren aanvoel: de arrogante hypocrisie van links. Linksmensen willen de anderen helemaal niet helpen, ze willen dat anderen dat voor hen doen. Verander de wereld, begin bij jezelf, want hoe kunnen socialisten zich blijven profileren als "sociaal" terwijl hun mededogen enkel gestoeld is op het wegroven van andermans geld om daarmee hun "sociale" programma's te financieren? Met andermans geld wil ik ook wel een weldoener zijn.

Dit commentaarstuk van mij verscheen ook elders op het Internet.

Je kan geld doneren voor Haïti via www.rodekruisvlaanderen.be.

Managers en 'consultants' lijken soms wel de laatste helden van onze tijd. Maar kijk uit, de keizer draagt geen kleren. Matthew Stewart, die zelf tien jaar consultant was, schiet gaten in de overspannen eigendunk van de MBA-boys in zijn laatste bestseller “The Management Myth”. Het leven kan gekke sprongen maken. Stewart studeerde in 1988 aan Oxford af als filosoof met 19de-eeuwse Duitse denkers als specialiteit en werd tot zijn eigen verbazing direct gerekruteerd door een gerenommeerd internationaal managementadviesbureau met een startsalaris van 75,000 dollar. 'Een idioot bedrag voor een voor de arbeidsmarkt ongeschikt filosoof, die geen flauw benul van zaken heeft'. In geen tijd groeit hij uit tot een overbetaalde expert die eersteklas rond de wereld vliegt en leeft in hotels terwijl hij managers met honderd keer meer ervaring de les spelt. Tot het bureau dat hij zelf mee heeft opgericht door een interne machtsstrijd crasht en de desillusie niet meer te harden blijkt. Zijn boek “The Management Myth”, een aanklacht tegen de almachtswaan van de huidige generatie managers en consultants, is een hilarisch verslag van tien jaar carrière in de 'buik van het beest'.

PARASIETEN

Alle truken van de foor passeren de revue. Om een cliënt binnen te halen, jaag je hem eerst de stuipen op het lijf. Maak jezelf daarna zo onmisbaar dat hij niet meer autonoom kan denken, en pers de citroen geduldig uit. Consultants kun je nog het best vergelijken met parasieten. ‘Ik praatte en praatte, en intussen liep de meter', zegt Stewart. ‘In al die jaren heeft de sensatie dat ik alles uit mijn duim zoog mij nooit verlaten.' Bruce Henderson, de oprichter van de Boston Consulting Group, beschreef ooit het consultantschap als ‘de meest onwaarschijnlijke business op aarde': ‘Kun je je iets onwaarschijnlijkers voorstellen dan succesvolle en toonaangevende ondernemingen die schoolverlaters inhuren om hun te vertellen hoe ze moeten worden gerund? En dat die ondernemingen bovendien bereid zijn miljoenen voor die adviezen neer te tellen?' ‘Moderne sjamanen' noemt Stewart de wijsneuzen van McKinsey & co: in de hoogst onzekere wereld van de mondiale concurrentiestrijd verdrijven ze de angst met de magie van hun spreadsheets en grafieken. ‘Als je het niet kunt managen, meet het dan', schrijft Stewart, een wel zeer venijnige sneer naar het huismotto van de McKinsey-adviesgroep.

Ook in deze crisistijden boomt de sector van het managementadvies als nooit tevoren, alleen al in 2008 studeerden wereldwijd 140.000 nieuwe MBA'ers, specialisten bedrijfskunde, van de business-scholen af, maar onze bedrijven worden daar niet beter van, want de keizer is naakt, betoogt Stewart. Van de meest succesvolle CEO’s van de Fortune 500 heeft nog geen kwart een MBA-titel. Succes in ondernemen is nu eenmaal geen harde wetenschap. Grofweg draait het om drie dingen: geluk hebben, je kansen grijpen en hard werken. Zelfs dan kan het nog misgaan. Maar met dat soort boerenwijsheden verdient een managementexpert de kost niet. Hij belooft geplaagde CEO's meer: een totaal gemanagede ideale wereld, vrij van de turbulenties van de markt. Neem Michael Porter, de uitvinder van het populaire maxime dat bedrijven eerst en vooral moeten streven naar ‘een duurzaam concurrentievoordeel'. ‘Monopolies zijn de beste manier om veel winst te maken zonder een beter product af te leveren, hard te werken of slim te zijn', spot Stewart. Zo werd ook Bill Gates de rijkste man op aarde.


“The Management Myth” neemt alle grote managementdenkers van de voorbije eeuw op de korrel, van de doelmatigheidsneuroot Frederick Taylor tot de hystericus Tom Peters. Alleen een filosoof heeft de zwier om theorieën zo geestig vol gaten schieten. Je kan anders wel blijven citeren uit dit boek. In de hoogdagen van het kapitalistische ondernemen was niemand met strategie bezig, maar vandaag is dat het toverwoord in de bestuurskamers geworden. Het legitimeert de exorbitante salarissen van CEO's die als superbesluitvormers bijna een heldenstatus in de media hebben gekregen. ‘Bedrijfsplanning is voor een groot deel als een rituele regendans: er is geen duidelijk effect op het weer, alleen de dansers vinden van wel', schrijft de scepticus Stewart. En: ‘Bedrijven beginnen maar te tobben over strategie als ze niet goed meer weten waarheen.'

