Hieronder neem ik de volledige toespraak van Guy Verhofstadt in het Brugse Concertgebouw over. Je kan deze ook beluisteren op YouTube.
Beste vrienden. De wereld waarin we vandaag leven, is niet meer dezelfde als degene die ik beschreef in de eerste burgermanifesten. De wereldwijde globalisering stond toen nog in haar kinderschoenen. Het internet was nog maar pas geboren. Vandaag is die globalisering overal aanwezig. De eerste vraag waar ik samen met u een antwoord poog op te vinden is waarheen ons dit voert? Hoe zal de wereld van morgen er uitzien? Welke wereld staat ons te wachten in het jaar 2020?Fragmenten uit deze speech verschenen tevens in tal van Belgische kranten, alsook op een groot aantal websites.
Ik denk dat de belangrijkste omwenteling demografisch zal zijn. De groei en de samenstelling van de bevolking zullen een steeds belangrijker rol spelen. Of een land niet rijk is of niet aan energie en grondstoffen, of het centraal of eerder perifeer gelegen is, of het een droog continentaal of integendeel een vochtig tropisch klimaat kent, zal steeds minder een rol spelen voor het welvaartsniveau. De samenstelling en de opleiding van de bevolking zullen daarentegen bepalend worden. Hoe ouder de bevolking en hoe kleiner het aantal jongeren, hoe groter het risico dat de groei wordt afgeremd. Hoe jonger daarentegen de bevolking, hoe beter opgeleid ook, hoe meer de samenleving zal bevolkt zijn door actieve mensen, mensen die op zoek zijn
naar een betere toekomst.
De cijfers spreken boekdelen. De wereldbevolking in 2020 zal bestaan uit bijna 8 miljard mensen. 56%, dus meer dan de helft Aziaten, waarvan 19% Chinezen en 17% Indiers; 16% zullen Afrikaan zijn, 13% zullen wonen in Noord- en Zuid-Amerika, waarvan slechts vier procent in de Verenigde Staten. 7% zal wonen in Oost- Europa en de voormalige Sovjet-Unie. Slechts 5% van de totale wereldbevolking woont in 2020 in West-Europa. De samenstelling van de wereldbevolking, het aantal jongeren en ouderen, is nog treffender. Overal (India, China, de Verenigde Staten) zullen er meer jongeren zijn dan ouderen. Met jongere bedoel ik jonger dan 14. Met oudere bedoel ik, ouder dan 65. Alleen in Europa en dus ook in Belgie zal dat niet het geval zijn, zullen er meer ouderen zijn dan jongeren.
Die evolutie van de bevolking gaat zich ook letterlijk vertalen in economische prestaties. Hoe jonger en groter de bevolking, hoe meer groei. Hoe ouder en kleiner de bevolking, hoe lager de groeiprestaties. India en China bijvoorbeeld zullen blijven draaien rond 10% groei per jaar. Europa zal nauwelijks 2% halen. China zal tegen 2020 de grootste economie hebben, na de Verenigde Staten.
Het gevolg van dat alles is dat ook de geopolitieke verhoudingen dramatisch zullen wijzigen. China, India, wellicht ook Brazilie en een herrezen Rusland zullen hun stem opeisen aan de politieke onderhandelingstafel. Het aandeel van Europa met 6% en de Verenigde Staten met 4% van de wereldbevolking zal geleidelijk aan slinken. De invloed van ons waardestelsel wellicht ook.
Maar ook de vervuiling van het milieu en de klimaatverandering zullen ernstige bedreigingen zijn. Een verdere toename van de CO2-uitstoot zal zorgen voor meer opwarming van de aarde en dus meer problemen. Meer orkanen, meer overstromingen en een uitsterven van tal van diersoorten met een toename van allerlei ziekteverschijnselen. Betekent dit nu dat ons een Apocalyps in Europa te wachten staat? Want daar lijkt mijn voorspelling toch wel op. Niet noodzakelijk. Wat hierboven wordt geschetst, is een loutere projectie. Alleen als we niets ondernemen, wordt dit de realiteit over vijftien-twintig jaar. Maar we kunnen het tij keren. Dat is mijn rotsvaste overtuiging.
Hoewel, er zijn vele politici die stellen dat het tij niet meer valt te keren, dat wij geen keuze hebben, dat de mens geen keuze heeft. Zij stellen dat het menselijk handelen aan vaste wetmatigheden gebonden is. En omgekeerd zijn ze er rotsvast van overtuigd dat aan de hand van de geschiedenis de toekomst perfect voorspelbaar is. In hun visie heeft wat we doen of wat we beslissen eigenlijk weinig of geen belang, want weinig of geen invloed. Hoe fout die redenering is, bleek de voorbije decennia op een terrein dat op het eerste zicht nauwelijks met politiek uitstaans heeft, namelijk de fysica. Niet dat dit ooit mijn beste vak op school was. Integendeel. Maar wat ik er zelfs van begreep is dat van Newton tot Einstein iedereen er altijd van uitging dat de wetten van de natuur onontkoombaar en onomkeerbaar waren. De appel valt uit de boom, naar beneden en niet omgekeerd.
Het was een Belg, Nobelprijswinnaar Ilya Prigogine die bewees dat dit misschien niet altijd klopt. Uit zijn onderzoek naar de wereld van de kleinste deeltjes bleek dat chemische processen vaak onvoorspelbaar, soms zelfs omkeerbaar zijn. Hij toonde aan dat langs een onzekere, onvoorspelbare wanorde soms een mooiere, hogere orde kan ontstaan. Het resultaat is niet bij voorbaat te voorspellen. Laat staan dat het in een axioma of een wet kan worden gegoten. Alles hangt af van wat elk deeltje - hoe klein ook - autonoom doet. In de natuur geldt volgens Prigogine hetzelfde. Prigogine had daar een mooi beeld voor: "de vleugelslag van een vlinder in het Amazonewoud kan uiteindelijk een storm ontketenen in Europa".
