For our heritage and freedom ! Home | About | Contact | Vincent De Roeck | Liberty Quotes | The Free State | In Flanders Fields | Nova Libertas | Feeds |

Dierenrechten of mensenhaat ?

"Hebben dieren rechten?". Op deze vraag antwoordt de man in de straat bijna altijd: ja! Wanneer men hem vraagt wat hij daarmee bedoelt, dan stelt hij dat de dieren die de mens gebruikt recht hebben op een goede behandeling. Dit verstaat de dierenrechtenbeweging echter niet onder de term 'dierenrechten' (DR). DR betekent in hun ogen dat de mens de dieren niet meer mag gebruiken voor voedsel, kleding en medisch onderzoek. DR heeft dus weinig te maken met dierenbescherming, en haar consequenties reiken veel verder. De dierenbescherming streeft naar een goede omgang met dieren door de mens, naar respect voor de welzijnsnoden van dieren. De DR-beweging daarentegen wil alle gebruik van dieren voor menselijke doeleinden buiten de wet stellen, en dat is moreel onaanvaardbaar.

Kan u morgen nog een steak eten, melk drinken, een wollen trui dragen, lederen schoenen kiezen of een bontjas kopen? Bijna iedereen vindt het vanzelfsprekend. Als liberaal meen ik dat wie daartegen is die producten gewoonweg niet koopt. Toch staan sommige actiegroepen om de haverklap met spectaculaire acties, heimelijk opgenomen videobeelden en pamfletten op de barricade, of doen ze aan politiek lobbywerk. Het dier als bron van kleding, voedsel en medisch onderzoek? Zij willen het verbieden. Maar is de mens niet van oudsher altijd al jager en visser geweest? Natuurlijk wel. De mens is omnivoor, d.w.z. dat hij planten eet, maar - net als heel wat dieren trouwens - ook vlees. In ontwikkelingslanden is het dier vaak de enige bron van gezond voedsel. Melk, wol leder en warmte: veel van wat de mens nodig heeft, komt voort van het dier. Dierlijke producten gebruiken of niet? Eenieders vrije keuze of toch maar beter niet?

Op de website van "People for the Ethical Treatment of Animals" vinden we het volgende:
Animal rights mean that animals are not ours to use for food, clothing, entertainment, or experimentation. Animal welfare allows these uses as long as "humane" guidelines are followed.
Omdat dieren, net als mensen pijn kunnen voelen, moeten we hen als moreel gelijkwaardig aan de mens behandelen. We moeten uit empathie met hen meevoelen en, in het verlengde van onze naastenliefde voor de medemens, hen ook rechten toekennen. In de loop van de jaren zestig en zeventig van vorige eeuw deed zich een grote verandering voor in onze samenleving. Een groot gedeelte van de bevolking was voor het eerst geboren en opgegroeid in een verstedelijkte omgeving en had geen rechtstreekse band meer met het platteland. Deze stadsmens doet fundamenteel andere ervaringen op met de natuur. De omgang met dieren is vaak beperkt tot contacten met huisdieren en een bezoek aan de zoo. Hij ziet de natuur volledig anders dan iemand die op het platteland opgroeit. Daarnaast werd de televisie gemeengoed. Die toont dagelijks tekenfilms waarin dieren worden voorgesteld die lopen als mensen, spreken als mensen, lachen als mensen (antropomorfisme). De sociologische basis van de DR-beweging vormen deze generaties stedelingen die het contact met de natuur grotendeels verloren hebben en hierdoor een gans ander perspectief ontwikkelen. Deze nieuwe situatie schept bij sommigen de voedingsbodem voor een zeer emotionele overtuiging dat mens en dier nagenoeg gelijk zijn en dat het gebruik van dieren door mensen moreel even verwerpelijk is als discriminatie op grond van geslacht of ras.


