Mijn mening i.v.m. met de discriminatie van rokers is genuanceerd. Zoals professor emeritus Blanpain het zelf ook stelde, valt de discriminatie van rokers niet onder de - strikt letterlijke - Europese anti-discriminatieregels. Op het eerste zicht heeft Europees Commissaris Spidla dus overschot van gelijk in zijn mening dat het discrimineren van rokers in de jobwerving wettelijk mag. Hij vergeet echter het recht op privacy, een ander grondwettelijk recht, zowel op Europees als op nationaal niveau. Bijgevolg kan de discriminatie van rokers wettelijk niet, wat Spidla ook mag zeggen of geloven. Zo liggen de zaken er in de huidige wettelijke situatie voor.Ik heb op dit antwoord tot op heden nog geen repliek ontvangen.
De vraag hier is echter niet of het al dan niet wettelijk is, maar of het moreel en feitelijk te rechtvaardigen valt. Mag een werkgever - wat de wetten ook mogen zeggen - rokers discrimineren? Ook op deze vraag dien ik een genuanceerd antwoord te geven. Het voorbeeld van het TV1-journaal spreekt dan ook boekdelen. Voetballers een job weigeren omdat ze roken, is perfect aanvaardbaar. Sport en tabak gaan op topniveau niet samen. Niemand die hieraan aanstoot neemt. Elk individu dat de ambitie heeft om topsporter te worden, beseft dit en zal de sigaret links laten liggen.
Het voorval gaat echter niet over een (top)sportman, maar over een telefoonoperator in een callcenter. Zoals professor emeritus Blanpain het ook stelt, spreekt het voor zich dat de werkgever roken kan verbieden op de werkvloer. Er is ook niemand die dit voorrecht van de werkgever wil afschaffen of aan banden leggen. Het recht van de rokers primeert niet op de rechten van de niet-rokers in dezelfde werkruimte.
Mag de werkgever mensen die buiten de werkuren roken, discrimineren? Dit is de kern van het vraagstuk. Mijn mening omvat een aantal hypotheses. Ten eerste, haal ik graag de problematiek van de verloning aan. Als het personeelslid in kwestie in zijn loonpakket geniet van een aantal extralegale voordelen, zoals een of andere vorm van levensverzekering, en als de premie die de werkgever hiervoor moet betalen hoger komt te liggen door het rookgedrag van de werknemer, mag die werkgever wel degelijk rokers weigeren. Niets rechtvaardigt de hogere verzekeringspremies die de werkgever moet betalen. De werknemer neemt risico's die de werkgever dan maar moet dekken. Iedereen beseft toch dat deze situatie niet kan.
Ten tweede, beroep ik mij graag op de wensen van het clienteel. Zoals de poortenfabrikant allochtonen mocht weigeren op vraag van zijn clandisie, mag de werkgever dit ook wanneer het rokers betreft. Als het personeelslid rechtstreeks in contact komt met klanten en die klanten geven duidelijk te kennen dat ze liever zaken doen met werknemers die "goed ruiken" en die geen "gele tanden of nagels" hebben, mag de werkgever wel degelijk discrimineren. Ik denk dan bijvoorbeeld aan schoonheidssalons, waar ook "lelijke" mensen geweigerd zullen worden als personeelslid omdat ze nu eenmaal het uithangbord van het bedrijf zijn. Geen enkel bedrijf mag door de overheid gewongen worden een zeker imagoverlies met bijhorend klantenverlies te aanvaarden door het rookgedrag van zijn personeel. De privacy van de rokers weegt niet op tegen de gevolgen voor de firma.
Ten derde, hamer ik op de voorbeeldfunctie van bepaalde personen in hun job, zoals leerkrachten, sociale werkers en onthaalmoeders. Wanneer zij tijdens de werkuren niet roken, blijft de geur van sigaretten niettemin in hun kleren en adem hangen. Ook al zien de kinderen de persoon in kwestie niet roken, ze weten wel dat hij rookt en kunnen zich maar al te gemakkelijk spiegelen aan hem als "rolmodel". Ook in deze gevallen weegt het recht op privacy niet op tegen de gevolgen voor de jeugd. De bescherming van eventuele minderjarigen moet primeren.
Tenslotte, kom ik graag tot een algemeen genuanceerd denkpatroon. In de andere gevallen moet men een aantal gronden van rechtvaardiging en van verwerping met elkaar vergelijken en - geval per geval - bekijken welk argument op de anderen primeert. Ik denk dan in de eerste plaats aan het afwegen van de sfeer op de werkvloer (men neemt geen roker aan wanneer alle personeelsleden niet-rokers zijn), het recht op privacy (wat men buiten de werkuren doet, staat los van de job), de wervingsvrijheid van de werkgever (de staat moet zich hierin niet bemoeien) en de productiviteit van de werknemers (rokers met afkickverschijnselen functioneren minder).
Persoonlijk, ben ik een tegenstander van alle ingrijpende maatregelen van de monsterstaat in zaken die het niet aangaat in het algemeen en van de anti-discriminatiewet, die daar het meest recente voorbeeld van is, in het bijzonder. Het is niet aan de staat om regels op te leggen aan de prive-sector. Het is niet aan de staat om dergelijke "discriminaties" te verbieden of te criminaliseren. Daarom ben ik eerder geneigd om de wervingsvrijheid te laten primeren op het recht op privacy. Een werkgever kiest steevast voor de beste kandidaten. Als hij beslist geen rokers aan te nemen, zal hij daarvoor wel een goede reden hebben. Geen enkele werkgever wil zijn bedrijf immers schade berokkenen.