NATTEVINGERWERK

Nog een hedendaags toverwoord, maar dan voor de slaven van het middenmanagement, is ‘excellentie'. Tom Peters, ex-McKinsey, formuleerde in 1979 in zijn bestseller “In Search of Excellence” acht kenmerken van succesvolle bedrijven. Tot vandaag zijn er zes miljoen exemplaren van zijn managementbijbel verkocht en Peters reist nog altijd als ‘goeroe van de managementgoeroes' de wereld af. Toch is zijn boek niet meer dan nattevingerwerk. Twee derde van zijn voorbeeldbedrijven bleken al vijf jaar na verschijnen ondermaats te presteren. ‘Een blik werpen op de ondernemingen die de afgelopen 25 jaar bij de goeroes favoriet waren, is als kijken naar een parade van schoonheidskoninginnen uit vervlogen tijden', noteert Matthew Stewart fijntjes. Managementgoeroes zoals Peters en Jim Collins van “Good to Great” poseren graag als profeten, maar bij nader toezien blijken het vooral specialisten van het verleden te zijn. Ze promoten experiment en “out of the box thinking”, terwijl hun bestsellers alleen maar over platgetreden paden gaan. Een goed advies: wil je geld verdienen, doe dan net het omgekeerde van wat managementgoeroes zeggen.

Eigenlijk lijken managementgoeroes nog het meest op religieuze predikanten. De wereld die zij schilderen is onveranderlijk chaotisch en onzeker, want angst verkoopt. Bureaucratie is het grote Kwaad en ze roepen op tot een witteboordenrevolutie om die omver te werpen. Bekeert u, vertellen ze de arme donders van het middenkader, want ‘u hebt de macht'. Succes gaat over passie, verbeeldingskracht en volharding. Alsof we allemaal bedrijfsleiders zijn, minus de bonussen uiteraard. De werkelijkheid is natuurlijk anders. In de drie decennia dat Peters het management naar de massa bracht, is de Amerikaanse middenklasse er niet echt op vooruitgegaan. Overheid en bedrijfsleven laten het steeds meer afweten, de gezinnen staan er alleen voor, maar Peters ziet die wending gek genoeg als het begin van een tijdperk van ‘vernieuwde individuele verantwoordelijkheid' en ‘zelfverwerkelijking'.

Met zijn pleidooi voor excellentie effent de goeroe echter vooral het pad van een dolgedraaide arbeidsmoraal, vindt Matthew Stewart: ‘Het begint met de gedachte dat werk betekenisvol kan zijn, en die gedachte wordt opgerekt tot het punt waar er buiten werk geen enkele betekenis meer is'. Terwijl de meeste mensen alleen werken om een beetje goed te kunnen leven. Maar die opvatting is vreemd aan de genieën van de managementtheorie, vervreemd als ze zijn van de maatschappelijke werkelijkheid en geobsedeerd door aandeelhouderswaarde en begrippen als “working money” en “non working money”. Vandaar het opmerkelijk advies van Matthew Stewart aan jongelui die een MBA willen halen: ‘Blijf weg van de business-scholen, studeer liever filosofie om het echte leven te leren kennen. In de zakenwereld is ervaring de grote leraar. We bedriegen onszelf als we denken dat een MBA je een daadkrachtig manager maakt. Managers leren managen verschilt niet zo heel erg van mensen leren hoe ze moeten leven in een beschaafde wereld. Managers hebben geen training nodig, ze hebben educatie nodig.'

Dit artikel van Phile Deprez verscheen op het VRT-nieuwsportaal.

Meer besprekingen van dit boek op www.theatlantic.com.

Er is inderdaad al veel over geschreven, maar een echte fundamentele kritiek op het beleid van de overheid in de recente Kerstperiode en de laatste weken bleef uit. Tot grote ergernis van mij. Eerst was er het klimaataspect. Niet enkel geven wetenschappers eindelijk toe dat ze hun data vervalsten om de nare waarheid voor hun tonnen subsidies te camoufleren. Het klimaat warmt volgens hun eigen metingen immers al tien jaar lang niet meer op! Als kers op de taart voor de klimaatsceptici die in Kopenhagen eindelijk een zeker forum wisten te verwerven begon het op de slotdag van de VN-klimaatconferentie in gans Europa ongezien hard te sneeuwen. Zelfs België waar we het in die periode al decennialang zonder sneeuw hebben moeten stellen, baadde met Kerstmis onder een prachtwit sneeuwtapijt. Net alsof de Schepper ons zelf wilde uitleggen dat er met het klimaat niets aan de hand is en we de alarmistische nonsens zeker niet moeten geloven. Maar los daarvan, toonde de sneeuw ons ook weer het ware gelaat van onze overheid die weerom niet in staat bleek om de continuïteit van haar dienstverlening naar de burgers toe te verzekeren.

In Brussel waren het veelal de bedrijven in kantorenzones zelf die de straten sneeuw- en ijsvrij gemaakt hebben. In de Europese Wijk waren het dan weer de veiligheidsagenten van de EU-instellingen die de straten bestrooid hebben. En echt niet omdat dit tot hun takenpakket behoorde, maar gewoon omdat de stad Brussel haar basistaken alweer niet wou of kon uitvoeren. Net zoals de EU-instellingen tegenwoordig ook buiten hun gebouwen eigen personeel inzetten om de veiligheid van hun werknemers te garanderen nadat in oktober bleek dat zelfs EU-Parlementsleden vogels voor de kat zijn als het op straatcriminaliteit aankomt, gebeurde de laatste weken hetzelfde met de strooi- en sneeuwruimtaken. Van de miljarden euro’s die de stad en het gewest Brussel jaarlijks krijgen voor het vervullen van hun taak als Europese hoofdstad geen spoor. Waarschijnlijk worden die fondsen gebruikt om de OCMW-kas en andere geldverslindende “publieke” diensten te financieren. In een stad met 50% vreemdelingen en 50% werkloosheid lijkt dat misschien normaal, maar als daardoor de basisdiensten (veiligheid en mobiliteit) niet langer verzekerd worden, moeten we hier dringend vraagtekens bij beginnen plaatsen.