De formele dierenrechtenbeweging is ontstaan in filosofische kringen in het midden van de jaren '70. De belangrijkste grondlegger van het theoretisch gedachtegoed is de Australische professor Peter Singer, auteur van het boek "Animal Rights" (1975). In de Vlaamse vertaling ervan werd het voorwoord geschreven door Michel Vandenbosch, voorzitter van Gaia. In zijn boek pleit Prof. Singer voor gelijke consideratie met gelijke belangen van iedereen. Ongeacht of dat wezen nu een mens is, een hond, een papegaai of een varken. Wie oordeelt dat menselijk leed moreel relevant is maar leed van dieren niet, omdat dieren geen mensen zijn, discrimineert in ethisch opzicht op een onverantwoorde, vooringenomen manier, aldus Professor Singer. Inmiddels doceert Singer aan de Princeton University, en verdedigt hij daar o.a. de stelling dat er geen verschil bestaat tussen de rechten van een onmondige baby en die van een dier. Zo stelt hij dat ouders bij wie er een baby met 'defecten' wordt geboren, het recht moeten hebben deze baby te doden. Ook baby's die geboren worden met het syndroom van Dow bestempelt Singer als defect. Hij vindt ook dat mensen met voldoende hersenbeschadiging of voldoende mentale achterstand geen volwaardige mensen zijn... en geen vanzelfsprekend recht op leven hebben.


De Amerikaan Tom Regan, auteur van het boek "The Case for Animal Rights", is een ander belangrijk ideoloog van de dierenactivisten. Volgens Tom Regan is zeker elk wezen dat in staat is om de betere of slechtere kwaliteit van zijn of haar leven te beleven waardevol op zich en voor zichzelf, onafhankelijk van het nut dat zulke individuen kunnen hebben voor anderen. Tom Regan heeft in een vraaggesprek hierover verklaard dat hij in een zinkend schip zou verkiezen het leven van een verstandige hond te redden, eerder dan dat van een achterlijk kind. Naast de filosofen/ideologen zijn er actiegroepen, zoals het Amerikaanse Peta (People for the Ethical Treatment of Animals) of het Vlaamse Gaia (Global Action in the Intrest of Animals). De ideologie achter al deze lieden en organisaties is dezelfde. De filosofen Singer en Regan, het Amerikaanse Peta en het Vlaamse Gaia, én het ondergrondse dierenbevrijdingsleger ALF (Animal Liberation Front) kanten zich tegen elk gebruik van dieren voor voeding, kleding of medisch onderzoek.

Tom Regan.
Wij vragen niet om mooiere, zuiverdere kooien... maar om lege kooien; niet om een terugkeer naar de traditionele landbouw, maar naar een volledig einde aan alle handel in dierenvlees...
Hun gedachtegoed kan gezien worden als een toepassing van de natuurlijke evolutietheorie (Darwinisme) op het ethische domein. De biologie leert ons dat de mens ook een dier is. Omdat we aan mensen rechten toekennen en we biologisch gezien een dier zijn, moeten we aldus hun logica, ook aan dieren rechten toekennen. Deze rechten houden in dat dieren moeten gevrijwaard worden tegen gebruik door mensen.

De dierenrechtenideologie situeert naar eigen zeggen haar strijd in het verlengde van de vroegere strijd tegen slavernij, voor gelijke rechten voor vrouwen, en voor kinderrechten. Doch er is een fundamenteel verschil tussen het toekennen van rechten aan mensen en het toekennen van rechten aan dieren. Als men een dergelijk onderscheid niet maakt, ligt de weg open voor een nieuw soort wetgeving voor dierenbescherming, waarbij de plaats van de mens als soort ten opzichte van andere diersoorten in het gedrang komt. Wanneer andere rassen dan het blanke, of vrouwen, gelijke rechten kregen, werd hiermee eindelijk erkend dat ze denkende wezens zijn die contractueel recht kunnen naleven. Zo kregen zij ook de plichten toebedeeld die aan de mensenrechten verbonden zijn. Wanneer je dieren opneemt in de gemeenschap van rechten, dan vernietig je gewoon het principe van recht. Omdat immers geen zinnig mens van de dieren verwacht dat ze hun instinctieve gedragingen gaan wijzigen, komt het opnemen van dieren in onze rechtgemeenschap enkel neer op het beperken of ontnemen van rechten bij de mens.

