Herinnert u zich Marcel Colla? De helmboswuivende Antwerpse socialist maakte zich in 1996 onsterfelijk door als minister van Volksgezondheid een verbod af te kondigen op de toentertijd razend populaire flippo's in zakjes chips. Een bejaarde dame was namelijk in een flying flippo gestikt. Verbieden dus, die handel. In Nederland raakten ze minder snel in paniek. Instellingen voor mentaal gehandicapten en dementerende bejaarden kregen daar het simpele advies vooraf de kleurige plastic schijfjes uit de chipszakjes te verwijderen. Colla's carrière kwam tot een roemloos einde toen hij tijdens de dioxinekippencrisis aanzienlijk minder daadkracht tentoonspreidde. En mocht het u interesseren: sinds 2001 mogen chips weer in zakjes chips, als ze apart verpakt zijn.
De opvolgster van Colla, de groene Magda Aelvoet, wist ook van wanten als regelnicht. Ze stelde ooit voor de verkoop van chocoladesigaretten te verbieden, omdat die kinderen op slinkse wijze aan de tabaksmaffia zou overleveren. Vervolgens verbood Aelvoet een looprekje voor peuters, want die zouden er te snel door worden gedwongen te lopen: laat de natuur toch zijn gang gaan. Foute bemoeizucht en regeldrift zitten vele bewindslui ingebakken. Vooral op het mediagenieke departement Consumentenzaken: met een scheet in een fles word je al uitgenodigd in De zevende dag. De nieuwbakken minister Freya Van den Bossche debuteerde in 2003 met het verbieden van olijfolie in spuitbussen, wegens groot explosiegevaar tijdens een barbecue. Achteraf bleek dat de omstreden sprays al een jaar niet meer werden geproduceerd. Later stuurde ze inspecteurs op pad om de spertijd rond Sinterklaas te controleren - zalig het land waar dit een groter probleem is dan de fiscale en sociale fraude. En tussendoor bemoeide ze zich ook met kleuterschooltjes die een reis naar een speelgoedparadijs organiseerden. Alsof dat niet meer een zaak voor ouders en directies is.
Intussen heeft Van den Bossche bijgeleerd. Met haar portefeuille van Begroting erbij heeft ze ook minder tijd op overschot. Toen de commissie Consumentenveiligheid Belgen wilde verbieden meer dan twintig keer per jaar onder de zonnebank te gaan wegens groot gevaar voor huidkanker, hield Freya de bal af: “Zo'n wet valt onmogelijk te controleren.'' Als al haar collega's die wijze norm zouden hanteren - geen wetten die alleen het papier waard zijn waarop ze zijn geschreven - dan zou er meteen een einde komen aan de zondvloed van wetten, decreten en reglementen die nu ons leven verzuurt. Een samenleving verander je immers niet bij decreet, zoals de Franse socioloog Michel Crozier zegt.
Dat blijkt helaas nog niet tot alle politici doorgedrongen. En zo bant de stad Brussel, in het kader van de strijd tegen obesitas, frisdrank- en snoepautomaten uit de scholen. Scouts mogen op kamp geen kippen meer slachten: dat schaadt het dierenwelzijn. En binnenkort mogen ze er ook geen seks meer mee hebben, want dan wordt seks et dieren - lach niet! - bij wet verboden. Net zoals dat al het geval is voor roken op openbare plaatsen, in bedrijven en restaurants, reclame voor alcopops en borstvergrotingen, het bedrieglijk leuren met dieetpillen en vuurtje stoken in je eigen tuin.
Na de 'vrijheid blijheid' uit vroeger dagen zitten we volop in een spiraal van verbieden en beteugelen. Onze verzorgingsstaat verwordt tot een veiligheidsstaat die alle risico's uit de samenleving probeert te bannen. Na elke opstoot van 'zinloos geweld' wordt in het parlement weer oeverloos gedebatteerd over een verbod op gewelddadige videospelletjes. Alsof dat meteen een einde zou maken aan de kwaal van jeugdig straatgeweld. Als in het weekend weer een dozijn doden valt op onze wegen, wordt gepleit voor een absoluut rijverbod voor jongeren van vrijdag- tot zondagavond: neem de heethoofden in bescherming tegen zichzelf.
