For our heritage and freedom ! Home | About | Contact | Vincent De Roeck | Liberty Quotes | The Free State | In Flanders Fields | Nova Libertas | Feeds |

De zieke man van West-Europa

Enkele weken geleden werd het nieuwe “Global Competitiveness Report” van het Wereld Economisch Forum vrijgegeven. 131 landen werden in dit rapport op basis van hun internationale concurrentiekracht gerangschikt. De stand van zaken in België is er volgens het WEF één van continue status quo, en dat is zeker géén goede zaak, hoewel België dit jaar wel vier plaatsen wist te klimmen in de index tot op de 20ste plaats. België kon “profiteren” van (nog) slechtere prestaties in andere Zuid- en niet-Europese landen, maar hoort op concurrentievlak nog steeds bij die (arme) Mediterrane landen. België moet niet enkel de VS en Canada, maar ook alle Scandinavische landen laten voorgaan. Ook in vergelijking met onze buurlanden presteert België ondermaats. Duitsland prijkt op 5, het VK op 9 en Nederland op 10. De “zieke man van Europa” Frankrijk klopt ons zelfs met zijn 18de plaats. Deze gegevens zijn zéér onthutsend omdat ze een allesbehalve positief beeld van de Belgische concurrentiekracht en dito economie geven.

Natuurlijk is het niet allemaal miserie in België. Ook dat blijkt uit het rapport. Ons onderwijs, ofschoon té goedkoop volgens de OESO, scoort zéér hoog in de rankings, net als onze infrastructuur en onze graad van “sofisticering” (automatisering, efficiëntie, rendement van kapitaalinvesteringen, …), maar in tal van domeinen neemt het negatieve de bovenhand op deze concurrentievoordelen. Belgische ondernemers sakkeren op de stroeve arbeidsregels, de ingewikkelde belastingsystemen, de inefficiëntie van de overheid, de bureaucratische rompslomp, de gebrekkige juiste kwalificaties van het personeel en, natuurlijk, de veel té hoge belastingvoeten. Deze verzuchtingen komen ook aan bod in het rapport. Volgens het WEF zijn de grootste knelpunten in België de rigiditeit van de arbeidsmarkt, de belastingdruk, de kwaliteit van het overheidsapparaat en de torenhoge Belgische staatsschuld.

Het gerenommeerde onderzoeksinstituut IDW gaf in dezelfde week als het WEF ook een rapport vrij. Daarin gaf het aan dat de uurloonkosten van een gemiddelde Belgische arbeider 8,4% hoger liggen dan het gemiddelde in Duitsland, Frankrijk en Nederland. VBO-topman Pieter Timmermans bond er ook geen doekjes rond en wees onmiddellijk op de grote verantwoordelijkheid van de vakbonden in deze materie. Hij verklaarde kort na het verschijnen van beide rapporten onverbloemd het volgende:
Ons land scoort qua concurrentiekracht minder goed dan onze directe concurrenten. (…) De vakbonden die de loon- en andere handicaps blijven ontkennen, zijn de molensteen om de nek van de Belgische werkgevers.
En ook Rudy Aernoudt gaf zijn kijk op deze rapporten, maar hij behield wel zijn gekende positieve ingesteldheid. Gesterkt door de economische realiteit in Europa, met nog amper 3,5 miljoen werklozen in Duitsland en een eizona volledige tewerkstelling in Vlaanderen om maar twee voorbeelden te noemen, doet Aernoudt een pleidooi voor een ideologische kentering. Hij wil de vakbonden en de marktrigiditeit aanpakken.
Socialistisch minister Peter Vanvelthoven stelt dat ondernemers lui zijn en dat ze meer moeten aanwerven en opleiden. Hoogst eigenaardig is dat, op een moment dat de ondernemers schreeuwen om meer arbeidskrachten om hun groei te realiseren (…) Het recht op werk werd definitief verworven in 1831 op het syndicaal congres van Lyon. Het is dat recht dat werklozen zouden moeten kunnen realiseren, en daarom moeten de syndicaten hun rol herdefiniëren. Het wordt ook tijd dat zij de vertegenwoordigers van werkenden en van het recht op arbeid worden.
In tegenstelling tot de Belgische overheden of het tot onfeilbaar en heilig opgehemelde “maatschappelijk middenveld”, zijn de economen en analisten in België het wel eens over de échte problemen van de Belgische economie. Geleidelijk aan zou er toch ook iets van deze kant door moeten sijpelen in de echelons van onze financiële overheid, maar zo ver zijn we klaarblijkelijk nog niet. Vorige week maakte de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) zijn nieuwste cijfers bekend over de Belgische loonhandicap tegenover die van onze buurlanden. Het rapport van de CRB had meer iets weg van een zegebulletin dan van een weloverwogen en evenwichtig rapport. Tussen 1996 (wanneer de “loonnorm” ingevoerd werd) en 2006 verloor België 1,2% terrein tegenover zijn buurlanden, en tussen 2006 en de prognoses van 2008 “slechts” 0,4%. Deze gegevens waren voor de CRB voldoende om de loftrompet af te steken over het geleverde werk. Men kan de woorden “een uitstekende prestatie” zelfs letterlijk terugvinden in dat rapport.

