Na de ondergang van het ‘Rijk van het Kwade’, de Sovjet-Unie, deed het postmodernisme zijn intrede in de moderne samenleving. De verloste massa eiste zijn zelfbeschikkingsrecht op om los van transcendente dogma’s zijn eigen levensweg en zingeving te bepalen. De kerk proclameerde dat het individualisme en het narcisme het mensdom ten gronde zullen richten, maar vergaten daarbij steeds wel, dat het conservatisme, de huichelarij en de lafheid van de kerkfabriek het mensdom zelf op de rand van de afgrond heeft gebracht. Hoe kan de weldenkende geest ooit vergeten dat de kerk duizenden onschuldige jongeren aangeraden heeft om het nazistische ‘anti-ideaal’ aan het Oostfront te gaan verdedigen? Hoeveel Joden zijn er niet vergast omdat de laffe Vaticaanse clerus dat tolereerde?
Sinds de jaren zestig heeft de kerk allerlei strategieën uitgewerkt om de kerk als eeuwig instituut in stand te houden. Meestal draaiden deze laatste sluiptrekkingen van een ontspoorde instelling uit op een versnelde teloorgang van de Kerk. Modieuze aanpassingen lokten niet meer jongeren naar de kerken, maar joegen de conservatieve kerkgangers zelfs weg. De Kerk zou beter meer tijd steken in de sanering van de eigen gelederen, gevuld met pedofielen, homoseksuelen, gefrustreerden en hier en daar een zeldzame idealist. Hoe kunnen de jongeren zich associëren met een orgaan dat enerzijds het intrinsiek goede belijdt, maar anderzijds voortdurend in opspraak komt door intrinsiek slechte gedragingen, zoals het in de hand werken van genocide in Rwanda, het schenden van de eerbaarheid van kinderen in katholieke scholen en vele gelijksoortige wandaden die de VN steevast aanduidt als ‘misdaden tegen de menselijkheid’?
De ethiek is losgeweekt van de godsdienst en leeft nu een eigen leven, een leven dat mede bepaald wordt door de vrije naoorlogse samenleving. De ethiek die ooit integraal bepaald werd door de kerk, is quasi intact overgenomen in de atheïstische postmoderne maatschappij, mits enkele aanpassingen aan onze hedendaagse waarden en waardeverloedering. Men mag vandaag de dag immers autopsies uitvoeren voor een betalend publiek, zoals dokter Günter Von Hagen bewees met zijn exhibitie ‘Körperwelten’. Men ontdekt ook steeds vaker dat bepaalde waarden, die door de conservatieve garde uit Vaticaanstad als fundamenteel aanzien worden, in een vrij en open maatschappelijk debat niet meer zo integraal fundamenteel blijken. De Kerk trekt hieruit de conclusie dat de ethische gewaarwording van de massa verwatert en vervangen wordt door een vorm van ‘a-moralisme’. Het mensdom leeft niet langer voor die ethische waarden, maar stelt zelf zijn gedragsregels op. Als de waarden in een open discussie niet overeind blijven, zijn ze dan wel zo fundamenteel als men vanuit de gouden salons van Vaticaanstad blijft beweren?
Herman De Dijn kan het als rasechte anti-kapitalist in zijn oneindige originaliteit niet laten om dé allergrootste marxistische cliché ‘geld maakt niet gelukkig’ aan te wenden in Hoe overleven we de vrijheid?, zijn laatste bekende boek. ‘Men mag het zingevingsproject zelf niet beheersen, want het moet iemand als een geschenk te beurt vallen. Men kan geluk niet kopen, men moet zich ontvankelijk tonen voor de transcendente machten en zo zal het eeuwige geluk de mens uiteindelijk te beurt vallen.’ Volgens hem kan onze lotsbepaling nooit een factum worden maar zal ze altijd een fatum blijven. Het pessimisme regeert bij De Dijn, en dat verwondert vandaag de dag ook niemand meer.