Volgens mij werkt onze moderne samenleving net eender. Elk individu speelt een hoofdrol. Ieder van ons bepaalt mee de toekomst. En die toekomst is open. Die toekomst is onvoorspelbaar. Ze hangt af van wat wij er zelf van maken. We moeten geloven in de mens en in zijn mogelijkheden. En daarom lijnrecht ingaan tegen het geloof dat sommigen koesteren in allerlei wetmatigheden, in blinde vooroordelen. Hetzelfde geldt overigens voor het tribalisme, het geloof in de superioriteit van het ras, de groep of de stam waartoe men behoort. Ook dat geloof is niet nieuw. Ook dat geloof is van alle tijden. Misschien zijn fascisme en communisme dan wel overwonnen, maar tribalisme en collectivisme die er aan ten grondslag liggen, niet.
Overal rondom ons zien we nieuwe vormen van eng groepsdenken opduiken, soms vermomd in nieuwe gedaanten, soms heel expliciet. De nieuwe belagers van de open samenleving bedienen zichzelf dan niet meer van de fascistische of communistische retoriek, maar de inhoud blijft in wezen identiek, namelijk het inpeperen van de angst voor de ander en het terugplooien op de eigen groep. Eerder dan te pleiten voor diepgaande hervormingen, voeden ze die angst, koesteren ze die onzekerheid. Het is als zuurstof voor het vuur van hun bekrompenheid. Alleen het gezicht van hun vijand verschilt. Fundamentalisten bestrijden elkeen die een ander geloof aankleeft. Nationalisten zien in alle andere volkeren een tegenstrever. Etatisten willen dan weer de eigen wil van het individu uitschakelen. En voor conservatieven is iedereen die verandering wil al een bedreiging op zich.
Maar in wezen zijn het vier gezichten van een zelfde aspiratie, een zelfde hang naar een enge, besloten samenleving. Een samenleving in de vorm van een schuilkelder. En naargelang de schuilkelder krijgt elke mens een ander etiket opgekleefd. Naargelang het om fundamentalisten, racisten of nationalisten gaat, is dat de religie, het ras, het volk, de klasse of de stand. Het is deze benadering die de oorzaak is van elke segregatie in de samenleving, van elke oorlog, van elk maatschappelijk onrecht, van elk conflict. Wie anders is, wordt buiten de groep gestoten of erger, geliquideerd. Het is een benadering die niet alleen gevaarlijk is. Zij is bovendien onjuist, gestoeld op foute premissen. Want een enkelvoudige identiteit bestaat niet. Geen enkele mens kan zomaar in een hokje of een kastje worden gestopt. Het is natuurlijk juist dat de familie waarin je opgroeit of het land waarin je woont, mee bepaalt wie je bent, mee bepaalt wat je wordt. Maar het is nooit een allesbepalende factor. Een man of een vrouw is tegelijk echtgenoot of vrijgezel, ondernemer of arbeider, agnost of gelovige, boekenliefhebber of voetbalfanaat. En even belangrijk is dat die identiteit nooit af is. Mensen zijn niet gebonden door "wie ze zijn". Ze zijn in staat om te beslissen "wie ze willen zijn". Met andere woorden, het is niet je afkomst, maar je toekomst die telt.
De keuzes die je maakt. Dat is de vrijheid van iedere mens. En dat is wat ik individualisme, "positief individualisme" noem. Nu, de omwenteling die we vandaag meemaken, is niet de eerste die we ondergaan. Een van de meest ingrijpende veranderingen in de geschiedenis voltrok zich in de 15e en de 16e eeuw. De boekdrukkunst werd uitgevonden. Amerika ontdekt. De wereld bleek plots niet alleen rond te zijn, maar nog rond de zon te draaien ook. Het was de tijd van de reformatie. De aanvang van het humanisme. Exponent bij uitstek van een open samenleving. Welnu, als we kijken naar de kaart van Europa van de 15e en de 16e eeuw merken we dat de vele van die veranderingen op gang kwamen vanuit Vlaanderen, het huidige Belgie. Het was de tijd van de Bourgondiers tot Karel V. Van de gebroeders Van Eyck. Van Mercator. Van Erasmus. Van Vesalius. Aan deze bloeiperiode kwam een abrupt einde. Na de Beeldenstorm en met de val van Antwerpen in 1585 viel het doek over onze vrijheid, onze openheid, onze ongebreidelde welvaart, kortom onze open maatschappij. Ons land werd bezet door Spanjaarden, Fransen, Oostenrijkers, Nederlanders.
Daar kwam slechts verandering in tijdens de industriele omwenteling. Samen met Engeland werd Belgie een van de meest welvarende landen ter wereld. Belgie had de meest progressieve en liberale grondwet van Europa. Openheid was de norm. Opnieuw bloeiden onze contreien. En opnieuw verzamelden zich in Belgie tal van grote denkers en kunstenaars. Kortom, een les kunnen we trekken. Ons land kende de grootste economische vooruitgang, de hoogste culturele bloei, toen we een vrije en open samenleving kenden, toen het individu centraal stond, kortom toen we geen schrik hadden van verandering. Dat zal en mag nu niet anders zijn.
Want er is vandaag is een nieuwe grote omwenteling bezig. Die nieuwe omwenteling is de overgang naar de horizontale economie. In het verleden was de economie georganiseerd volgens een verticaal patroon. Elk land bezat zijn eigen nationale economie, gebruikte zijn eigen nationale munt. Iedere nationale economie was op zijn beurt verticaal opgesplitst in vaste sectoren: landbouw, industrie, diensten. Ook tussen de private en de publieke sector bestond er een beschot. En ook binnen de bedrijven zelf heerste een verticale, piramidale hierarchie: arbeiders, bedienden, kaderleden, bedrijfsleiders. Deze verticale economie dreef op standaardisatie, synchronisatie, centralisatie. Met de globalisering en de informatisering werd die oude, verticale economie gesloopt. Een vlakke, horizontale economie kwam tot stand. Een economie zonder beschotten. Een economie die wereldwijd functioneert, niet langer gebonden door geografische of monetaire grenzen. Een economie die nauwelijks nog de opdeling kent in primaire, secundaire of tertiaire sectoren.