Maar de CRB slaagt de bal compleet mis, zoals ook de kersverse Trends-hoofdredacteur Guido Muelenaer terecht opmerkt in zijn column “Schaf de automatische indexering af”. Volgens Muelenaer heeft de OESO immers nieuwe cijfers in voorbereiding waaruit zou blijken dat de reële loonhandicap in België niet tot 0,4% zou dalen tegen 2008, maar gewoon constant zou blijven op een verder verlies van 1,2%. Volgens de OESO wordt de loonnorm in België met 0,3% overschreden en is ook de hoog oplopende inflatie inzake een boosdoener. Muelenaer trekt aan de alarmbel omdat België (nog) meer geraakt kan worden door de toenemende inflatie. België is immers het enige land in West-Europa waar de inflatiestijging automatisch wordt doorgerekend in de lonen. Ook Guido Muelenaer valt in die materie de vakbonden aan.
Door de vakbonden trappelt elk nieuw hervormingssysteem ter plaatse. Zij willen koste wat het kost de heilige koe van de automatische indexering behouden, met alle funeste gevolgen van dien. (…) Elke loonkostenverlaging doet de vakbonden steigeren. Wie kan het een werkgever straks ten kwade duiden als hij hier de sleutel in de deur omdraait en gaat ondernemen in het buitenland?
Wil België zichzelf opnieuw economisch verheffen, dan zal het zich eens grondig moeten bezinnen over zijn prioriteiten op beleidsvlak en over de échte kerntaken van de overheid. Het populisme van zogenaamde pensioen- en uitkeringverhogingen moet eindelijk eens wijken in de hoofden van de politici voor gezond verstand en ingrijpende maatregelen op vlak van arbeidsmarktbeleid. De vakbonden moeten bepalen aan welke kant ze nu eigenlijk staan, en de overheid moet zichzelf drastisch saneren. De staatsschuld moet aan een veel hoger tempo afgelost worden en de reserves voor de vergrijzing moeten opzij gezet worden, buiten de algemene middelen. De deelstaten die in het geld zwemmen moeten ook hun verantwoordelijkheid nemen in plaats van zichzelf via subsidies allerhande - op korte termijn dan toch - "geliefd" te maken. Het CAO- en indexeringsmechanisme moet herbekeken worden, de arbeidsmarkt moet véél flexibeler zijn en, last but not least, de belastingen moeten drastisch én lineair omlaag. Hervormen we de boel niet, dan zal België blijven wegglijden in de internationale vergelijkingen en zullen we de zieke man van West-Europa blijven. Een uitstekende prestatie?

Deze tekst verscheen ook op LVSVLeuven.be en InFlandersFields.eu.

Meer economische rapporten op www.weforum.org.

9 Reacties:

At 16:23 Anoniem said...

"eizona volledige tewerkstelling in Vlaanderen" ???

Sinds wanneer is een fluxi-werkloosheid van méér dan 5% aanvaardbaar? In de jaren 1970 sprak men van een fluxi-werkloosheid van maximum 1,5% ...

 
At 17:29 Anoniem said...

@ Vincent :

Ik ben persoonlijk ook tegen de automatische loonindexering. Het is inderdaad ook een vrij uniek gegeven op wereldvlak, en dus niet alleen in West-Europa zoals jij zegt in je artikel. De prestaties van een onderneming moeten toch bepalen hoeveel de lonen mogen stijgen? Gaat het slecht met de onderneming, dan moeten de lonen zelfs tijdelijk kunnen dalen.

Ik heb trouwens in de media vorige week vernomen dat de Europese Commissie momenteel bezig zou zijn met een richtlijn om de automatische indexering van de lonen in de ganse EU af te schaffen. Dat is toch goed nieuws, niet? Of is alles wat van de EU komt, in jouw ogen slecht ;-)

@ Anonymous :

Ik zie niet wat de "fluxi-werkloosheid" daarbij komt kijken. Ik zie niet waar Vincent dat in zijn tekst aangehaald heeft.

 
At 19:10 Anoniem said...

Ik denk dat "anonymous" doelt op het statement van De Roeck dat Vlaanderen een eizona volledige tewerkstelling kent. De cijfers geven aan dat Vlaanderen te kampen heeft met een werkloosheid van 5 à 6 procent, maar volgens sommigen is dat een "noodzakelijke werkloosheid" om de beste arbeidskrachten op de juiste posten te krijgen. Die "noodzakelijke werkloosheid" noemt men de "fluxi-werkloosheid". Omdat De Roeck spreekt van "eizona volledige tewerkstelling" ging de "anonymous" ervan uit dat De Roeck op die fluxi-werkloosheid doelde. En de "anonymous" heeft gelijk, want in de jaren 1970 sprak men inderdaad van een fluxi-werkloosheid van amper 1 à 2 procent als ideaal.