De DRO's stellen tenslotte dat hun ideologie en strijd gebaseerd is op ethische gronden. Ethiek en moraal hebben in ruime zin genomen nagenoeg dezelfde betekenis. Aangezien 'moraal' afgeleid is van het Latijnse woord 'mos', meervoud 'mores', dat een vertaling is van het Griekse woord 'ethos', waar ethiek van is afgeleid. Zowel 'mos' als 'ethos' betekenen zoiets als gewoonte, zede, het goede gebruik.

Moraliteit of ethiek kan aldus omschreven worden als de wil of de gezindheid om moreel goed te leven. Daarvoor is reflectie nodig over wat het moreel goede is, en hoe zich dat in handelingen en doeleinden laat vertalen. De moderne samenleving geeft geen eensluidend antwoord op die vraag, en wordt eerder gekarakteriseerd door een moreel pluralisme; er lijken vele opvattingen over het moreel goede te bestaan die niet zo eenvoudig tot één algemeen begrip te herleiden zijn.

Ethische gronden zijn onlosmakelijk verbonden met maatschappelijke keuzes en visies in een gegeven tijdperk, en zijn geen absolute waarden waar men naar kan verwijzen om het grote gelijk te halen. Het is een kenmerk van fundamentalisten dat zij menen als enigen op moreel gebied de wijsheid in pacht hebben en ze hun ethiek aan iedereen willen opleggen.

"Ook al zouden medische proeven op dieren leiden tot een geneesmiddel tegen aids, dan nog zouden we er tegen zijn." (Ingrid Newkirk, directeur en medeoprichter van People for the Ethical Treatment of Animals) "Vlees is moord" (paneel bij een Gaia-betoging tegen schapentransporten in Nieuwpoort), "Butchers are serial killers" (opschrift op rugzak van Gaia medewerker tijdens opname van een debat in Amsterdam voor de Nederlandse televisie op 6 mei 2002 - dag van de moord van Pim Fortuyn door een dierenrechtenactivist).

De dierenrechtenbeweging heeft een extremistische en een pragmatische strekking. Beide streven evenwel precies hetzelfde doel na: een onnatuurlijk en utopisch maatschappijmodel waarin de mens het recht verliest om, net als alle andere levende wezens waarmee hij deze aardbol deelt, van de natuur en de daarin levende dieren te leven. De extremist wil dit desnoods met fysiek geweld snel bereiken. De pragmaticus gebruikt liever geen geweld (tenzij verbaal) en is, vaak op zeer mediagenieke wijze, actief onder het mom van dierenbescherming.

De dierenrechtenideologie beweert theoretisch dat ze het dier 'rechten' geeft. Zo heeft een ijsbeer het recht een zeehond op te eten omdat hij niet in staat is zich af te vragen of het ethisch verantwoord is om te doden om aan voedsel te komen. Maar een eskimo, die in hetzelfde gebied leeft, heeft volgens hen dat recht niet. Hij beseft immers dat hij een eind maakt aan het leven van de zeehond en dat het dier pijn kan voelen. Het nadien opeten, zijn pels gebruiken of verkopen zou moreel verkeerd zijn. Hier worden in de praktijk geen rechten aan de zeehond gegeven, hier worden de mens rechten ontnomen. Namelijk het natuurlijk recht om - net zoals andere dieren - zich te voeden en te leven met wat zijn natuurlijke omgeving voortbrengt. De dierenrechtendoctrine ontkent dus het recht van de mens op natuurlijke wijze te overleven in zijn milieu, en deel uit maken van de amorele voedselpiramide.