Het probleem beperkt zich niet tot Brussel alleen, hoewel de situatie daar waarschijnlijk wel het meest schrijnende is, ook andere gemeenten blinken uit in wanbeleid. Het was de burgemeester van Gistel die vorig weekend in het VRT-journaal rustig mocht komen zeggen dat hij enkel nog de hoofdwegen zou laten strooien en dat de burgers af moesten stappen van de idee dat het “de taak van de gemeente was om in alle woonwijken te strooien”. Tot zover dus de kijk van de politici op het beheer van de mobiliteit in hun stad of gemeente. Niemand sprak er de Gistelse burgervaarder op aan. Ik weet niet hoeveel files en ongevallen dit wanbeleid in Gistel met zich meegebracht heeft en hoeveel burgers hun schade hebben durven verhalen bij het stadsbestuur dat nochtans bij wet verplicht is om de continuïteit van haar dienstverlening te garanderen, maar ik vermoed dat de slaafse inwoners die de arrogante prietpraat van hun burgemeester zonder verzet aanvaard hebben achteraf even slaafs zelf de rekening betaald hebben. De verstaatsing heeft de verwachtingen van mensen verstoord. De staat moet in de eerste plaats voor veiligheid en infrastructuur instaan. Nu worden de middelen weggeroofd bij de productieven om luiaards en oude-van-dagen te subsidiëren in hun niets doen terwijl de wegen onberijdbaar zijn en blijven.

Moest de overheid het beheer van de infrastructuur aan privé-spelers overlaten of de burgers verplichten zelf zorg te dragen voor hun wegen, dan zou ik dat normaal vinden, maar dan moeten de belastingen wel omlaag. Nu bleek weerom dat geld dat geïnd wordt om de mobiliteit te garanderen niet gebruikt wordt om die taak te vervullen maar om andere verspilzuchtige programma’s te financieren die niets van doen hebben met mobiliteit.
Mensen die hun stoep niet sneeuwvrij maakten, werden beboet, maar aan overheden die hun werk niet deden werd helemaal niet geraakt. We zijn opnieuw onderdanen geworden. Ik heb me verder ook gestoord aan de lamzakmentaliteit van de Vlamingen. In Londen waren alle bedden bezet omdat werkende mensen daar massaal in hotels overnachtten om op tijd op hun werk te zijn. In Vlaanderen moest UNIZO letterlijk een smeekbede houden om het absenteïsme in te dijken. Geen wonder dat Vlaanderen economisch aan het vergaan is terwijl andere landen in Europa en daarbuiten resoluut voor groei kiezen, en dit niet zozeer in het beleid maar wel in de mentaliteit van de gewone mensen. Vlaanderen is een regio van klagers geworden en het krijgt dan ook stilaan wat het verdient. Het is eigenlijk gewoon wonderbaarlijk dat er überhaupt nog fabrieken en multinationals in Vlaanderen overblijven.

Het gebrek aan kritiek op de overheid stond in schril contrast met de situatie in andere EU-landen zoals het Verenigd Koninkrijk. Ook daar faalde de overheid in haar kerntaken, maar daar hoorde je wel zéér kritische geluiden in de pers. Ik was in Londen uitgenodigd voor de “Happy Capitalist Christmas Reception” van de “Libertarian Alliance” met de voorstelling van de nieuwe IEA-directeur Mark Littlewood, en las er vlak voor Kerstmis dit vlijmscherpe editoriaal in de “Evening Standard”: “In the circumstances, it is remarkable how well most Londoners respond, with many keeping an eye out for elderly neighbours. Most people go to work, some even by staying in hotels. We, the overburdened tax-payers, keep calm, and carry on, which is more than can be said for those whose job it is to ensure that roads, tracks, runways and pavements are safe.” En dan heb ik het nog niet eens gehad over de overheidsgestuurde diensten die niets met haar kerntaken te maken hebben, maar het ook één voor één begaven. De luchthaven van Zaventem moest zonder meer dicht en de Eurostar reed gewoon niet meer, naar verluidt door “too fluffy snow” (sic!). Als je in Zwitserland of Colorado zou vertellen dat treinen en luchthavens niet meer functioneren door een beetje sneeuw, je wordt meteen voor gek verklaard. In België, waar we elk jaar met zijn allen lekker gezellig 55% van ons loon aan de staat afstaan, is dat de normaalste zaak van de wereld.