Waarden zijn niet de creaties van het mensdom, maar het mensdom is de creatie van de waarden. Nog nooit heeft iemand de erfenis van Ludwig Feuerbach zo verdraaid om ze te kunnen inpassen in een poging tot verdediging van religie en ethiek! Waarden worden ons aangereikt door onze katholieke traditie en zijn zo indirect ontsproten uit het katholicisme. De mens is slechts mens doorheen zijn contact met de waarden en via deze ethische waarden ziet de mens pas in welke identiteit hij heeft. Men wordt slechts mens door in relatie met anderen te treden en de waarden maken dit mogelijk. Waarden drukken steeds een vorm van mysterie uit. Niemand kan de oorsprong rationeel bepalen of aantonen waardoor iets een waarde geworden is. Ethische waarden zijn intrinsiek kwetsbaar omdat ze geen materie bepalen maar eerder een gevoel benoemen. De mens heeft getracht om de ratio toe te passen op ethiek door waarden te abstraheren en als materiaal voor te stellen. Door deze materiële projectie en incarnaties zijn waarden kwetsbaar.
Religie is een vorm die de mens bijstaat in het leren omgaan met de kwetsbaarheid van transcendente waarden, met de beperktheid van de nietige boreling en met het risico van zinverlies. In dit zingevingsproject dat de mens ‘gratuit’ aangereikt krijgt, is de enige fundamentele voorwaarde het vertrouwen in de transcendentie van een superieure kracht die orde schept in chaos, die ‘zin’ geeft. Door de illusie te koesteren dat geluk beheersbaar is, vervalt de mens vaak in cynisme en utopisme. Frustratie zal zijn deel zijn omdat hij de werkelijkheid vergeet en keer op keer met zijn eigen beperkingen geconfronteerd wordt. De mens zal nooit de Graal, de Steen der Wijzen of de Gnose vinden en zelfs indien hij er toch in zou slagen, zou de mens in zijn narcisme deze aanwenden om zichzelf ten gronde te richten. De mens is een kuddedier en deze levenshouding resulteert onvermijdelijk in een paradoxale samenleving van collectieve narcisten. Het individu staat centraal, maar om zich te kunnen onderscheiden, heeft hij nood aan een groter geheel.
Personificatie gaat immers steeds gepaard met socialisatie. Deze houding wordt tevens in de hand gewerkt door het falen van grote zingevingsprojecten waarbij individuen volledig opgingen in de samenleving, zoals de Sovjet-Unie en zijn marionettenstaten. De grootste paradox van de individuele vrijheden is de opgedrongen leefwijze door manipulatie van media. Het groepsconformisme is goed ingeburgerd en regelt alles voor de mens, maar toch voelt iedereen zich vrij! Het vertrouwen wordt hier veranderd in blindelingse participatie, geraffineerde dominantie en vanzelfsprekendheid, of zoals Johan Wolfgang von Goethe het ooit treffend wist te verwoorden: None are so hopelessly enslaved as those who falsely believe they are free.
De belangrijkste, meest bedreigde en snelst beïnvloedbare bevolkingslaag van de huidige maatschappij is de jeugd en dan vooral de adolescenten, die hun eigen seksuele aard nog moeten ‘assumeren’. De problematiek van de zoektocht naar de eigen persoonlijkheid en de allesoverheersende wil om volledig autonoom te kunnen oordelen over de eigen toekomst, vormen de pijlers van de jeugdige zingevingsthematiek. Enerzijds verwerpt de massa adolescenten elke vorm van door de traditie opgelegde zingeving, maar anderzijds volgt ze slaafs de zaken die door de media aangeprijsd worden. De mensen zijn nog nooit zo fundamenteel onvrij geweest en ze hebben zich paradoxaal nog nooit zo gelukkig gevoeld.
De wensen van de adolescenten stroken meestal niet met de wil van de ouders en dit resulteert vaak in een probleemsituatie tussen het ouderlijk gezag enerzijds en de anarchistische lokroep naar zelfbeschikking anderzijds. Deze onafhankelijkheidsstrijd loopt steeds op een sisser uit door toedoen van allerlei toevallige determinaties, zoals het eigen lichaam, de tijdsgeest, de plaats, het sociaal milieu, de financiële aanhankelijkheid e.a. Door het chronisch gebrek aan innerlijke zekerheid, kracht en weerbaarheid worden jongeren slachtoffer van faalangst, het gevoel ‘tekort te schieten’. Zo worden ze in de armen van streng autoritaire sektes gedreven, waar ze geen kans meer krijgen om nog zelf na te denken. Deze foutieve opvatting over falen en slagen is ook de hoofdoorzaak van het hoge cijfer zelfmoorden bij adolescenten. Ze zoeken de ultieme uitweg uit een in hun ogen mislukt leven.