Vragen naar wat 'goed' en wat 'slecht' is , kan alleen de mens die over morele concepten en keuzen kan nadenken. De natuur kent uit zichzelf begrippen als goed en kwaad niet. Om rechten te bezitten, moeten we verantwoordelijkheid opnemen en de rechten van anderen eerbiedigen. Maar, stellen de dierenrechtenactivisten hier tegenover, onze maatschappij geeft toch ook rechten aan kinderen en mentaal gehandicapten, en deze mensen kunnen toch ook geen verantwoordelijkheid op zich kunnen nemen. Waarom krijgen dieren dan geen rechten? De zogezegde 'rechten' die onze maatschappij vooropstelt voor het kind zijn echter niet altijd deze die het kind zelf zou willen. Zo stelt onze maatschappij bijvoorbeeld dat een kind het recht moet hebben om naar school te gaan. Een recht waarvoor het kind niet geraadpleegd werd. In plaats van het recht naar school te gaan zouden kinderen wel eens het recht kunnen opeisen, niet naar school te moeten gaan. Of het recht op niet gescheiden ouders. Het gaat hier veel minder om 'rechten' dan wel om een 'morele verantwoordelijkheid'. Dit onderscheid maakt de dierenrechtenideologie niet.

Aangezien alleen de mens het abstracte begrip 'recht' verstaat en kan leven volgens opgelegde wetten, zal hij zich, in de visie van de dierenrechten, moeten aanpassen aan de dieren. Dit feit wordt ook toegegeven door dierenrechtenactivisten: zij stellen dat het nieuwe rechtsdenken over de relatie mens-dier de richting zal uitgaan "van het loslaten van de automatische koppeling tussen rechten en plichten", zoals GAIA schrijft in haar pamflet Vrijdier. Deze loskoppeling is een blanco cheque waardoor de mens ondergeschikt wordt aan de belangen van het dier, want hij is de enige diersoort die kan leven volgens wetten opgelegd door medemensen.

De dierenrechtenactivisten zetten regelmatig hun argumenten in de media kracht bij aan de hand van schokkende en sensationele beelden, die vermeende dierenmishandeling aantonen. Vaak wordt hierbij echter een uitzonderlijke situatie dik in de verf gezet en afgebeeld alsof ze schering en inslag is. Geleidelijk wordt zo door hen eenieder die voor z'n broodwinning gebruik maakt van dieren in een negatief daglicht gesteld. Ironisch genoeg passen ze de "salamitactiek" toe op een aantal sectoren. Door op basis van niet-representatieve en moeilijk verifieerbare, want geheime, opnames een (deel van een) sector in een negatief daglicht te stellen, trachten ze steeds strengere wetten te laten opstellen en aannemen. Geleidelijk zetten ze op die manier, met de glimlach van de onbaatzuchtige underdog die onrecht bestrijdt, telkens stapjes naar hun einddoel, een veganistische maatschappij. In haar schoolbrochure, en op haar website, oppert GAIA immers dat vlees eten gelijk is met moord en misbruik van kinderen. Tevens stelt ze uitdrukkelijk dat vegetariër zijn geen kwestie is van een eigen vrije keuze en je deze levenswijze aan anderen mag opdringen. De missionarissen van de dierenrechten beschouwen zichzelf als ethisch meer geëvolueerd dan de rest van ons, omdat ze zich beter zouden kunnen inleven in de situatie van andere levende wezens. Maar ironisch genoeg hebben ze geen enkel medeleven met mensen die met dierlijke producten hun boterham verdienen. Integendeel, wanneer het ze uitkomt zaaien ze haat, die reeds vaak tot geweld van extremisten heeft geleid, tegenover middenstanders, laboranten en boeren.

