Walter Block is economieprofessor aan “Loyola University” in New Orleans en één van de bekendste Amerikaanse anarchisten. Respect voor de verkeersregels of de vestimentaire regels van de lokale bibliotheek vindt hij al collaboratie met de staat. In Auburn verwierp hij de idee van perfecte concurrentie en de bestaande anti-monopoliewetgeving, maakte hij komaf met elk voorstel tot publieke gezondheidszorg, bekritiseerde hij elke vorm van staatsinterventie in de economie en analyseerde hij in detail de verspilzucht van de Amerikaanse overheid sinds de Tweede Wereldoorlog. Tom Woods, historicus en momenteel de celebrity van de bende met zijn boek “Meltdown” al tien weken in de bestsellerlijst van de “New York Times”, had het in zijn lezingen vooral over marketing (hoe de libertarische boodschap het beste verpakken en communiceren?) en economische geschiedenis. De economieprofessoren Jef Herbener van “Grove City College” en Joe Salerno van “Pace University” vertelden ons op hun beurt dan weer over Carl Menger en Eugen von Böhm-Bawerk, bespraken hun impact op het economische debat (de zogenaamde “marginal revolution”), analyseerden de redenen waarom Keynesiaans beleid nog steeds de basis vormt van de huidige macro-economie en weerlegden neo-klassieke dogma’s zoals perfecte competitie en reële waarde. Het socialistische calculatiedebat werd door beide heren eveneens uitgebreid behandeld.
Mark Thornton was als economieprofessor verbonden aan de “Auburn University” alvorens hij voltijds aan de slag ging bij het LVMI. Hij kwam op deze conferentie zijn recente paper voorstellen over de financiële crisis en over zijn vergelijkend onderzoek dat aantoont dat telkens men met de bouw van een nieuwe recordbrekende wolkenkrabber begonnen is, de economie kort daarop in elkaar stuikte. Volgens Thornton is er geen oorzakelijk verband maar is de bouw van zulke projecten doorgaans net gelieerd aan de verrotte grondslag van de ganse economie op dat moment. Art Carden, economieprofessor aan “Rhodes College”, kwam ons uitleggen waarom shortselling en “insider trading” perfect aanvaardbaar zijn, waarom consumentenbescherming in het beste geval nutteloos is (want de markt zou dat even goed geregeld kunnen hebben) en in het slechtste geval contraproductief (consumenten denken zelf niet meer na), waarom grote bedrijven nooit lang kunnen bestaan omwille van het prijsmechanisme (hoe groter men wordt, hoe meer intern men produceert én consumeert, en hoe minder men de juiste marktconforme prijzen kan verrekenen) tenzij wanneer ze met de overheid naar bed gaan, en waarom enkel de “private property approach” klimaat- en milieuproblemen kan oplossen.
Jörg Guido Hülsmann is als professor economie verbonden aan de universiteit van Angers en staat ook bekend als gevierd Ludwig von Mises-biograaf. Hülsmann leidde de seminarieweek in met een schets van het leven en werk van Mises om nadien in detail in te gaan op deflatie (hij ziet daar helemaal geen gevaar in, meer nog, hij beschouwt dit als de normale uitkomst van een functionerende vrijemarkteconomie) en “legal tender laws” (hij is hier sterk tegen gekant en beschouwt geld gewoon als elk ander goed op de markt). Hans-Hermann Hoppe is professor emeritus van de “University of Nevada” en wijdde ons in Auburn in de praxeologie in. Ook de economische nonsens van politieke centralisatie en verstaatste justitie kwam in zijn lezingen aan bod, net zoals zijn stokpaardjes: private veiligheid en private rechtbanken. LVMI-voorzitter Doug French besteedde in zijn uiteenzettingen dan weer tijd aan de geschiedenis van het geld en aan de gevolgen van een centrale bank.