We moeten het geval per geval bestuderen, maar niet uit het oog verliezen dat de staat in wezen geen zeggenschap heeft of zou mogen hebben in het al dan niet aannemen van bepaalde soorten mensen. Wanneer een lelijke dikke vrouw droomt van een job als airhostess, moet ze ook vermageren. Wanneer een lelijke oude man droomt van een filmcarrière, moet hij ook een aantal operaties ondergaan. Wanneer een roker per se die bepaalde job wilt, moet hij gewoonweg stoppen met roken ... Het is telkens aan het individu - en aan het individu alleen! - om de knoop door te hakken. Het is aan hem om zijn prioriteiten te bepalen, om - met andere woorden - te kiezen tussen een sigaret of een welbepaalde job.
Meer over Vladimir Spidla op www.ec.europa.eu.
7 Reacties:
- At 12:10 Anoniem said...
-
Straks de BM-index als criterium of de eis te sporten of je eetgewoonten enz... enz... Onder het voorwendsel van "gezondheid", "veiligheid", worden ons aan de lopende band burgerlijke vrijheden afhandig gemaakt door een overheid die zich zelf ver onder de middelmaat bevindt en van langs om meer autoritaire trekjes vertoont... En dat is een eufemisme. Ze zouden eens moeten horen hoe "de mensen" Žcht denken en oordelen over hun regeerders... Ze zouden daar nogal van opkijken. Ook dat is een eufemisme.
- At 12:11 Anoniem said...
-
Een arbeidscontract is een overeenkomst tussen partijen die verondersteld worden in alle vrijheid die afspraken met elkaar te maken.
Het lijkt mij dan ook normaal dat een werkgever in alle vrijheid mag beslissen wie hij aanwerft en wie niet. Op dit ogenblik bestaan er wetten die daarbij discriminatie op een aantal vlakken verbieden, maar zoals prof. Storme vind ik dit een ontoelaatbare inmenging van de overheid in sociale aangelegenheden van privŽ-aard. 'Arbeid' zie ik niet als een publiek instituut, maar als een privŽ-activiteit.
Met aantasting van burgerrechten heeft dit niets te maken. Integendeel, als de Europese Commissie zou gezegd hebben dat werkgevers rokers niet mogen weigeren, dan pas zou het om een ontoelaatbare inmenging in privŽ-aangelegenheden gaan.
Uiteraard zou een werkgever mijns inziens ook, indien hij dat zou wensen, mogen beslissen om alleen maar rokers aan te werven en niet-rokers te weigeren. Voor een sigarettenfabrikant zou mij dat zelfs een goede zaak lijken. - At 12:11 Anoniem said...
-
Het is natuurlijk niet de taak van een Europees commissaris om de Europese wetgeving toe te passen (hij geeft enkel zijn visie); dit is de taak van de rechterlijke macht in de Unie met als laatste rechtbank het Hof in Luxemburg.
Voor zover ik het begrijp ging de vraag over de aanwerving van rokers. Aangezien dit tot de privŽsfeer behoort (voor zover op het werk geen tijd wordt verloren door daar te roken) is zo'n vraag ongeoorloofd, het is dus geoorloofd als sollicitant daarover te effenaf liegen om zijn kansen bij de aanwerving niet te hypothekeren met iets uit zijn privŽsfeer waarmee zijn kandidaat-werkgever niets te maken heeft. - At 12:12 Anoniem said...
-
Waarom mag een werkgever wel rokers, maar niet allochtonen discrimineren?
Is dat enkel omdat anti-roker zijn "goed" is en racisme "slecht"?
is het aan de wetgever om dit onderscheid te maken? - At 12:12 Anoniem said...
-
Roken is nog altijd iets dat je zelf in de hand hebt. Je rookt of je rookt niet. Allochtoon zijn heb je niet in de hand.
Roken is slecht voor de gezondheid, stoort heel wat andere mensen. Net zoals alcohol doorgaans niet toegestaan is op en rond het werk, is roken dat nu ook niet. Maar niemand zal kunnen verbieden dat je thuis rookt, of op cafŽ een pater drinkt... - At 12:13 Anoniem said...
-
Een werkgever mag weigeren wie hij wil om redenen die hijzelf kiest (en die hij niet aan de neus van de sollicitant moet hangen).
Langs de andere kant heeft ieder individu recht op privacy. Dat wil zeggen dat hij of zij bij een sollicitatie mag weigeren te antwoorden op een vraag. Straffer nog, om het privacy recht te beschermen lijkt het mij geoorloofd dat een sollicitant liegt op pertinente vragen die zijn privacy schenden. - At 22:10 Anoniem said...
-
Wij zoeken vertalers in verschillende talen :
duitser, italiaan, spanjaard, portugezen, grêque, nederlanders, denen, finnen, bask, catalaan, japonés, enz.
Als niet een antwoord, het bericht opnieuw terugsturen
--
Nous cherchons des traducteurs en plusieurs langues :
allemand, italien, espagnol, portugais, grêque, hollandais, danois, finlandais, basque, catalan, japonais, etc.
http://www.noslibertes.org