Uiteraard hebben de acties van de DRO ook positieve gevolgen op het gebied van dierenwelzijn. Mensen zijn allicht meer aandacht gaan besteden aan de wijze waarop zij dieren houden. De situatie is in vele sectoren zo geëvolueerd dat de dierenbescherming de normen aanvaardbaar vindt. Maar de DRO negeert de waaier aan verbeteringen die, vaak in samenwerking met de traditionele dierenbescherming, al in vele bedrijfstakken zijn uitgevoerd. Ze moet het steeds hebben van nog niet opgeloste problemen of occasionele wantoestanden om aan promotie en fundraising te doen. De DRO is in de echte zin van het woord uitgegroeid tot een industrie. Agendapunten zijn 'producten' geworden die via goed uitgekiende promotie aan de man worden gebracht. Beseffend dat hun uiteindelijke agenda voor de overgrote meerderheid van de bevolking onaanvaardbaar is camoufleren zij hun product met een dikke vernislaag van dierenbescherming om sympathie bij een breed publiek te krijgen, en stap voor stap hun doel te verwezenlijken. Bovenal levert televisie gratis publiciteit voor fundraising voor 'het hogere doel' dat achter 'het goede doel' verborgen zit. Deze bewegingen steken bijna geen tijd en geld in traditionele dierenbescherming. Dit is in hun ogen het bestrijden van symptomen in plaats van de ziekte aan de basis aan te pakken. Dit excuus zorgt ervoor dat het ingezamelde geld niet wordt uitgeven aan opvang van dieren, maar geïnvesteerd wordt in de verdere uitbouw van een professionele protestorganisatie om nog meer mensen die van dieren leven aan te vallen, nog meer geld in te zamelen en nog meer propaganda te verspreiden. De belastingbetaler financiert de publiciteit van deze industrie mee omdat haar manier van actie voeren vaak politiebegeleiding vereist.

De strijd voor de dierenrechten kent een grimmige en gewelddadige kant sinds het terroristische Animal Liberation Front op het toneel verschenen is. Regelmatig eist deze gewapende tak van de dierenrechtenbeweging nieuwe aanslagen op: de brandstichting van een hamburgerrestaurant, het vernietigen van transportmateriaal van een vleesbedrijf of het in brand steken van een bontwinkel. De aanhangers van het ALF onderstrepen dat er nooit iemand verwond werd bij hun aanslagen. Dit heeft volgens ervaren rechercheurs meer met geluk dan met voorzichtigheid te maken. Het is gewoonweg een kwestie van tijd voordat er wel gewonden vallen. Bovendien kan men met zekerheid stellen dat het ALF nu al voor slachtoffers zorgt. Telkens als het een medisch laboratorium in brand steekt uit protest tegen proeven die er op dieren gedaan worden, gaat er een schat aan medische informatie verloren. Wereldwijd worden ALF-militanten ervan verdacht sinds 1987 al meer dan 85 labo's te hebben vernietigd. Op korte termijn zijn haar aanslagen duidelijk het allerergste voor de kleine zelfstandige die z'n levenswerk letterlijk in rook ziet opgaan.

Ook inzake medisch onderzoek op dieren gaan de dierenrechtenorganisaties uit de bocht. Ze hameren er graag op dat jaarlijks honderden miljoenen dieren het leven laten in het kader van medisch onderzoek. Klinkt schokkend en onrechtvaardig, maar pakweg driehonderd miljoen dieren per jaar voor zes miljard mensen, is dat echt zoveel? Dat is één dier per mens om de twintig jaar. Om louter medische motieven! Bovendien zijn meer dan tachtig procent van die dieren knaagdieren (vooral ratten en muizen). Klinkt dat nog steeds zo schokkend? In mijn oren alvast niet. Als er ook maar de geringste kans bestaat dat aids of kanker beter behandeld of genezen kan worden dankzij die dierenproeven, heb ik er alvast weinig moeite mee. Er is ook op dit vlak geen consensus mogelijk tussen personen die het gebruik van proefdieren voor medisch onderzoek aanvaarden en DR-activisten die het gebruik van dieren voor alle menselijke doeleinden, zelf als er geen alternatief is, op morele basis verwerpen.

Uit lectuur van het voorgaande en van de eigen publicaties van de DRO's blijkt dat ze de biologische wetenschappen en de feiten uit de natuur negeren, en met hun visie onze economie en maatschappij schaden. De basis van de dierenrechtenbeweging staat zeer vijandig tegenover de mens.