Bob Murphy is oud-professor van “Hillsdale College” en vandaag werkzaam als econoom bij het “Institute for Energy Research”. Murphy is eveneens een “born again Christian” die rotsvast gelooft in de nauwe relatie tussen libertarisme en het Christendom. Hierin werd hij trouwens bijgesprongen door Gary North, professor emeritus van de “University of California” en de auteur van een economische detailanalyse van de Bijbel in 25 volumes, die in Auburn een gastlezing is komen geven over zijn carrière binnen de libertarische beweging. Murphy zelf onderwees ons over de verschillen tussen de Chicagoschool en de Oostenrijkse School, de basisconcepten van kapitaal en interest, en de verschillende analytische methoden en modellen in het economische debat. Ralph Raico, professor emeritus van “Buffalo State College”, sprak in Auburn over de intellectuele geschiedenis van het liberalisme en over het onmogelijk samengaan van “war” en “liberty”, zelfs wanneer vrijheid het argument is om de oorlog te rechtvaardigen. Roger Garrison doceert economie aan “Auburn University” en maakte van zijn tijd aan het LVMI gebruik om ons de volledige Oostenrijkse “business cyclus”-theorie uit de doeken te doen, ons de verschillen tussen Hayek en Keynes, en die tussen Wenen en Chicago, uit te leggen, en om ons ervan te overtuigen dat minimumlonen immoreel zijn én contraproductief werken.
Thomas DiLorenzo is professor aan “Loyola College” in Baltimore en een onvoorwaardelijke verdediger van de Confederatie ten tijde van de “Oorlog van de Noordelijke Agressie”, oftewel de Amerikaanse Burgeroorlog. In Auburn pleitte hij voor de afschaffing van anti-monopoliewetten (monopolies in een vrije markt zijn immers ofwel goed voor de consument, ofwel houden ze zéér kort stand) en analyseerde hij de verschillende Amerikaanse presidenten van goed naar slecht. Zijn conclusie: sinds George Washington was elke president erger dan zijn voorganger. Stephan Kinsella is oud-rechtenprofessor aan “South Texas College” en momenteel een befaamd IPR-advcaat. Kinsella verwerpt de idee van intellectuele eigendomsrechten en dat was ook het thema van zijn gastlezing op de “Mises University”. Deze seminarieweek bestond grotendeels uit samenlopende lezingen waaruit de deelnemers individueel een eigen keuze konden maken. Alle bovenvermelde professoren hebben ook nog tal van andere thema’s aangereikt, maar ik heb mij hier enkel beperkt tot de sessies die ikzelf bijgewoond heb. Het concept sprak mij zelf eveneens erg aan. Ik overweeg dan ook om volgend jaar opnieuw naar de “Mises University” af te zakken en mij dan minder in de politieke economie én meer in geschiedenis en filosofie te verdiepen. Alvast iets om naar uit te kijken dus, net als mijn sportschietplannen in Alabama die dit jaar in het water gevallen zijn omdat de “gun range” op zondag klaarblijkelijk gesloten was.
Bovenaan alle 230 deelnemers in het buitenauditorium, onderaan mezelf onder Ludwig von Mises in de instituutsbibliotheek.
Meer over deze jaarlijkse zomerschool op www.mises.org.
5 Reacties:
- At 11:27 Xavier Meulders (op IFF) said...
-
"LVMI-voorzitter Doug French besteedde in zijn uiteenzettingen..." --> Sinds wanneer is Lew Rockwell van zijn troon gestoten in Auburn? Dat is het eerste dat ik erover hoor... :-p
- At 11:29 Vincent De Roeck said...
-
http://mises.org/faculty.aspx
Doug French is de nieuwe "President" (uitvoerend comité), Lew Rockwell blijft de titel "Chairman" (raad van bestuur) dragen. Tot vorig jaar combineerde Rockwell beide titels/functies maar met het oog op het werven van (nog) meer sponsors heeft het LVMI een professionele "corporate governance" structuur op poten gezet. Rockwell was wel aanwezig op de Mises University maar heeft er zelf niet gesproken. - At 17:13 Anoniem said...
-
Tja de gun range op een zondag, dat is een overtreding van het zondagsgebod nietwaar ?
- At 17:13 Marc Huybrechts (op IFF) said...
-
Als de winkels in Belgie gesloten zijn op zondag zou er dan geen "zondagsgebod" in werking zijn? En van wie komt dat gebod/verbod? Van de vakbonden?
Wanneer een eigenaar van een "gun range" zijn zaak sluit op basis van zijn persoonlijke overtuiging dan blijft hij een vrije mens. Er zijn geen politiemannen van God die hem een boete komen opleggen.
Wanneer een Belgische winkelier zijn zaak moet sluiten op straffe van..... Is dat dan een 'vrije mens', of is dat een slaafje van een groepskabaal? - At 17:14 Vincent De Roeck said...
-
Even verduidelijken. De "gun range" zelf was wel open op zondag, enkel de "gun rental" was gesloten. Maar dat laatste was voor deze buitenlander net cruciaal.