Verder koesteren de jongeren ook een doorgedreven fascinatie voor de grens. Deze vorm van arbitraire beknotting van de vrijheid resulteert in de teloorgang van de waarden. Jongeren voelen zich in hun vrijheid beperkt en gaan deze grens moedwillig overschrijden. Jongens worden plots homofielen omdat ze zo een ‘kick’ krijgen, omdat ze zich zo kunnen profileren als interessant. De meeste homofielen zoeken gewoon aandacht omdat ze zo hun oude frustraties hopen te verwerken. Deze extreme vorm van zich willen onderscheiden van de anderen getuigt van het belang om juist die kwetsbare groep onnatuurlijke en geneesbare zieken (homofilie is immers ofwel een ziekte ofwel een psychische afwijking) te helpen door hen een alternatief zingevingsproject aan te bieden. Men moet de maatschappij niet veranderen voor enkele excessen. Men moet enkel de uitwassen bestrijden.
Doorheen de mensengeschiedenis is het steeds de wanhoop, de mislukking of de fundamentele onwetendheid geweest die het plebs naar de kerken dreef. Bij vele jongeren is deze wanhoop inderdaad opgetreden en na de zoveelste maatschappelijke mislukking, plegen ze in extremis nog een zin te geven aan hun leven door zich aan te sluiten bij extremistische semi-religieuze sekten. In België is dit voorlopig nog niets meer dan een randfenomeen, maar deze dubieuze tendens is er wel. Het pad lijkt reeds geëffend en de eerste stappen reeds gezet.
Enkele edelmoedige idealisten koesteren nog wel diverse katholiek geïnspireerde waarden, zoals broederlijkheid en naastenliefde, maar de zeldzaamheid van deze individuen getuigt weerom van de ondergang van de ethiek, van de moraliteit en van elke andere vorm van waardebeleving. De enige andere optie is het uitzichtloze pessimisme, dat het van het katholieke juk bevrijde proletariaat te beurt valt. De proles willen niet langer instemmen met de katholieke waarden omdat ze zich bedrogen en uitgebuit voelen door de Kerk. De enige fout die de Kerk nog kan maken is zijn eigen traditionele waarden verloochenen en zich zonder meer aanpassen en enten aan de hedendaagse ontspoorde en bijgevolg mislukte samenleving. Ik hoop ook dat de kerkfabriek eindelijk beseft dat de kracht van een religie niet schuilt in het marmer van het Vaticaan, maar in het stof van de sloppen. Regulering vanuit de Kerk en een constructieve Reformatie dringen zich op om het eens oppermachtig katholiek galjoen niet te laten zinken. Iedereen heeft immers recht op een tweede kans.
Fragmenten uit deze tekst verschenen in de periodiek Olvactueel.
Meer soortgelijke artikels op www.jesuit-alumni.org.
4 Reacties:
- At 17:08 Anoniem said...
-
"Iedereen heeft immers recht op een tweede kans" ?? What the f*ck ??
Ik ben het daar totaal niet met eens. Waarom zouden we een verderfelijk instituut als de Katholieke Kerk een kans geven zichzelf terug uit te vinden? Heeft de geschiedenis ons niet geleerd dat de Kerk, elke Kerk (en elke andere vorm van collectivisme en onderdrukking van het individu), enkel maar het slechtste in de mens naar boven brengt? - At 01:27 Anoniem said...
-
U heeft het waarschijnlijk over de katholieke kerk, en dan vooral in West-Europa, waar big government onder ons neergedaald is.
- At 12:23 Anoniem said...
-
Woow, beste Vincent,
Wat had je op toen je dit schreef?
Je hebt me al verschillende keren met verstomming geslagen met je razende schrijfsels, maar deze keer ga je wel helemaal in het rood. Vooral die verheffende paragraaf rond homofilie is verbijsterend. Van waar haal je die wijsheid? Toevallig niet vanuit het Vaticaan? Op audiëntie bij bisschop Leonard? Een Iraans schriftgeleerde? Die 5% holebi in de Vlaamse jeugd is dus totaal ontspoord en anarchistisch 'de grens' aan het overschrijden om zich interessant te maken.
Tja vroeger waren het er idd een pak minder ... in de openbaarheid.