Zo stelt Kevin Beedy het in "The politics of Animal Rights":
Terrorisme draagt geen morele of ethische betekenis. Het is gewoon de definitie van een welbepaalde soort van dwang.... Het is aan de woordvoerders van dierenrechten om het terrorisme als propaganda af te wijzen of om er een badge van te maken die met fierheid gedragen wordt.
Of Ingrid Newkirk, stichter van 's werelds grootste dierenrechtenorganisatie Peta, en lichtend voorbeeld voor Gaia, die zegt dit:
Er zijn 6 miljoen joden gestorven in concentratiekampen tijdens de Tweede Wereldoorlog, maar er zullen dit jaar 6 miljoen braadkippen sterven in de slachthuizen.
Deze uitspraken maken duidelijk dat de dierenrechtenbeweging gedreven wordt door een haat tegenover de mens, zijn verworvenheden, zijn rechten, zijn waarden en zijn bestaan. Ieder levend wezen kan pijn ervaren. Dat is een natuurlijk ingebouwd mechanisme om te overleven. Zich op dit feit baseren om te eisen dat dieren gelijkwaardige rechten moeten hebben als de mens is een antropomorfe en arbitraire keuze. Ons besef dat dieren pijn kunnen lijden heeft wel belangrijke gevolgen voor de manier waarop we met dieren omgaan. Er mag echter geen verwarring ontstaan tussen de begrippen 'recht' en 'verantwoordelijkheid'. De mens heeft de verantwoordelijkheid ervoor te zorgen dat hij de dieren die hij houdt goed verzorgt en dat het slachten snel, efficiënt en zo pijnloos en stressloos mogelijk gebeurt. Het dierenrechtengedachtegoed probeert ons te doen geloven dat wij mensen oorzaak zijn van alle onrecht, lijden en kwaad in de natuur. Ze proberen ons met een schuldgevoel op te zadelen, telkens we een dierlijk product gebruiken. De 'ongelovigen' zijn in hun ogen dom en blind en moeten tot inzicht gebracht worden. Het doel heiligt hierbij de middelen: misbruik van de democratie, dreigen met geweld, intimidatie, leugens, te kwader trouw handelen, verdrukkende wetgeving nastreven... om uiteindelijk te bepalen wat goed en slecht is voor ons.

Zij roepen luid om verdraagzaamheid zolang het om de verspreiding van hun eigen argumenten gaat. Wanneer zij nog maar denken iets meer dan de helft van de publieke opinie achter zich te hebben op een bepaald punt, ijveren zij voor het opleggen van een verbod aan de minderheid die hun zienswijze niet deelt. Over verdraagzaamheid tegenover personen of beroepsgroepen die na hun lastercampagne het slachtoffer zijn van haat, of in extreme gevallen van geweld, reppen ze met geen woord meer.

Hun nieuwste politieke truc is het aandringen bij politieke partijen op de overname van de zogenaamde 'best practice'. Met andere woorden, België zou de strengste normen die elders in de EU gelden automatisch moeten overnemen. Elke deelorganisatie van de internationaal georganiseerde dierenrechtenlobby streeft er, elk in haar eigen thuisland, na politici te overtuigen dat ze hun wetten en regels moeten afstemmen op de strengste versie die elders in de EU over een welbepaalde dierenkwestie bestaat. De handigheid van de 'best practice' methode van de DRO's ligt erin dat ze via intens lobbywerk in landen waar bepaalde zaken nagenoeg onbestaande of uitdovend zijn, net daar tamelijk gemakkelijk strenge wetten laten aannemen. Er is immers geen tegenstand en men treft als politicus dus niemand met dergelijke wetten. Bovendien laat het toe zich kosteloos te positioneren als een tegen wreedheden strijdende dierenvriend. Op die manier omzeilen de DRO's een echte wetenschappelijke discussie. Een concreet voorbeeld hiervan is de kwestie van een eventueel fokverbod op vossen voor hun pels. Een dergelijke issue in Oostenrijk of België streng laten reguleren, of verbieden, is veel eenvoudiger dan er een ernstige discussie over te voeren in Finland bijvoorbeeld, waar de vossenkweek beschouwd wordt als biologische landbouw en er enorm veel wetenschappelijke kennis voorhanden is over het onderwerp. Het spreekt voor zich dat dit lobbywerk veel efficiënter is in een land als België dat met moeite twee vossenkwekers telt. Deze praktijk toont aan dat de 'best practice' theorie slechts een gewiekste truc is om een echte democratische besluitvorming te omzeilen.