Tenslotte wil ik dit nog even in een ander perspectief plaatsen. Zelfs voordat “Government Rail” weerom bewees dat overheden niet in staat zijn om een trein- of welke andere onderneming ook te runnen, had ik vluchten met VLM/CityJet in plaats van de Eurostar geboekt. Ik vertrok naar Londen op 22 december. De luchthaven van Zaventem was dicht en de Eurostar reed niet. Duizenden passagiers waren in Londen gestrand. Mijn vlucht zat stampvol en vertrok probleemloos op tijd. Die dag had VLM zelfs vier extra vluchten ingelegd tussen Antwerpen en Londen City, niet voor de mooie ogen van de passagiers maar omdat er toen vraag naar was en VLM daar aardig wat extra geld uit kon puren. Iedereen tevreden dus. Mensen konden hun reis toch volmaken en de maatschappij kon haar inkomsten verhogen. Het verschil met de falende overheden kon niet duidelijker zijn. Maar ook hier komt het groene gevaar om het hoekje piepen. Hadden de groenen hun slag thuis gehaald, dan waren alle vluchten van minder dan één uur bij wet verboden geweest. In dat geval had ik op 24 december uit Londen geen terugvlucht naar België kunnen nemen en was ik - door het defect van de Eurostar - voor Kerstmis niet meer thuis bij mijn familie kunnen geraken. Het zegt veel over de dogmatische fundamenteel onmenselijke instelling van de eco-fascisten dat ze liever hebben dat mensen ver van hun familie in het buitenland vast zitten met de feestdagen dan dat ze een vlucht nemen en zo een miniem stukje van een boompje zouden kunnen kapot maken.

Dit commentaarstuk van mij verscheen ook elders op het Internet.

Meer over die nieuwjaarsreceptie op www.libertarian.co.uk.

Each year I take part in a reunion dinner of old school classmates. The talk often turns to politics, as my friends know my interests all too well. This reunion, after a bout of banker bashing, one friend stated thet “capitalism is dead.” Admittedly, by this time my classmates had consumed a few drinks, but it startled me to see others nodding their heads. But upon reflection, who can blame them? That is what they have seen. We have nationalised our banking industry. Government spending has rocketed. Taxes are up. Regulation is back. Class war is encouraged. Capitalism is in a great deal of trouble. Government intervention, command control and state ownership -- in the whole of Europe and beyond -- are back in fashion. But over the past 150 years, capitalism has more than proved its worth. The parts of the world where it has been let loose have flourished; the parts where it has been held back have languished.

The importance of capitalism is not just driven by economics. A critical reason why capitalism has been such a success is that its sits well with human nature -- our desire for liberty and prosperity. Communism eventually collapsed because it relied on a total restriction of individual freedom to survive. It murdered millions just to avoid criticism. As long as people want to improve their living conditions, earn more than their parents did, own their own home and car, go on holiday, travel the world and buy cool, but perhaps even useless, things, they will need a mechanism that allocates scarce resources far more efficiently than a repressive state. Capitalism might not be perfect, but if you want real prosperity and genuine freedom, it is essential. And let me be clear about this, the recent crisis does not in any way denigrate capitalism or undo its achievements. Capitalism has always engendered crisis, and always will. Bubbles and busts are part of the “package”. You cannot have the fruits without the weeds.

What is critical is that we learn from each crisis, and that governments refrain from actions that are driven by short-term populism or rhetorical demagogy. A weak populist argument, as made by my friends that day, is that the capitalist model has failed. Critics of “Anglo-Saxon capitalism”, like French President Nicolas Sarkozy, claim that the Thatcher and Reagan reforms of deregulation and privatisation planted the seeds of the current crisis. If this idea continues to gain ground, it will become harder for us to sell the public sector reforms we need, in order to create choice in, for example, education and health. The reality is, of course, that it is these very reforms that led to 30 years of wealth and freedom on a huge scale. Even after accounting for the current recession, British and American people have left the last decade a lot wealthier than when they entered it.

More reasonably, critics can argue that modern finance contributed to the crisis. Some banks took extreme risks, and the balance of risk and reward was skewed throughout the financial chain. Yet, these failures can’t be blamed on deregulation at all. We all now know that the central banks deliberately kept interest rates too low for too long, leading to a boom in virtually all asset prices. Heavier regulation is definitely not the answer. Countries, such as Japan, with even more highly regulated financial systems than Western countries did not manage to avoid the crisis either. We all know that more regulation is not the solution, but for politicians that champion the free market, it may seem utterly mad to promote their views at this point in time. However, if we are to get out of this mess and avoid the slide towards more state intervention and less liberty, promote it, they must. The danger is one of over-correction. In an attempt to protect ourselves from the weeds that capitalism might produce, we risk stifling the ambitions and entrepreneurial activity we need for growth.

It is not surprising that when I speak with business people, they believe that 2010 will be a critical year in determining our economic direction for years to come. We need to cut wasteful government spending and get the budget deficit under control. We need to re-discover that cutting taxes and cutting red tape will lead to more prosperity and sustainable economic growth. Crucially, we need to take powers back from the European Union -- because if we don’t, we may find that no matter how hard a national government works to promote open markets and choice, we will find state intervention coming in through the back door. Whilst taking on board the lessons learned through this financial crisis, we would do well to recall the mission of the British Conservative government elected just over 30-years ago -- led by a virtually unknown daughter of a grocery store -- owner, and “to roll back the frontiers of the state” once again. It is the only way to guarantee the people the prosperity and liberty they are entitled to.

Dit opiniestuk van Sajid Javid verscheen oorspronkelijk op de liberaal-conservatieve Britse weblog "Conservative Home".

Meer teksten van deze ondernemer op www.conservativehome.com.