Neem nu de biobrandsstoffen en de biotechnologie. Die hebben van de landbouw een moderne industriele tak gemaakt. En de informatica heft razendsnel de verschillen op tussen diensten en industrie. Micro- en nano-electronica bijvoorbeeld zijn het resultaat van de samenwerking van zo uiteenlopende wetenschappelijke disciplines als scheikunde, wiskunde, informatica, fysica. En de robotica heeft dan weer de productieprocessen zelf ingrijpend gewijzigd. Maar ook de opdeling binnen de sectoren is voorbijgestreefd. Moderne transportbedrijven zijn logistieke ondernemingen geworden die niet alleen goederen vervoeren, maar die goederen ontvangen, opslaan, wegen, verpakken, omslaan, etiketteren, controleren op hun kwaliteit, sorteren, de bestellingen voorbereiden, de voorraad beheren. Het wordt onmogelijk grenzen te trekken tussen logistiek en assemblage.
Maar ook het gedrag van de consument ondergaat een ware revolutie in de horizontale economie. In plaats van naar uniforme massaproducten, gaat zijn voorkeur meer en meer uit naar gepersonaliseerde, unieke goederen en naar individuele dienstverlening. Het is niet meer de standaard die telt, maar de opties. Consumenten willen zich door wat ze zich aanschaffen van de massa onderscheiden in plaats van er in opgeslorpt te worden. Het illustreert een gigantische ommekeer in het economisch denkproces: weg met massaproductie en uniformisering naar maatwerk/personalisering.
Maar ook de aard van de arbeid zelf wijzigt. Klassiek bandwerk is haast verdwenen. Arbeiders vervullen steeds meer hogere functies, waarbij ze niet alleen uitvoeren, maar ook beslissingen nemen. Van een verticale, piramidale hierarchie evolueren we naar een horizontale structuur, waarin de verantwoordelijkheid van de werknemers significant toeneemt. En de vraag die zich nu stelt, is hoe wij daar op reageren? Welnu, precies zoals het tribale groepsdenken geen optie is voor het oplossen van de maatschappelijke uitdagingen, is het vasthouden aan een gesloten, verticale economie geen antwoord op de economische uitdagingen. We moeten resoluut kiezen voor een open, een horizontale economie. En dat betekent dat we zo snel mogelijk alle barrieres, alle muren, alle beschotten slopen van de oude verticale economische orde.
Wat ik u nu zou willen duidelijk maken, is wat dit concreet in de toekomst betekent, welke die barrieres juist zijn en met welke hervormingen we die barrieres kunnen neerhalen. En laat me beginnen met een mentale barriere, namelijk de in onze geest vastgeroeste gewoonte - ik zou bijna zeggen - reflex om ieder risico te mijden, ieder risico te bannen. De dood van het ondernemerschap. We zullen terug moeten leren omgaan met risico's. En omdat het vooral gaat om een mentale kwestie, zal dat moeten gebeuren via de opvoeding, via het onderwijs. Creativiteit, ondernemen, innoveren met andere woorden risico's nemen, moet een vast onderdeel worden van wat onze kinderen op school wordt aangeleerd.
Het tweede obstakel dat we moeten slopen, is dat van de veel te stroeve organisatie van de arbeidstijd. Officieel werken we tot ons vijfenzestig. En dat acht en dertig uren, iedere week, gedurende normaal vijfenveertig jaar. Mensen van hun kant verlangen meer soepelheid. Een loopbaan die beter afgestemd is op de individuele noden: bijscholing, het opvangen van de kinderen of het verzorgen van een ziek familielid. Maar aan de andere kant moeten we eerlijk zijn. Minder werken is zeker geen optie is, geen optie als we de pensioenen in de toekomst betaalbaar willen houden. Dus moeten we een nieuwe aanpak vinden, een aanpak waarbij meer werken wordt gecombineerd met een grotere flexibiliteit.
Daartoe is er slechts een oplossing, namelijk af te stappen van de collectieve uurregelingen en over te stappen naar een individuele loopbaanrekening, Op zo'n individuele loopbaanrekening zou een pakket uren verzameld moeten worden om recht te hebben op een volledig pensioen. Dat pakket zal wel hoger uitvallen dan vandaag. Sommigen zullen dat niet graag horen. Maar het is niet voor niets dat in de meeste van de ons omringende landen de pensioenleeftijd tot zevenenzestig jaar wordt opgetrokken of er minstens plannen in die richting bestaan. Maar anderzijds laat dit ook een soepeler, een meer flexibele regeling toe. Wie beslist om een bepaalde tijd niet te gaan werken, kan dat, maar zal een andere periode van zijn leven wat harder of langer moeten werken. De individuele loopbaanrekening laat ook toe een gezinsvriendelijker beleid te voeren. Het opvoeden van kinderen kan minstens gedeeltelijk als werkende uren op die loopbaanrekening in rekening worden genomen. En dat is maar een van de mogelijkheden en de voordelen die daaraan verbonden zijn.
Een andere barriere heeft te maken met de vaststelling dat de mensen bij ons nauwelijks van job veranderen. In de Scandinavische landen is dat niet zo. En wat daarbij opvalt is dat zij desondanks, neen net daardoor een hogere werkgelegenheid kennen. Dat is een fenomeen dat eenvoudig te verklaren valt. Hoe lager de ontslagkosten, hoe minder zwaar de procedures, hoe vlotter de werkgevers aanwerven. En hoe gemakkelijker werknemers een interessante baan zoeken. We moeten natuurlijk garanties blijven geven voor sociale bescherming en inkomenszekerheid bij ontslag. Maar we moeten de procedures wel minder rigide maken. Werkzekerheid is uiteindelijk belangrijker dan jobzekerheid.
Een vierde obstakel dat we moeten overwinnen zijn de zogenaamde werkloosheidsvallen. Wie van een uitkering leeft, geniet onder andere van een belastingvermindering, verhoogde kinderbijslagen, de maximumfactuur in de gezondheidszorgen, een goedkoper telefoontarief en zo meer. Daar is op zich niets mis mee. Dat is goed en rechtvaardig. Maar er is wel een probleem wanneer die werkloze al die voordelen verliest wanneer hij een job aanneemt. Want daardoor ontstaat de absurde situatie dat hij netto minder overhoudt dan wanneer hij gaat werken. Er is hiervoor maar een oplossing. De voordelen moeten geleidelijk worden afgebouwd. En de snelheid daarvan moet afhangen van het nieuwe inkomen.