Een echte democratie zit immers ingewikkeld in elkaar. In die zin dat de bevolking proportioneel vertegenwoordigt wordt in machtsorganen en wetsvoorstellen niet ontstaan op basis van opiniepeilingen of propaganda, maar door rationeel te denken over de aard van een probleemstelling binnen de gepaste context. Deze aspecten van de democratie blijven voor de DRO's dode letter.

David Henshaw in "Animal Warfare. The story of the ALF":
Democratie is een luxe en niet relevant voor dieren!
Dierenrechtenactivisten hebben geen wetenschappelijke en ethische argumenten om het feit te betwisten dat enkel mensen rechten kunnen hebben. Hen blijft dan enkel nog haat, intimidatie, brandstichting en geweld over.

Een ALF-activist.
We hebben uren en uren tijd gestoken in pogingen om mensen te overtuigen geen vlees te eten..... maar de meesten trekken zich daar niets van aan, en dat is het echte kwaad..... Voor ons is dieren misbruiken een veel grotere misdaad dan vrachtwagens voor vleestransport in brand steken...... door aandacht te schenken aan wetten die toch totaal obsceen en immoreel zijn, wijken we af van waar het echt om gaat...... Ik zeg gewoon: het doel heiligt de middelen.
Tim Daley, een bekend Engels dierenrechtenactivist, stelt het zo:
Het is een oorlog, en in een oorlog moet je wapens ter hand nemen en zullen mensen gedood worden." Ziehier de grimmige ironie van het feit dat zij die actie voeren voor dierenrechten en "medeleven over de grenzen van het mensdom heen" zich ontpoppen tot gewelddadige tegenstanders van de huidige maatschappij en de mensenrechten.
Hun doel is duidelijk: de vernietiging van de persoonlijke vrijheid van keuze. Wanneer men geconfronteerd wordt met acties van DRO's moet men proberen hun ware doelstellingen voor ogen te houden en hun argumenten en beelden in dat daglicht beschouwen. Beslissingen moeten genomen worden op wetenschappelijke basis, met zin voor realiteit en met respect voor eenieders vrije keuze om al dan niet dieren te gebruiken en verbruiken. En we moeten blijven beseffen dat de mens, mits inachtneming van zijn morele verantwoordelijkheid inzake dierenwelzijn, recht heeft op het gebruik van de natuur en de daarin levende wezens. Ook politieke verantwoordelijken moeten beseffen dat ze blindelings in de val trappen van een beperkte groep fundamentalisten, zonder reëel maatschappelijk draagvlak, wanneer ze op eisen ingaan van DRO's, zonder eerst alle aspecten van een dossier te beschouwen en wetenschappelijk te laten evalueren.

Dit essay van Marc Wajsberg verscheen ook op Liberales.be.

Meer teksten van deze auteur op www.liberales.be.

4 Reacties:

At 12:20 Anoniem said...

Mooie woorden van VLD'er Marc Wajsberg, maar dat hij eerst zijn eigen partij eens overtuigt van zijn Gelijk, en pas dan komt kappen op de dierenrechten elders. Daarbij heeft Wajsberg zelf ook boter op zijn hoofd. Hij is immers de gérant van Pelsland, één van de grootste bontverkopers in de Benelux. Natuurlijk is hij tegen de seculiere moraal van de dierenrechten!

Ik ben zelf ook tegen de "dierenrechten", maar ben niet werkzaam in de bontsector. Toch raar dat de Antwerpenaar Wajsberg zo'n dingen zegt, wetende dat een ander Antwerps VLD'er, Luc Bungeneers, de kersverse schepen van DIERENWELZIJN geworden is. Bungeneers is trouwens lid van GAIA. Weer een spreidstand binnen de VLD? Of puur toeval?

 
At 14:18 Marc Wajsberg said...

Zoals ik het al in de teskt aangaf zijn "dierenrechten" en "dierenwelzijn" erg verschillende begrippen. Ik zie dus het probleem niet binnen de VLD.

 
At 14:00 Anoniem said...

Dierenrechten = zéér liberaal concept

 
At 14:00 Anoniem said...
Deze reactie is verwijderd door een blogbeheerder.  

Een reactie posten