Het Brussels afscheid van Jens-Peter Bonde

"Het Verdrag van Lissabon is een schitterend verdrag." Met deze provocerende uitspraak wist Jens-Peter Bonde vanaf het begin de aandacht van de vele aanwezigen te winnen. "Een schitterend verdrag voor de overbetaalde mensen in de hoge gebouwen die jullie hier in deze omgeving zien, maar een slecht verdrag voor de overbelaste mensen in de straten." De toon was gezet voor de allereerste "Libertarians in Brussels"-gespreksavond van de "Mises Youth Club" in het Brusselse café "Le Faubourg" -- dat zich trouwens letterlijk in de schaduw van het Berlaymontgebouw bevindt. Een 35-tal geïnteresseerden, waaronder ook een groot aantal nieuwe gezichten, maakten hier op woensdagavond 16 december jl. hun opwachting. Het idee om in Brussel eens een sociaal convivium voor libertariërs en andere vrijheidslievenden te organiseren, kwam wel van Pieter Cleppe, maar uiteindelijk was het toch de "Mises Youth Club" die het uitwerkte en mogelijk maakte. Vanaf nu zullen we ook trachten om elke maand zo'n "Libertarians in Brussels"-avond te organiseren.

Jens-Peter Bonde is zeker geen onbekende voor uw dienaar. Ik heb het genoegen gehad om in 2009 gedurende zes maanden met hem samen te werken op de hoofdzetel van "Libertas" in Brussel, en heb voor deze oude veteraan uit de Europese politiek alleen maar respect. Bonde was dertig jaar lang lid van het Europees Parlement en wist zeker en vast zijn stempel op die instelling te drukken. De gespreksavond vorige maand was het laatste publieke optreden van Bonde, die vorig jaar op pensioen gegaan is en met de Kerstdagen definitief naar zijn thuisland Denemarken teruggekeerd is. In het EU-Parlement stond Bonde bekend als "Mister Transparency" omwille van zijn inzet voor transparantie, verantwoordelijkheidszin en democratie binnen de EU-instellingen. Zijn vrouw, Lisbeth Kirk, deelt de kritiek van haar man, en lag zelf op haar beurt aan de basis van de oprichting van de "EU Observer": het enige private en onafhankelijke nieuwsportaal over de Europese Unie dat ook een forum geeft aan minder regimevriendelijke stemmen en steevast kritisch blijft tegenover achterkamerbeslissingen en corruptie.


Bonde was ook een Euroscepticus van het eerste uur. Hij militeerde als jongeman bij de Deense Communistische Partij, richtte het anti-establishmentmagazine "Notat" op en stond mee aan de wieg van de "Deense Volksbeweging tegen de EU" in de jaren '70. Over de jaren heen evolueerde Bonde op politiek vlak meer en meer naar het centrum, en tussen 1994 en 2009 stond hij vijftien jaar lang aan het hoofd van drie verschillende ultra-rechtse fracties waaronder de "Independence/Democracy Group" rond UKIP. Bonde richtte na het Verraad van Maastricht een eigen partij op in Denemarken, de "Juni Beweging", en deed dat later nog eens dunnetjes over op EU-niveau met de "EU Democrats". Binnen de instellingen richtte hij met Hans-Peter Martin het "Platform for Transparency" en met Daniel Hannan de "SOS Democracy"-werkgroep op. Bonde maakte eveneens deel uit van de Europese Conventie en was daarin de woordvoerder van het kamp dat zich tegen de consensus rond de Europese Grondwet verzette.

Jens-Peter Bonde is zelf zeker geen libertariër maar wel iemand met gezond verstand in verscheidene maatschappelijke domeinen. Zijn zoon studeerde in de VS en werd daar een grote fan van Ron Paul. Geen wonder dus dat het libertarisme bij Bonde best wel een bekende filosofie was. Bonde vertelde ons over zijn wedervaren in het EU-Parlement en over hoe zijn eigen opvattingen met de jaren veranderd zijn. Hij gaf ons duiding bij de meest stupide EU-reguleringen, drukte zijn angst uit over de toenemende "Big Brother"-mentaliteit van de EU, spreidde zijn onvrede over het alsmaar groter wordende democratische deficit ten toon, en stelde duidelijk dat fiscale harmonisatie het einde van de Europese welvaart zou betekenen. Bonde zei dat hij nu meer Eurosceptisch is dan ooit tevoren, en trok democratie zelfs als ideaalbeeld in twijfel. Op EU-niveau zou democratie volgens hem veel positief kunnen veranderen, maar of het systeem echt overal en altijd optimaal is, liet hij in het midden. Hij trok ook van leer tegen de verbureaucratisering van de instelling en de verkinderlijking van het maatschappelijke debat, zowel op EU- als op nationaal niveau.


Jens-Peter Bonde werd een grote fan van José Manuel Barroso toen die in 2005 als eerste Commissievoorzitter ooit de agenda's van de geheime EU-werkgroepen publiek maakte. Jammer genoeg kwam er van zijn andere beloften maar weinig in huis. Bonde schreef ook al meer dan 60 boeken over Europese zaken en kondigde vorige maand op onze gespreksavond aan dat hij sinds kort met fictie begonnen is. In 2005 was hij de grondlegger van de "Foundation for EU Democracy", een denktank die onder leiding van zijn Ierse vriend en medestrijder Anthony Coughlan werkt aan openheid, transparantie en democratie binnen de instellingen. Tenslotte lanceerde Bonde enkele jaren geleden ook het "euABC": een onafhankelijk webportaal dat alle informatie over de EU bundelt in een handige verklarende begrippen- en woordenlijst. De avond was zeker en vast geslaagd, en Bonde waagde zich ook aan een voorspelling. Zo zou het nieuwe EU-Parlement haar legitimiteit enkel maar kunnen openbaren door minstens één voorgedragen EU-Commissaris te wraken. Met de "hearings" op de agenda deze week, ben ik alvast benieuwd of Bonde het ook hier bij het rechte eind heeft.