We gaan zelfs heel hypothetische gevaren met verboden te lijf. Kinderartsen roepen om gsm's te verbieden bij kinderen jonger dan zestien jaar, ook al is er geen enkel hard bewijs dat gsm-straling een gevaar voor de gezondheid is. Oké, kinderhersenen zijn nog niet volgroeid, maar anders dan volwassenen bellen kinderen ook niet de hele dag. Dat is veel te duur. Hun mobieltje gebruiken ze liever om te sms'en, op veilige afstand van hun hersenpan. Gek toch dat kinderartsen dat niet lijken te weten. Er lijkt bijna geen dag voorbij te gaan of een minister, parlementslid of burgemeester zwaait met nieuwe verboden en regeltjes. Wanneer wordt trop te veel? Hoe murw is een samenleving na een tsoenami van 76.000 bladzijden Staatsblad? Natuurlijk, we hebben een bijzonder ingewikkeld land met drie gewesten en drie gemeenschappen. Maar de regelvloed heeft evengoed te maken met blinde profileringsdrang. Jean-Marie Dedecker, indertijd de drijvende kracht achter de webstek www.stopdebetutteling.be stelt het als volgt:
Elke politicus wil toch zo graag zijn vijf minuutjes glorie. We hebben te veel ministers en te veel parlementsleden die allemaal willen scoren. En zo krijg je een diarree van wetten die niemand nog kent.Die diarree is, merkwaardig genoeg, omgekeerd evenrechtig met de reële macht van de politiek dezer dagen. In onze geglobaliseerde economie zijn nationale regeringen machteloze toeschouwers. Ze moeten ook steeds meer gezag afstaan aan de mandarijnen van de Europese Unie, zelf ook regelneven eerste klas. Die vaststelling verklaart de paradox van de postmoderne politiek: de overheid is alomtegenwoordig waar ze niets te zoeken heeft en waar ze wel moet zijn, trekt ze zich met de staart tussen de benen terug. De hervorming van justitie en de arbeidsmarkt, de vergrijzing, de toenemende zorgbehoeften en de betaalbaarheid van onze pensioenen zijn zulke zware dossiers dat de verleiding groot is snel te scoren met hapklare onnozelheden als flippo's, alcopops en de kwaliteit van wat ons als chateaubriand bij de slager wordt gepresenteerd. Zeker voor parlementsleden die anders nooit in beeld komen: het parlementaire halfrond is een afhamerfabriek. Vooral de leden van de meerderheid vervelen zich te pletteren en zijn panisch op zoek naar een bewijs van het eigen bestaan.
Juist de machteloosheid van de politiek in het tijdperk na het einde van de Grote Verhalen zorgt voor een vloed van beuzelarijen in de regelgeving. De bemoeizucht van de nanny state neemt toe. I.p.v. de maatschappij socio-economisch vorm te geven, lijkt de overheid steeds meer bezig met lifestylepolitiek. Gezondheid is het hoogste individuele goed vandaag, zo tonen alle omvragen. De overheid spendeert er een grote hap van haar budget aan. Terwijl de kosten van de gezondheidszorg onhoudbaar groeien, lijkt preventie een mirakeloplossing. In campagnes wordt de burger voorgekauwd hoe hij gezond moet leven.
Minister van Volksgezondheid Rudy Demotte speelt dolgraag de rol van keizer-koster. Hij heeft rokers al gebannen uit bedrijven en restaurants, en het duurt niet lang meer of ook de cafés zijn verboden terrein. Het is één zaak de burger bewust te maken van gezondheidsrisico's, een andere is het in zijn plaats levenskeuzes te maken. Demotte had evengoed de beslissing over roken of niet-roken aan de markt kunnen overlaten: cafébazen en restauranthouders beslissen zelf. Maar daar gelooft hij als Waals socialist niet in. Liever een van bovenaf opgelegde wet die rokers, toch nog altijd geen gering deel van de bevolking, als paria's buitensluit.