 
At 11:46 Anoniem said...

Laat ons nu nog eens zeggen hooguit 3%, zoals Zuid-Korea of Denemarken nu. Dat is ook een zaak van definities. Is wie zit uit te kijken naar het bezoek van de VDAB in Antwerpen wel echt beschikbaar? Ik wil hier niet de beschuldiging van racisme krijgen.
Uiteindelijk is de Vlaamse werkloosheid niet hoog, anders is het gesteld met de activiteitsgraad. Straks komt Paul De Grauwe weer zeggen dat er geen vuiltje aan de lucht is.

 
At 11:47 Anoniem said...

Uiteindelijk lees je niets meer dan een plaats in de rangschikking. De achterliggende grond bevat verschillende componenten. Ten eerste valt dit uiteen in private sector en overheid. Ik vrees dat het resultaat voor de component overheid wel eens abomibel slecht zou kunnen zijn voor België als geen rekening gehouden wordt met onderwijs en gezondheidszorg, waar het aanbod voor een groot stuk privaat is.

 
At 11:47 Anoniem said...

Vincent, ik meen dat je een essentieel punt over het hoofd hebt gezien: op de radio was te horen dat de forse daling van België te wijten is aan het veranderen van de parameters, die onder meer CO2-uitstoot verminderen als "competitief" definiëren.

In dat opzicht is een industrieel land met zware industrie als België natuurlijk benadeeld. Het is triestig om zien hoe de groene leugen binnensluipt in dit soort rapporten: CO2 uitstoot is immers irrelevant.

De indicatie dat het rapport van het Dictatorsclubje "De Verenigde Naties" komt, was al verdacht. We baseren ons dus beter op rapporten die echte welvaart waarderen, zoals de economic freedom index van onze vrienden van de Heritage Foundation. Maar ook uit die ranking blijkt dat België liberale hervormingen nodig heeft!

 
At 22:16 Anoniem said...

Het ontkennen van de schadelijkheid van (o.m.) de CO2-uitstoot lijkt me even leugenachtig als het verengen van de hele milieuproblematiek tot enkel die CO2-uitstoot.

Eisen dat onze kinderen (zoals hun grootouders) zuivere lucht kunnen inademen of kunnen zwemmen in zuiver water lijken me bijvoorbeeld zeer gepermitteerd.

Maar u hebt gelijk dat de inspanningen (of het gebrek aan inspanningen) inzake uitstoot niet in een competitiviteitsindex horen te worden verrekend.

Ik wil er in de marge ook op wijzen dat in sommige kringen blijkbaar de (foute) overtuiging heerst dat inspanningen voor het milieu per definitie schadelijk zijn voor onze economie, terwijl in de bedrijfstakken die zich hierop toeleggen net een spectaculaire groei wordt gerealiseerd. Zelfs olie bedrijven investeren momenteel volop in hernieuwbare energie, en heus niet enkel om zich een positiever imago aan te meten... slimme beleggers weten wat hen te doen staat...

 
At 18:06 Anoniem said...

In een 'vrije economie' zal het (algemene) aanbod steeds aan de (algemene) vraag proberen te beantwoorden. Die vraag omvat zowel publieke als private goederen. In feite zijn de meeste goederen 'gemengde goederen', t.t.z dat ze niet alleen nuttigheid verschaffen aan de kopers of consumenten van die goederen, maar ook gedeeltelijk aan 'derden' (in de vorm van positieve en negatieve nutseffecten). De meeste 'groene'- of milieu-activiteiten hebben te maken met goederen waarvan het publiek aspect dikwijls groter is dan het privaat aspect (t.t.z. dat de externe effecten op derden heel significant zijn).

Bij private goederen (of goederen die weinig externe effecten hebben op derden) kunnen we goed weten wat de nuttigheid ervan is, wanneer de mensen dat kunnen 'tonen' door de prijzen die ze willen betalen op competitieve markten. Echter, bij publieke goederen is dat niet zo duidelijk, omdat die doorgaans niet tot stand komen op competitieve markten, maar wel 'opgelegd' worden via overheidsregulering en/of overheidsproductie. De nuttigheid ervan kan dan niet meer echt objectief gemeten worden op markten, maar wordt eerder afhankelijk van ideologie en van politieke macht. Niettemin zijn zowel de kost als de nuttigheid van milieu-goederen of milieu-aspecten van goederen (en diensten) wel reeel, ook al kunnen we ze niet echt goed meten. Een zekere graad van scepticisme en van 'voorzichtigheid' (bij interpretatie) zijn dus steeds geboden.

 
At 15:47 Anoniem said...

Gaat dit over de linkse VN-index, dat had ik echt niet door. Huilen met de pet op voor paars. Ik heb wel bedenkingen bij de methode. Een dunbevolkt gebied kan je toch niet vergelijken met Nederland, laat staan corrupt Vlaanderen. Maar wat kan ik anders verwachten van rooie rakkers, benoemd met voorspraak van ene De Batselier.

 

Een reactie posten