Dit activiteitenverslag verscheen ook elders op het Internet.

Meer over deze kleurrijke politicus op www.bonde.com.

Libertarian.be op een absoluut hoogtepunt

Deze weblog bestaat al sinds oktober 2005 en bevat momenteel op de kop een 780 artikels in drie verschillende talen en over een wel zéér brede waaier aan genres en onderwerpen. In de beginjaren stond de tweestrijd tussen links en rechts centraal, en domineerden actuele binnenlandse thema's op deze weblog. Later kwamen de ideologische presentatie-essays en boekbesprekingen. Tegenwoordig zwaaien dan weer evenementenverslagen en commentaren over de brede internationale actualiteit de plak op deze blog, hoewel ook andere thema's nog steeds veelvuldig aan bod blijven komen. In begin 2009 linkten 172 weblogs wereldwijd naar Libertarian.be op hun blogroll. Vorige week hebben we de kaap van 250 blogroll-links weten ronden. Libertarian.be maakt tegenwoordig deel uit van de blogs "In Flanders Fields" (sinds 2006), "De Vrijspreker" en "Meer Vrijheid" (sinds 2007) en "Het Vrije Volk" (sinds 2008). De engagementen van deze blog bij de online-projecten "8-Mei" en "VRT Watch" werden stopgezet, en een samenwerkingsaanbod met de conservatieve Engelstalige blog "The Brussels Journal" werd voorlopig afgeslagen, maar dit zal zeker opnieuw geëvolueerd worden. Ik blijf immers een grote fan van die weblog.

Ook het lijstje niet-internetgeboden media waarin teksten uit deze blog geciteerd of overgenomen zijn, blijft aandikken. Naast natuurlijk alle minder bekende (leden)blaadjes allerhande is deze weblog in "De Standaard" en "National Review" (2007), in "Knack", "Joods Actueel", "Doorbraak" en "The Wall Street Journal" (2008), en in "New Europe", "The Washington Times", "Chronicles Magazine" en "Young American Revolution" (2009) aan bod gekomen. In 2009 kreeg deze blog ook de opdracht om een EU-kritiekartikel te schrijven voor de Amerikaanse magazines "Human Events" en "The American Conservative", en mocht ik als gastspreker op een juristensymposium aan de Universiteit Hasselt een uiteenzetting komen geven over het libertarisme en het recht. In 2009 verschenen er in totaal 202 artikels op Libertarian.be, wat een nieuw record is, en ook het aantal inzendingen van derden heeft in 2009 een ongezien hoge vlucht genomen, net als het gemiddelde aantal reacties per artikel dat nu op 11 stuks staat. Iets om echt wel op trots te zijn eigenlijk. Maar uiteindelijk ben ik nog het meest tevreden met de bezoekersaantallen van mijn blog. In 2009 kreeg Libertarian.be in totaal 91,614 unieke bezoekers over de vloer die samen goed waren voor 155,746 pageviews. 251 unieke bezoekers per dag vonden hun weg naar mijn blog in 2009 en elke bezoeker las per bezoek gemiddeld 1,7 teksten. Het doel voor 2010 is op naar 100,000 'visits' en 180,000 'views'. Libertarian.be heeft als blog duidelijk een eigen plek in het debat veroverd en bevindt zich zeker op een historisch hoogtepunt.

Ik wil bij deze al mijn trouwe en minder trouwe scribenten, lezers en reageerders van harte bedanken voor hun toewijding en steun.

Meer statistieken over mijn blog op www.sitemeter.com.

Met verbazing namen we kennis van de voorstellen van PS-voorzitter Elio Di Rupo om prijscontroles te gaan invoeren voor "essentiële producten". Wij betwijfelen niet dat dit voorstel ingegeven is door goede bedoelingen, met name een bekommernis voor de armen in onze samenleving. Ook wij, als liberale studenten, zijn immers bezorgd om de koopkracht van elkeen in deze tijden van economische terugval en massawerkloosheid. Maar wij willen er evenwel op wijzen dat het invoeren van prijscontroles een totaal fout antwoord is op dit probleem. Dergelijke ingrepen zullen onbedoelde gevolgen met zich meebrengen die nadelig zijn, faliekant zelfs, voor onze economie en voor net diegenen die Elio Di Rupo met deze maatregel denkt te willen beschermen. Sommige politici denken dat ze met wetten elk aspect van de wereld kunnen verbeteren. Maar wetten hebben hun grenzen. De zwaartekracht kan niet veranderd of afgeschaft worden door een wet en hetzelfde geldt voor economische wetmatigheden. Als men dit probleem wilt oplossen moet men het eerst leren begrijpen. Een persbericht.