Het moet gezegd: regeldrift is een beetje een socialistische kwaal, zeker over de taalgrens. De oude idealen en strijdbaarheid zijn daar ondergesneeuwd geraakt door een cultuur van afhankelijkheid en politiek gepamper: geen sociaal probleem of er valt wel een wetje of een uitkering als stoplap te bedenken. Dewi Van de Vijver, het ambitieuze liberale meisje, filosofeert als volgt in een interview met P-Magazine:
Socialisten gaan uit van de zwakte van de mens, in plaats van zijn sterkte. (...) Maar moet er daarom permanente betutteling zijn? Mijn stelling is: wie zich in zijn eentje kan redden, tant mieux. Wie dat niet kan, tant pis. Dan kunnen we nog altijd zien hoe we hem opvangen.Dat is natuurlijk een karikatuur. Maar er zit ook waarheid in. Onze verzorgingsstaat biedt bescherming tegen ziekte, werkloosheid en ongevallen, maar de keerzijde is een cultuur van passiviteit, goedkoop slachtofferschap en klagen. De Britse socioloog Frank Furedi spreekt van 'de therapeutische samenleving':
Ze pampert onze zwakheden in plaats van onze weerbaarheid te versterken en ons te leren met de onvermijdelijke tegenspoed van het leven om te gaan. Zo worden we meer en meer jengelende kinderen die niet meer voor zichzelf kunnen zorgen.Deze week gingen de belspelletjes op de commerciële televisie weer over de hekel. Dit keer ging het om bedrog en fraude. En het allerergste was, volgens critici, dat er “misbruik werd gemaakt van laaggeschoolden, ouderen en werklozen, de zwakste groepen in onze samenleving''. Dus meteen verbieden, die domme spelletjes om geld. Of zullen we gewoon met zijn allen niet meer bellen, dan verdwijnen ze vanzelf? Intussen moet je toch op de planeet Mars wonen om niet door te hebben dat hier niets te winnen valt?
Hetzelfde met de misleidende tv-reclame van het ringtonebedrijf Jamba, dat je in plaats van een simpel gsm-deuntje meteen een abonnement aansmeert. Hier zijn vooral jongelui het slachtoffer. Eén smsje kost al snel 150 euro, voor ze doorhebben dat je alleen maar het woordje 'stop' moet doorsturen om een einde te maken aan het doorseinen van betalende reclameboodschappen. Dit is natuurlijk een zeer heikel punt: minderjarigen kunnen geen bindende contracten afsluiten. Allicht kan dit soort impulsaankopen per sms dus maar beter verboden worden. Maar Jamba kan ook een nuttige levensles zijn voor jonge consumenten die gewend zijn aan instant-bevrediging. Zeker als ze zelf mee moeten opdraaien voor de kosten van hun ondoordachte avontuur. Wie zijn gat verbrandt, moet op de blaren zitten: alleen met die wetenschap word je in onze ingewikkelde wereld een weerbaar individu.
Ook in het schandaal rond de dubieuze kredietpraktijken van Citibank blijven de slachtoffers al te gemakkelijk buiten schot. Boze banken en warenhuisketens zouden arme donders verleiden met al te gemakkelijk toegekende leningen en betaalkaarten om zich diep in de schulden te steken. Alsof de consument een weerloos kind is dat niet nee kan zeggen zodra hij een spelletjescomputer of een plasma-tv op afbetaling ziet: “Want wij armen zijn niet minder dan de anderen, ook al hebben wij geen geld." Ons land heeft al een behoorlijk strenge wetgeving op consumentenkrediet. Nu moet die alleen nog terdege worden toegepast op het terrein. Maar mensen tegen zichzelf beschermen, kan geen enkele verordening, en zelfs geen tienduizend wetten. De verzorgingsstaat is geen sprookjesland.
Dit essay van Gilbert Roox verscheen ook in De Standaard.
Meer teksten van hem op www.standaard.be.
4 Reacties:
- At 11:29 Anoniem said...