We moeten ons ook de vraag durven stellen of we jongeren die zonder volwaardig diploma de school verlaten wel een dienst bewijzen door hen meteen een uitkering te geven. Vaak betekent dat het begin van een levenslange veroordeling als "uitkeringstrekker". Een voor een menselijke drama's. Nochtans zijn er eenvoudige remedies denkbaar. Waarom de uitkering niet afhankelijk maken van een nieuwe vorming of opleiding? Of het invoeren van nieuwe, langdurige jongerenstages in de bedrijven? Zo verwerven ze ten minste competenties die ze nu schromelijk ontberen. En dat brengt me tot de volgende barriere. En die houdt verband met de tijd. Hoe langer men werkloos is, hoe kleiner de kans dat men ooit werk vindt. Wanneer we werkloosheidsuitkeringen levenslang toekennen, zonder voldoende te activeren of te beperken in tijd, komen werklozen in een negatieve spiraal terecht. Daarom vind ik het een noodzaak om mensen die pas werkloos zijn een hogere uitkering te geven.
Voor langdurig werkzoekenden daarentegen moeten we de zaken anders aanpakken. Eerder dan hun passief en onbeperkt een uitkering te garanderen, moeten we langdurig werkzoekenden een deeltijdse buurtjob geven. Met dien verstande dat wie die aanneemt zijn uitkering krijgt doorbetaald. Door deeltijds terug de handen uit de mouwen steken, herwinnen ze opnieuw hun kansen op de arbeidsmarkt. Die buurtjobs kunnen worden georganiseerd door lokale besturen of door de private sector In de plaatselijke bibliotheek, het sociaal centrum van de wijk, als stadswacht, bij het onderhoud van het park of het plein, of waarom niet, als hulp in de plaatselijke school of de kinderopvang. Overigens heb ik in dezelfde geest nog een tweede voorstel namelijk het radicaal uitbreiden van de dienstencheques. Die zijn een immens succes .
De volgende hindernisis zeker de meest hardnekkige barriere. Die tussen bedienden en arbeiders. Dat onderscheid is totaal achterhaald. Maar ook de opdeling van de economie in sectoren is voorbijgestreefd met zijn verticale loon- en arbeidsvoorwaarden. Binnen het Belgische overlegmodel dat vrij uniek is, moeten we meer ruimte vrijmaken voor een meer gepersonaliseerde loonvorming. En hetzelfde geldt voor de internationale mobiliteit van werknemers. We hebben nood aan een open, reglementair kader waarbinnen het onderscheid tussen eigen en vreemde werknemers, kenniswerkers of kaderleden verdwijnt.
Maar ook binnen onze eigen landsgrenzen zijn er nog torenhoge barrieres. Als bedrijven grensarbeiders uit het noorden van Frankrijk aantrekken of Poolse bouwvakkers of Indische kenniswerkers dan moet het toch ook mogelijk zijn om een deel van de bijna driehonderdduizend werklozen in Wallonie en Brussel aan de slag te krijgen in Vlaanderen, zeker nu bij ons tienduizenden vacatures niet ingevuld geraken. Maar wellicht de meest hardnekkige hinderpaal op de weg naar de horizontale economie is de structuur van de belastingen. Dat is niet alleen een probleem in Belgie, maar in gans Europa. Vandaag belasten we in Europa vooral arbeid, met andere woorden het produceren van welvaart. Eigenlijk is dat dom. Het zou veel verstandiger zijn het omgekeerde te doen, namelijk belastingen te heffen op het verbruik of het vernietigen van welvaart. Of beter nog heffingen te leggen op alles wat onze welvaart in de toekomst in het gedrang brengt: de vervuiling bijvoorbeeld of de opwarming van de aarde.
Het gevolg van die zware belastingdruk op arbeid ondervinden we elke dag. In plaats van goederen te exporteren, voeren we jobs uit. Een verschuiving van de belastingen op arbeid naar verpakkingsheffingen zou er in elk geval voor zorgen dat niet alleen de hardwerkende Vlaming maar ook buitenlandse producten bijdragen aan onze sociale zekerheid. Maar we moeten de belastingen niet alleen verschuiven, maar ook verlagen en vereenvoudigen. Dat leidt tot geen verlies aan overheidsinkomsten. Kijk naar de verlaging van successierechten, registratierechten en vennootschapsbelasting. Dit heeft geleid tot meer economische activiteit, meer aangiftes en meer inkomsten voor de overheid.
Tegelijkertijd is een drastische vereenvoudiging noodzakelijk. Wie kan in het bos van tarieven, schalen, voorheffingen, inkohieringen, abattementen en fiscale uitgaven nog weten wat hij juist afdraagt? Daarom is het nodig een nieuwe, nog grondiger hervorming van de personenbelasting door te voeren, met name de "drietrapstaks". Daarbij zou het inkomen in drie delen worden gesplitst. Op het eerste deel - de eerste vijfhonderd euro die per maand wordt verdiend - wordt geen belasting betaald. Op het tweede deel, zijnde de daaropvolgende schijf van duizend euro, wordt een vast tarief geheven. Op het derde deel, hetzij alle inkomen boven de duizend vijfhonderd euro per maand wordt een tweede hoger tarief aangerekend. De huidige vijf tarieven zouden worden herleid tot twee aanslagvoeten 20% en 40%, wat een stuk lager is dan het laagste en het hoogste tarief dat we thans kennen.