Ik probeer (beperkt uiteraard als deel van het proles) te begrijpen hoe je enerzijds Dedijn bekritiseerd omwille van z'n boek waarin hij vragen stelt bij onbegrensde vrijheid, maar anderzijds toch een dramatische oproep doet tot weeropstanding van de traditionele Katholieke kerk met al z'n rigide regels.
Als je op zoek bent naar publieke waardenbeleving dan moet je gewoon je ogen open doen: de stille marsen rond de verschillende incidenten die ons land geteld heeft zijn een publieke collectieve (non-religieuze) uiting van waardenbeleving, mn verwerping van geweld en uiting van solidariteit met de slachtoffers.
Normen, waarden en de beleving ervan zijn geen statische gegevens maar evolueren samen met de maatschappij (al eeuwen, ook binnen het christelijke en katholieke geloof). De westerse samenleving is idd op zoek naar nieuwe (a-religieuze) rituelen van collectieve waardenbeleving. Dit is een interessant fenomeen, je kan de huidige eco-hysterie ook vanuit dat standpunt bekijken.
Ik krijg echter van langsom meer en meer de indruk dat liberaal bij jou wel heel erg gelijk staat aan neoconservatief (new born christian). Jammer, want dat past zo niet in een Amerikaans begrip van 'liberal'.
Jean
PS: Ik hoop dat het te wijten is aan examenstress en een noodzaak om anarchistisch-grensoverschrijdend de aandacht te trekken (mischien gecombineerd met verkiezingsstress). - At 12:35 Vincent De Roeck said...
-
Beste Jean,
Eerst en vooral neem ik, noch passief noch achtief, deel aan de opkomende federale verkiezingen. Ik zou ook niet weten voor welke partij ik zou moeten kandideren, gezien de ideologische hutsepot die alle Vlaamse partijen ervan gemaakt hebben. Maar dat is een andere discussie.
De bewuste tekst, samen met de andere tekst over het Postmodernisme zijn al wel wat gedateerd. Ik heb deze geschreven in 2002 of 2003 voor mijn middelbare school. Ik had deze teksten op mijn pc teruggevonden en omdat ik ze nog "deftig" genoeg vond, heb ik ze gepost op Libertarian.be en InFlandersFields.eu. Meer moet je daar ook niet achter zoeken.
In mijn jonge humaniorajaren dweepte ik nogal met alles wat "schokerend" was, gaande van homohaat over de holocaust tot zelfs openlijke adoraties van extreem-rechts. Na mijn "wilde" jaren is dat natuurlijk volledig omgedraaid. Je moet bepaalde passages uit die tekst dan ook in dat licht zien.
De eizona onmogelijk verklaarbare kloof tussen bepaalde passages en andere tekstuele delen, zal ik maar toeschrijven aan mijn naïviteit en gebrek aan denk- en schrijfstructuren in die tijd.
Ik sta nog steeds achter de volledige inhoud van deze tekst, ofschoon ik vandaag sommige zinnen anders zou formuleren, en minder schokerende voorbeelden zou aanhalen, maar grosso modo zou de tekst hetzelfde bevatten.
Het woord "liberal" in de VS staat helemaal niet voor ons "liberalisme" maar voor het "egalitarisme" en de "sociaal-democratie". Daarom hebben de klassiek-liberale Amerikanen de term "libertarian" uitgevonden. Maar ook dat is een andere discussie.
Wat je allegaties van "neocon" en "nbc" betreft, kan ik kort zijn. Ik heb drie jaar katholieke kleuterschool (Pulhof), 12 jaar jezuïetenschool (OLVC) en 2 jaar jezuïetenuniversiteit (FUNDP) op mijn palmares staan. Nu studeer ik al voor mijn tweede jaar aan de Katholieke Universiteit Leuven. Ik ben waarschijnlijk wel enigszins geïndoctrineerd met het christendom, maar is dat iets slechts? Ik ben zelf niet gelovig, maar heb wel respect voor bepaalde waarden die intrinsiek liberaal zijn, maar dankzij het christendom (en dan voornamelijk het protestantisme) verspreid konden worden.
Daarbij is gelovigheid niet per definitie het tegenovergestelde van liberalisme. De vrijheid van het individu moet primeren. Zolang een gelovige de anderen niet gaat dwingen hetzelfde geloof aan te hangen, is de ganse situatie perfect liberaal.
Jean, ik begrijp je kritiek. Laat het maar de dwaasheid eigen aan de jeugd zijn. Lof der Zotheid.