Prijzen zijn geen willekeurige getallen of het gevolg van de "hebzucht" van ondernemers. Zij vormen het resultaat van de vraag naar en het aanbod aan bepaalde goederen en diensten. De prijs van een goed is het evenwicht tussen wat de aanbieder wilt krijgen en wat de consument daarvoor wilt betalen. Prijscontroles verstoren dit evenwicht en leggen een onredelijke prijs op aan de aanbieders van de geviseerde goederen. De reactie van de aanbieders zal zijn om minder goederen te voorzien, ze krijgen er immers niet langer de verhoopte prijs voor terwijl hun productiekosten dezelfde zijn gebleven. Zij zullen zich toeleggen op de productie van andere, eventueel gelijkaardige, producten waarvan de prijs niet door de overheid wordt vastgelegd. Of erger nog: zij zullen gedwongen worden om de productie te stoppen met faillissementen en ontslagen tot gevolg. Het resultaat van deze goedbedoelde maatregel zal dus een afname zijn van de beschikbaarheid van deze "noodzakelijke goederen" en dat zal in de eerste plaats net die mensen treffen die deze goederen en diensten het meest nodig hebben. Als verantwoordelijke liberale studenten kunnen we dit hier maar niet genoeg benadrukken.

De geschiedenis heeft bovendien meermaals bewezen dat gedicteerde maximumprijzen niet werken. Een overheid is gewoonweg niet in staat om correcte prijzen te bepalen. Ze beschikt hiervoor niet over voldoende kennis of inschattingsvermogen. Dat is net de reden waarom we dit moeten overlaten aan een eerlijk en evenwichtig systeem: de vrije prijsbepaling door consument en producent. In deze probleemsituatie kunnen we niet toelaten dat deze economische en historische kennis overboord wordt gegooid. Integendeel: een probleem moet aangepakt worden met kennis van zaken. Prijscontroles hebben een effect dat ingaat tegen de bedoeling van de maatregel. Ze zijn een gevaar voor de koopkracht van de consument en de overleving van middelgrote en kleine ondernemingen. Eveneens wensen we hier te benadrukken dat de overheid in deze tijden van crisis de plicht heeft om consumenten en producenten te ontzien van bijkomende moeilijkheden. Als Elio Di Rupo echt bezorgt is om de hoge prijzen van consumptiegoederen moet hij voorstellen doen die de fiscale lasten naar omlaag halen en de overheidsuitgaven onder controle krijgen. De huidige fiscale lasten en de toekomstige schuldenlast zijn immers veel grotere bedreigingen voor onze welvaart. Als onze samenleving eindelijk eens bevrijd zou worden van dat immense overheidsbeslag zal de economische heropleving die daarmee gepaard gaat ongetwijfeld een stijging van de koopkracht voor iedereen genereren. En dat is de enige échte oplossing voor dit probleem.

Het Liberaal Vlaams Studentenverbond (LVSV) is een onafhankelijke studentenvereniging die al sinds 1937 de liberale studenten in de zes Vlaamse universiteitssteden verenigt en een consequente liberale koers bepleit binnen het politieke landschap. Het LVSV is momenteel aanwezig in Leuven, Antwerpen, Gent, Kortrijk, Brussel en Hasselt. Dit communiqué werd ons door LVSV-voorzitter Jan Hayen bezorgd. De tekst werd lichtjes aangepast om aan het format van deze blog te voldoen. Aan de inhoud of boodschap werd niets veranderd.

Meer persteksten van de liberale studenten op www.lvsv.be.

Counter-Consensual Climate Change Conference

Heeft de mens het klimaat beïnvloed? Dat was de vraag waarover een hele resem internationaal gerenommeerde wetenschappers en commentatoren zich onlangs in het Europees Parlement gebogen hebben. Op 18 november jl., vlak voor het uitlekken van de vervalste IPCC-emails en nog weken voor de mislukte klimaattop in Kopenhagen dus, zakten een dikke tweehonderd geïnteresseerden af naar Brussel om er de daglange “counter-consensual climate change conference” van Roger Helmer bij te kunnen wonen. Roger Helmer is Europarlementslid voor de Britse Conservatieven, erevoorzitter van de Britse libertarische denkgroep “The Freedom Association” en een oude bekende van ondergetekende. Helmer laat ook zelf geen kans onbenut om zijn klimaatsceptische argumenten te verspreiden. Zo schreef hij in de lente van 2009 voor rekening van de “Bruges Group” nog een zéér interessante paper over de vermeende anthropogenische klimaatsverandering. De autoriteiten van het Europees Parlement deden nog hun best om de conferentie te verbieden, net zoals het pro-tabakscongres van januari 2009, maar tevergeefs. Ook uw dienaar tekende natuurlijk present. Voor de eerste keer in een eeuwigheid kon je in Brussel immers eens een ander, meer wetenschappelijk en minder dogmatisch, geluid over deze materie horen.

Roger Helmer wijdde zijn inleidingstoespraak aan het latente gebrek aan waarachtig debat in de discussie rond de vermeende opwarming van de aarde, en ook co-host Giles Chichester, de voorzitter van het “European Energy Forum”, sprong hem daarin bij. Volgens Chichester zouden de groene alternatieven voor onze huidige energieproductie volledig ontoereikend zijn en zouden de ecologisten meer bezig zijn met hun eigen Grote Gelijk dan met het aanreiken van échte oplossingen voor de échte problemen. Chichester zegt vooral te willen ijveren voor energieonafhankelijkheid en volgens hem is dat de enige rationele manier om het probleem te tackelen. Chris Horner van het “Competitive Enterprise Institute” schreef onlangs het boek “The Politically Incorrect Guide to Global Warming” en kwam in Brussel het lijvige onderzoek van zijn denktank voorstellen. De gemeten opwarming van 0,7° in de laatste eeuw ligt volgens hem geheel in lijn met de evolutie van de eeuwen daarvoor en is helemaal niet iets om ons zorgen over te maken. Daarbij bewijst die constante opwarming over de eeuwen heen, dus ook van voor de industriële revolutie, de nonsens van “man-made global warming”.