Parallel moet er dan wel drastisch worden gesnoeid in de wildgroei van fiscale aftrekken. Die zouden worden gehergroepeerd in drie korven bijvoorbeeld, met elk een duidelijk doel voor ogen: kinderen, wonen, pensioen. U merkt het. Dit is een drastische hervorming van de belastingen. Een hervorming die beantwoordt aan de drie imperatieven: verlaging, verschuiving, vereenvoudiging. Over die hervorming wil ik er nog het volgende over kwijt. Deze hervorming is geen wild idee en al evenmin een electorale stunt. Deze hervorming is vandaag een economische noodzaak, een absolute prioriteit geworden, die overigens door steeds meer leidinggevende figuren wordt bijgetreden.
Alan Greenspan, de voormalige voorzitter van de Federal Reserve Board, bijvoorbeeld of Holger Schmieding, de managing director van de Bank of America. Maar ook door de Duitse regering. En door de Franse Assemblee die een rapport heeft opgesteld dat pleit in dezelfde zin. Het is zeker niet de enige, maar het is wel de eerste grote hervorming die Belgie nodig heeft. Een belangrijke hervorming waarmee ook niet mag worden getalmd, is de omschakeling van de belastingen op de productie van welvaart naar heffingen op activiteiten die deze welvaart in de toekomst in het gedrang brengen. De pollutie. De opwarming van de aarde.
Het zou misdadig zijn onze kinderen en kleinkinderen een planeet na te laten die minder leefbaar is dan degene die we zelf hebben geerfd. Toch is het dat hetgeen wat dreigt te gebeuren. Door de te hoge uitstoot van CO2 warmt de aarde op. De bewijzen zijn overweldigend. De jaren negentig waren niet toevallig de warmste ooit. Als we niets ondernemen, vallen grote catastrofes niet uit te sluiten. Door het smelten van massa's ijs zal het waterpeil voor het einde van de eeuw met een meter stijgen. Honderd miljoen mensen zullen met overstroming worden bedreigd. Hittegolven, droogtes, bosbranden, orkanen zoals Katrina in de Verenigde Staten zullen frequenter en heviger worden. En meer dan een miljoen plant- en diersoorten zullen tegen 2050 met uitsterven zijn bedreigd.
Actie is dus dringend en noodzakelijk. Daarom zullen we de drie grote boosdoeners van CO2: de bedrijven, het verkeer en de gezinnen, moeten dwingen om hun gedrag drastisch te wijzigen. Opnieuw is een massale verschuiving van belastingen de aangewezen weg. Van heffingen op productie en arbeid naar heffingen op CO2 en vervuiling. Concreet is mijn voorstel om de totale CO2 die ons land volgens Kyoto mag uitstoten, openbaar te veilen. Elk bedrijf koopt en betaalt daarbij het maximum aan CO2 dat het elk jaar mag uitstoten. Elk bedrijf betaalt zo zijn aandeel in de vervuiling. En met de totale opbrengst verlagen we of schaffen we de vennootschapsbelasting helemaal af. Zo geven we zuurstof en aan de economie en aan het leefmilieu.
Wat het verkeer betreft is het mijn voorstel om de autobelasting die vandaag geheven wordt op het vermogen, te vervangen door een heffing in functie van de uitstoot van CO. Een zelfde logica moet gelden voor de gezinnen. Vandaag betalen die een onroerende voorheffing gebaseerd op het KI, het kadastraal inkomen. Dat KI is niet altijd even rechtvaardig. Waarom de onroerende voorheffing op het KI dan ook niet vervangen door een heffing op de uitstoot per woning? Huizen die meer verwarming behoeven, betalen meer belasting. Huizen die goed geisoleerd zijn, worden beloond. Halen we met die aanpak de Kyoto-doelstellingen?
Dat is een vraag die ik hier niet uit de weg wil gaan. We moeten massaal investeren in hernieuwbare energiebronnen, in windmolenparken, in fotovoltaische cellen, in zonneenergie, in waterstof ook. Blijft de vraag of we het zonder nucleaire energie kunnen klaren. Want nucleaire centrales stoten geen CO2 uit. Maar weegt het kernafval dat die centrales achterlaten wel op tegen dat voordeel? Kijk, ik denk dat het antwoord hierop afhangt van de vooruitgang die we kunnen boeken op het vlak van de nucleaire technologie. Nu, kernafval produceren en stockeren dat hoogradioactief is en dat ook nog honderden generaties blijft, is geen optie. Wanneer we er echter zouden in slagen nucleaire centrales van de nieuwe generatie, de zogenaamde vierde generatie te ontwikkelen, dan denk ik dat er minder bezwaren zijn. Daarbij zou het afval beperkt blijven en de radioactiviteit van dat afval veel sneller dalen. In dat geval moeten we onderzoeken of het een valabele optie is om de huidige centrales eerst te moderniseren en ze daarna te vervangen door reactoren van de nieuwe generatie. Hoe het antwoord op deze vraag ook luidt, uiteindelijk zal kernfusie dat geen afval produceert, de uitkomst bieden. Maar dat maar in 2060.
Moeten we om de aarde te redden nog verder gaan en de consumptie afwijzen zoals sommige onheilsprofeten stellen? Afvalbergen, energieverspilling, zwaarlijvigheid. Het zou allemaal het gevolg zijn van de moderne consumptiemaatschappij. Dat is onzin vanzelfsprekend. De dagelijkse praktijk toont aan dat consumenten hun macht prima weten aan te wenden. De consument is baas. En dat geen theorie, maar een praktijk. Steeds meer bedrijven hanteren ethische codes. Waarom? Omdat consumenten dat willen. Multinationals als Shell, Ikea of Nike plooiden snel voor een dreigende of effectieve boycot. Waarom? Omdat hun dubieuze praktijken in ontwikkelingslanden op massaal protest stootten van klanten. Laat mij het zo zeggen, in de moderne consumptiemaatschappij gaat het niet langer alleen over wat je koopt, maar ook van wie je het koopt. En ten tweede, laat ons ophouden te zaniken over de excessen van de consumptiemaatschappij en strijden om haar weldaden uit te spreiden over de mensen die daar vandaag alleen maar van kunnen dromen.
Een vrije en open samenleving is een illusie zonder sociale rechtvaardigheid. Niemand is gelijk. Niemand heeft dezelfde talenten en mogelijkheden. Niemand heeft ook dezelfde aspiraties en ambities. Iedereen heeft recht op evenveel vrijheid. De vrijheid om keuzes te maken. De vrijheid om zijn leven uit te bouwen. Maar we moeten durven erkennen dat veel mensen niet over die vrijheid, niet over die keuzemogelijkheden beschikken. Armen, kansarmen, zieken, mensen met een handicap. Welnu, het is onze plicht om niet alleen te strijden voor onze eigen vrijheid, voor onze eigen keuzemogelijkheden, maar ook te vechten tegen de onvrijheid van de anderen, het gebrek aan keuzes voor de anderen.
Dat is geen kwestie van medelijden. Maar een rotsvaste, liberale overtuiging dat elke mens, wat zijn situatie, wat zijn fysieke of mentale mogelijkheden ook zijn, recht heeft op vrijheid, recht heeft op keuzemogelijkheden. Want nogmaals, vrijheid is een hol begrip wanneer je economisch of financieel geen enkele kant uitkan. "Empowerment", weerbaarheid is het antwoord. "Empowerment", weerbaarheid vraagt om een scherpe koerswijziging in onze aanpak. Van passieve sociale uitkeringen moeten we evolueren naar hefbomen die activeren en stimuleren.
Dit is geen in vraag stellen van een brede sociale zekerheid. Integendeel. We zijn fier op onze sociale zekerheid. Het is de waarborg voor een menswaardig bestaan. Het zorgt ook voor een herverdeling van de welvaart. Maar op zichzelf is ze onvoldoende. Ze functioneert te weinig als sociale ladder, als hefboom om naar boven te klimmen, om een beter bestaan op te bouwen. Met andere woorden ze emancipeert niet genoeg. Daarvoor zijn werk en opleiding nodig.
Wie ook meer "empowerment", meer weerbaarheid verdient, is de groeiende groep senioren. Want we gaan met het fenomeen vergrijzing om op een onbegrijpelijke manier. We zien vergrijzing te veel als een ernstig probleem, als een zorg, terwijl het om een verrijking gaat, een teken van rijkdom en welvaart. Meer nog, de manier hoe we in het westen met ouderen omgaan is ronduit schandalig. Terwijl ze in andere culturen met eerbied worden bejegend en worden geprezen om hun wijsheid, maken wij nauwelijks nog gebruik van hun kennis of levenservaring. Integendeel. We verbieden hun zelfs nog economisch actief te zijn. We hebben nood aan een veel positievere benadering van de vergrijzing.
Vergrijzing zal ook nieuwe activiteiten tot stand brengen, nieuwe kansen creeren. Bijvoorbeeld in het vrijwilligerswerk waar senioren een enorm potentieel betekenen. Om die omslag in onze benadering te maken, zijn een aantal ingrepen noodzakelijk. Vooreerst op het vlak van de opvang van onze bejaarden. Die doet me vandaag nog te veel denken aan hospitalen. Er is meer kleinschaligheid, meer verscheidenheid noodzakelijk. Ook de opvang binnen de eigen familiekring moet sterker worden aangemoedigd. Tegelijkertijd mag de rijkdom van de vergrijzing niet verworden tot een nieuwe vorm van armoede. Wat het gevaar is bij een ontoereikendheid of een onbetaalbaarheid van de pensioenen. We moeten vermijden dat op pensioen gaan het opgeven van een levensstijl, van een stuk vrijheid zou betekenen. En dat gevaar is zeer reeel als we zouden aarzelen ons pensioenstelsel te hervormen.
In de horizontale economie en de open samenleving moeten we ook een nieuwe aanpak ontwikkelen inzake migratie. Het uitgangspunt daarbij moet zijn dat niet onze genen maar wel onze ideeen onze samenleving succesvol maken. Of anders gezegd, hoe meer mensen vanuit verschillende invalshoeken naar ons land komen, hoe meer onze samenleving bloeit. Migratie is geen verarming, maar een verrijking. Dat was in de 15de en 16de eeuw al zo. Dat is vandaag niet anders. Toch wordt migratie nog steeds als een probleem ervaren. En de reden daarvoor is de slecht beheerde migratiegolf van de jaren vijftig en zestig. "Gastarbeiders" werden en worden ze nu nog altijd genoemd. Reden waarom we er weinig of niets aan gedaan hebben om die mensen te integreren. Wel werd als gevolg van dat falen de economische migratie stopgezet. Officieel althans. Want in de praktijk ontwikkelde zich een enorme illegale immigratie. Om economische redenen. Een migratiegolf die niemand kan tegenhouden. Noch met metershoge hekkens rond de enclaves in Marokko. Noch met het bewaken van de noordgrens van Australie. Noch met de duizend honderd kilometer lange prikkeldraad tussen de VS en Mexico. Alleen een beheerste, legale migratie is een oplossing voor illegale mensenhandel.
Mijn voorbeeld is het Canadese migratiesysteem. Naast politiek asiel en gezinshereniging kent Canada twee specifieke vormen van migratie. Investeerders die in het land willen komen wonen. En anderzijds de zogenaamde "skilled workers", mensen met voldoende kwalificaties, talenkennis en een jaar werkervaring. Behoren zij tot de lijst van de knelpuntberoepen, dan moeten ze zelfs geen aanbod op zak hebben. In het andere geval is wel een aanbod van een werkgever vereist. Op die manier komen gemotiveerde werknemers de economie in Canada versterken. Waarom zeg ik mijn voorbeeld? Omdat het buitenlanders toelaat om op de best mogelijk manier te immigreren en te integreren, namelijk door te werken. Een aanpak dus die mensen niet bekijkt door de bril van hun afkomst, maar door die van hun capaciteiten. Zulk een migratie is ook het best mogelijke tegengif tegen racisme, tegen onverdraagzaamheid.
En dat is het volgende wat ik wil bespreken. Het klimaat van racisme en onverdraagzaamheid dat het voorbije jaar in onze samenleving. Het leidde tot enkele dramatische gebeurtenissen, tot daden van extreem geweld. Het is als gif in de geesten geslopen. En het is groepsdenken dat daartoe de voedingsbodem heeft geboden. Zonder dat groepsdenken zou het racisme niet zo hebben kunnen gedijen. Eigenlijk bezondigen we ons allemaal wel eens aan groepsdenken. Het meest treffende voorbeeld zagen we bij de moord op Joe Van Holsbeeck.