Lord Lawson van Blaby, gewezen financiënminister van Groot-Brittannië, drukte zijn vrees uit voor het kostenplaatje van de groene ideeën en deed een oproep om eerst absolute zekerheid over oorzaak-gevolg te hebben alvorens de welvaart van de komende generaties zo zwaar te gaan hypothekeren. Professor David Henderson van de Westminster Business School trok niet enkel de wetenschappelijke grondslag van de alarmistische klimaatidee in twijfel, maar ook de zwaar onderschatte economische gevolgen van de groene ingrepen. Verder liet hij op de conferentie een ballonnetje op over de geheime internationalistische agenda van de linkse “believers”. Zij zouden aan “global salvationism” lijden en de heersende klimaathype gebruiken om hun droom van een éénwereldregering onder VN-vlag te kunnen waarmaken. Econoom Roger Bootle analyseerde voor ons de verschillende “groene belastingen” die de laatste jaren in Europa het licht gezien hebben. Bootle noemde deze “waanzinnig” en stelde onverbloemd vast dat de klimaathype ook door de overheden misbruikt wordt om “stealth taxes” in het leven te roepen die eigenlijk niets met het klimaat van doen hebben maar gewoon dienen om de failliete socialistische welvaartsstaten te spijzen.

Professor Benny Peiser van Liverpool University had het over het heersende alarmisme (“the relentless outpouring of apocalyptic disaster scenarios”) in ecologische middens en over de hysterische campagnes van internationaal links in deze zaak. “Waarom moeten ze zoveel lawaai maken en het debat in die mate uit de weg gaan, als ze toch pretenderen de waarheid aan hun kant te hebben?” was de terechte slotbemerking van professor Peisser. Neil O’Brien schreef voor “Open Europe” een paper over het nieuwe “Emissions Trading Scheme” van de EU en kwam zijn bevindingen met ons delen. Volgens O’Brien is het ETS op leest van de grote oliebedrijven geschreven en zal het de belastingbetalers honderden miljoenen kosten zonder dat het ook maar een beetje zou bijdragen tot een duurzame reductie van de CO2-uitstoot in de Europese Unie. James Dellingpole is een Britse onderzoeksjournalist die momenteel bij “The Daily Telegraph” onder dak is en al maanden een verwoede kruistocht voerde tegen de leugens en het bedrog in het klimaatverhaal. Hij kwam ons in Brussel duiding geven bij zijn recentste ontdekkingen. Het was toen zeker al interessant, maar dat zou het eigenlijk een week later pas helemaal geweest zijn wanneer hij een heuse celebrity werd door o.a. de ontdekking van de IPCC-vervalsingen wereldkundig te maken.

Ontwikkelingseconoom Julian Morris is verbonden aan het “International Policy Network” en klonk zeer verontrust. Volgens hem is de derde wereld helemaal niet begaan met de klimaathype. Ze krijgen extra “hulp” voor de neus gehouden in ruil voor hun steun voor de Westerse push naar globale klimaatmaatregelen. Volgens Morris zou dit op termijn nochtans net ten koste gaan van de landen op weg naar ontwikkeling. Zij hebben ruimte en kansen nodig om hun eigen economieën op te bouwen, zonder klimaatnonsens. Ook een vertoning van de “Channel 4”-documentaire “The Great Global Warming Swindle” stond op het programma, net als een ogen openende powerpoint met foto’s en geschreven getuigenissen van de middeleeuwen tot vandaag waaruit zeer duidelijk te zien is dat het ijs op de Noordpool vandaag niet dunner is dan pakweg 200 jaar geleden en dat er in de zogenaamde “koude” jaren voor de menselijke CO2-revolutie al schepen tot op de Noordpool konden varen in de winter.

De professoren Anthony Watts en Fred Goldberg zijn beide lid van het NIPCC, waarbij de "N" voor "Non-Governmental" staat, en kwamen de “hockey stick fallacy” van de klimaatgelovigen becommentariëren. Zij stoelden dit op het onderzoek van de Canadese statisticus Ross McKitrick van Ontario University uit 2007. Nog voor de gelekte e-mails waarin deze vervalsing toegegeven wordt, had McKitrick de leugen immers zelf al doorprikt. Dr. Henrik Svensmark van het Deense Ruimteagentschap legde in heldere taal uit dat buitenaardse wisselingen van zonnestraling de klimaatsveranderingen veroorzaken en dat de mens daarin geen enkele rol van betekenis speelt. Professor Tom Segelstadt van de universiteit van Oslo legde ons dan weer uit dat de uitstoot van CO2 het klimaat niet zou opwarmen, maar net zou afkoelen, wat de ganse groene hypothese meteen onderuithaalt. Maar uiteindelijk waren het de “keynote speeches” van professor Fred Singer, zelf een vooraanstaand lid van het “International Panel on Climate Change”, en econoom Hans Labohm, oud-voorzitter van het wetenschappelijk bureau van het Nederlandse Instituut voor Buitenlandse Betrekkingen “Clingendael”, die nog het meeste indruk maakten. Singer smashte de wetenschappelijke onderbouw van het IPCC-rapport en Labohm deed exact hetzelfde met de economische OESO-analyse van de voorgestelde VN-maatregelen.


Dit verslag verscheen ook elders op het Internet. Als toemaatje voeg ik aan deze tekst ook nog één van mijn favoriete bumperstickers toe.

Podcasts van alle speeches via www.rogerhelmermep.wordpress.com.