Onmiddellijk werden de allochtonen geviseerd omdat het vermoeden rees dat de daders van Noord-Afrikaanse origine waren. We eisten meteen een signaal van de Islamitische gemeenschap. Toen het even later bleek dat de daders Polen waren, werd het vizier zonder dralen richting Poolse gemeenschap gedraaid ... waarna de vertegenwoordigers van de Noord-Afrikaanse gemeenschap verontschuldigingen eiste van de autochtone gemeenschap. En dat terwijl sommigen in Polen al begonnen waren met de Roma-zigeuners als groep aan te klagen. Het is een voorbeeld dat illustreert dat collectief denken zeer snel vervalt in het stigmatiseren van groepen, nationaliteiten en gemeenschappen.
Maar ook zij die het racisme bestrijden, bezondigen zich vaak aan groepsdenken. Doelgroepenmaatregelen om de achterstand bij de allochtonen weg te werken, functioneren misschien op korte termijn, maar op langere termijn stigmatiseren zij de hele groep. Extra ondersteuning louter omwille van iemands etnische afkomst, creeert nieuwe discriminaties. Maatregelen moeten gericht zijn op individuen met gelijkaardige problemen en niet op het behoren tot een of andere probleemgroep. Groepsdenken doodt de persoonlijke verantwoordelijkheid. Er zijn inderdaad vele allochtone jongeren in de criminaliteitsstatistieken. Maar 95% van die allochtone jongeren pleegt geen misdrijven. En er is inderdaad meer werkloosheid bij allochtonen. Maar een meerderheid van de allochtonen werkt en draagt bij tot onze welvaart.
Wat me naast het racisme en de onverdraagzaamheid evenzeer heeft geschokt, was het zinloos geweld dat er mee gepaard ging. Op straat, op publieke plaatsen, op cafe, in de eigen familiale kring. Buschauffeurs worden in elkaar geslagen. Jongeren worden met een wapen neergestoken voor een MP3-speler. Scholieren worden aan de schoolpoort bedreigd en afgeperst door drugdealers. Huisvaders worden uit hun auto gesleurd en in elkaar geslagen omdat ze een fout manoeuvre zouden hebben uitgevoerd. Steaming, afpersing, verkeersagressie, maar ook geweld binnen het gezin nemen toe. Het is een ontwikkeling die we kost wat kost moeten stoppen. Een krachtig optreden van politie en justitie is het enig mogelijke antwoord. Maar ook werkstraffen in gehandicapteninstellingen en hospitalen kunnen geweldplegers confronteren met de gevolgen van hun gedrag. En we moeten de sluipende aanvaarding van het toenemende geweld vooral aan de bron bestrijden. Op school en thuis. Daar moet jongeren onophoudelijk worden ingeprent dat noch onverdraagzaamheid, noch geweld, noch agressief gedrag in een open en vrije samenleving tolereerbaar zijn. Of om nogmaals Karl Popper te citeren: "In naam van de tolerantie, hebben we plicht om intolerantie niet te tolereren."
Wanneer we de vrijheid prediken en de mensen weerbaar willen maken, dan moet dat zeker gelden voor de meer dan een miljard mensen die moeten leven van minder dan een euro per dag. Of het miljard mensen dat geen toegang heeft tot proper water. Ieder jaar sterven daardoor bijna twee miljoen kinderen. Alleen al in Afrika sterft een kind op de vijf aan honger of aan ziektes die we gemakkelijk kunnen genezen. Dat is een schande voor de mensheid. Maar ook hier is ontwikkelingshulp alleen niet genoeg. Ook hier zijn hefbomen nodig die mensen en landen "empowerment" geven. Micro-kredieten bijvoorbeeld. Kleine leningen waarmee arme mensen stap voor stap een eigen toekomst kunnen opbouwen. Of het revolutionaire idee van de Soto, waarbij armen voor hun schamele bezit in de sloppenwijken eigendomscertificaten, met andere woorden waardepapieren krijgen.
En wij van onze kant moeten ook de landbouw- en exportsubsidies durven af te schaffen. Maar microkredieten, eigendomsbewijzen voor armen, het openen van onze landbouwmarkten, eerlijk bestuur. Dat alles vergt tijd. En Afrika heeft geen tijd. Voor Afrika is onmiddellijke actie nodig. Zestig miljard euro. Daarmee kunnen alle basisproblemen in Afrika worden opgelost. Aan iedere Afrikaan kunnen proper water, sanitair, basisgezondheidszorgen, onderwijs worden gegarandeerd. En dat in een korte tijdspanne. 60 miljard euro, een peulschil voor het Westen. Waar wachten we eigenlijk op?
We hebben tien jaar nodig gehad om ongeveer de helft van de drie burgermanifesten te realiseren. Ik geef toe, vandaag leg ik de lat nog hoger. Maar als we een open samenleving willen, weg van de angst, weg van de verkramptheid, dan moeten we een antwoord geven op heel nieuwe vraagstukken. Want de open samenleving is geen vanzelfsprekendheid. Integendeel. Een vrije en open samenleving moet worden bevochten, veroverd, afgedwongen. Tegenover haar belagers. Maar ook tegenover de grote massa van onverschilligen. Tegenover wie het zogezegd niet veel kan schelen en ook tegen zij die naief denken dat het ideologisch gevecht voorbij is en dat het enkel gaat om de fine-tuning van de NV-Belgie.
Neen. De open samenleving is nog niet ten volle verwezenlijkt. En laten we heel eerlijk blijven. Ik kan dat niet alleen. Wij kunnen dat niet alleen. Dat vraagt de inzet van velen. Dat vraagt dat alle politieke krachten die de vrijheid lief hebben, zich verenigen. Al diegenen die de vrijheid niet zozeer zien als het hoogste persoonlijke goed, maar wel als de belangrijkste hefboom om de samenleving vorm te geven. We moeten goed beseffen, dat wie niet bereid is voor de vrijheid te vechten of niet bereid is om voor haar in de bres te springen, het risico loopt haar definitief te verliezen.
Want zoals Mario Vargas Llosa schrijft: "Vrijheid is net als de liefde. Maar zo moeilijk het is om haar in woorden te vatten, zo simpel is het om haar te herkennen, te beseffen wanneer ze er is, of ze echt is of vals en of we haar genieten of moeten ontberen." Ik dank u.
Meer over Guy Verhofstadt op www.openvld.be.
6 Reacties:
- At 12:52 Anoniem said...
-
Kan iemand mij uitleggen hoe een mens als Verhofdstadt, die al 7,5 jaar eerste minister is, nu pas met ideeen afkomt, waarmee hij al die tijd niets heeft gedaan? Dit is toch met de mensen lachen?
- At 13:54 Anoniem said...
-
Tijd voor een analyse.
Het grote probleem van Verhofstadt is dat hij als minister zogezegd de man is die de regering leidt. In feite is hij echter, door ons kiessysteem, de politieke realiteit, de coalitie-cultuur en zeker door de P.S., behoorlijk machteloos.
Ik geloof nog altijd dat Verhofstadt liberaal is, maar lippendienst bewijst aan Paars. De VLD heeft heel veel zaken kunnen verwezenlijken in minder "sexy" beleidsdomeinen zoals het personen- en familierecht. Maar op vlak van economie, integratie, justitie e.d. zijn ze schromelijk tekort geschoten. Waarom?
Het valt op dat de VLD in alles waar ze de socialisten als partner hebben, hun visie kunnen waarmaken. Maar waar het botst tussen rood en blauw is het ofwel rood dat wint, ofwel de status quo. In dit geval is status quo meestal ook goed voor rood.
Omwille van het positieve negeert hij het negatieve, en op dat negatieve wordt hij afgerekend door de eigen achterban, terwijl de PS en de SP.A gevierd worden.
Verhofstadt's regering is dus gekenmerkt door een moeilijke samenwerking waar de leider in naam het moet afleggen tegen het conglomeraat dat de feitelijke macht in handen heeft, de SP.A-PS. Zijn fout is dat hij dat tolereert. Zijn fout is dat hij braaf is ten aanzien van links.
Want een liberale partij in de regering en een links beleid is erger dan een links beleid in een linkse regering. Wat is nu het alternatief voor links? Niet meer de VLD, toch niet in de perceptie, terwijl zij nu net hetgene hebben wat het antwoord kan bieden. - At 13:55 Anoniem said...
-
Zijn geluk is dat officieel "links" vandaag sociaal-economisch veel rechtser is dan 20 jaar geleden. In die zin is paars een gevolg van de verrechtsing van de sociaal-democratie (ook al verpakking ze hun cadeau's met een rood lintje) en de verandering van het imago van de VLD.
Ik weet ook niet waar u het haalt dat de SP-a geprezen wordt door hun achterban. In de Morgen? De trendy-linkse achterban misschien in steden als Antwerpen, Leuven en Gent en hun vast cli‘nteel in Oostende en Kortrijk maar voor de rest hoor ik toch niet echt vrolijke geluiden over de resultaten van de SP.a in de regering bij wat nog rest van hun "klassieke" achterban en in de lagere regionen van het vakbondsapparaat. Armoede is toegenomen, sociale ongelijkheid, uitkeringen behoren vaak tot de laagste van Europa en zijn in verhouding tot de gemiddelde lonen de laatste 30 jaar nog nooit zo laag geweet. Arbeidsonzekerheid neemt alleen maar toe net als de flexibiliteit en stress. Asielzoekers en werklozen worden harder aangepakt. De uitverkoop van de Belgische staat gaat gewoon werder. Nee. Je moet me eens zeggen welke "linkse" resultaten de SP.a kan voorleggen de laatste 18 jaar? Goedkope bussen (50% daarvan uitebesteed)? De perceptie hebben ze misschien mee door hun trendy vriendjes in de VRT en in de rest van het perslandschap maar de gewone partijmilitant ten lande merkt niet al te veel van de weldaden van het SP.a beleid voor zijn eigen leven.
U bent veel te streng voor de VLD. Het enigste wat u hen kan verwijten is dat de "socialisten" verstand hebben om liberaal beleid te voeren in plaats van er alleen maar boekskes over te schrijven. - At 15:22 Anoniem said...
-
Bram, dus iemand die 7,5 eerste minister is mag niet met nieuwe idee‘n op de proppen komen? Wil nieuwe idee‘n formuleren meteen zeggen dat er daarvoor geen idee‘n waren?
- At 09:44 Unknown said...
-
Bied een snelle lening tussen mensen aan in 72 uur.
Hallo dames en heren
Jij die echte financiële problemen hebt. Je wordt ondanks je inspanningen afgewezen door de verschillende banken.
Ik zou u willen informeren dat ik een econoom ben die leningen verstrekt aan mensen met een goed karakter, eerlijk, die mij binnen de afgesproken termijn kunnen terugbetalen tegen een vast tarief van 2%.
Om deze reden variëren mijn leningen van 1500 tot 5 miljoen euro.
Dus iedereen die geld nodig heeft, kan contact met me opnemen op de e-mail: bancofinancial111@gmail.com voor meer informatie.
Bedankt voor uw begrip en uw mooie dag. - At 09:44 Unknown said...
-
Bied een snelle lening tussen mensen aan in 72 uur.
Hallo dames en heren
Jij die echte financiële problemen hebt. Je wordt ondanks je inspanningen afgewezen door de verschillende banken.
Ik zou u willen informeren dat ik een econoom ben die leningen verstrekt aan mensen met een goed karakter, eerlijk, die mij binnen de afgesproken termijn kunnen terugbetalen tegen een vast tarief van 2%.
Om deze reden variëren mijn leningen van 1500 tot 5 miljoen euro.
Dus iedereen die geld nodig heeft, kan contact met me opnemen op de e-mail: bancofinancial111@gmail.com voor meer informatie.
Bedankt voor uw begrip en uw mooie dag.