-
Zeer knappe tekst, Vincent. Waar heb je die weer weten op te rakelen? De reglementitis is inderdaad één van de grootste kwalen van onze socialistische welvaartsstaat. De reglementitis aanpakken, is een zéér goed begin voor de aanpak van de sinterklaasstaat as such.
Over de auteur van de tekst ben ik niet zo te spreken, hoewel hij hier wel een degelijke tekst weet neer te schrijven.
Gilbert Roox, de auteur van dit essay, is de eindredacteur voor de weekendbijdragen van de Standaard en kwam onlangs in opspraak toen hij een interview met Philippe Bruel publiceerde dat nooit plaatsgevonden had. Roox had gewoon de TV-antwoorden van Bruel wat handig verpakt en gepubliceerd als interview. Een journalistieke blunder van formaat.
Collega-blogger en journalist Luc Van Balberghe schreef toen het volgende op zijn blog: Gilbert Roox is een journalist van De Standaard die gewoon de informatie uit De Morgen en Koppen overnam als basis om een eigen artikel te schrijven, alsof hij de interviews zelf had gedaan. Hopelijk heeft De Standaard hem daar geen verplaatsingsvergoeding voor moeten betalen. Dergelijke vaststellingen zijn een beetje pijnlijk voor een blad dat zichzelf krampachtig blijft ‘kwaliteitskrant’ noemen. Gilbert Roox is een wat verzuurde, mislukte auteur die een goeie tien jaar geleden de Vlaamse Debuutprijs voor Proza kreeg, maar na twee romans (onder schuilnaam) hoorden we er niets meer van. Misschien was hij toch beter fictie blijven schrijven.
Jammer van de credentials van de auteur. Maar dat doet natuurlijk geen afbreuk aan de inhoud van zijn essay. - At 18:29 Anoniem said...
-
Gedurfd van De Standaard om zulke teksten te publiceren. De Standaard stijgt voortdurend in mijn achting. DS koos ten tijde van Vorst de kant van het kapitalisme tegen de vakbonden en de andere (linkse) media. DS koos in de vorige kerstperiode voor de vrije meningsuiting, inclusief het recht om racistische uitspraken te doen. De titel "Racisme is een mening, geen misdrijf" sprak dan ook in dat opzicht boekdelen. En nu kiest DS voor het oerliberale staatsproject van minimal state. Gedurfd, maar terecht. DS is de échte stem in Vlaanderen die (een beetje) onze idealen verkondigt. Abonnementen op De Tijd en De Morgen dus opzeggen!
- At 11:49 Anoniem said...
-
Het verbieden van belspellen en sms-spellen heeft m.i. geen zin, dan komt er wel iets anders waar mensen dan weer mee worden belazerd. De staats(k)loterij, lotto, krasloten e.d. ook maar verbieden?
Iedereen weet dat de kansen voor een grote prijs bijzonder klein zijn. Alle kansspelen verdienen aan de mensen die meedoen, anders hadden die spellen geen bestaansrecht. Elk spel, waar geld of andere prijzen mee te verdienen zijn, belazert de boel... MAAR ELKE BURGER WEET DAT EN IS DUS OOK ZELF VERANTWOORDELIJK VOOR ZIJN DADEN. - At 11:51 Anoniem said...
-
Ik ben voor verbieden. Het gaat me echter niet zozeer om het mogelijk illegaal zijn ervan, maar gewoon om het feit dat de burger beschermd moet worden en dat ze mij geweldig irriteren.
Deinhoud van deze belspellen e.a. - op welk tijdstip dan ook - heeft tevens absoluut geen toegevoegde waarde. Er zit totaal geen uitdaging in de woordspellen, of er moeten onmogelijke combinaties gemaakt worden, zoals bij de spellen. Verder zou ik me echt schamen als ik zo'n programma zou moeten presenteren en constant de zinnen 'ik zie em nog steeds niet hoor, misschien u wel?' / 'het is zaterdag dus iedereen is weg, grijp uw kans' / 'als u niet belt doet iemand anders het wel hoor!', enz. verplicht zou moeten uitspreken.
Ik zou zeggen: gooi die belspellen van de buis en zendt iets fatsoenlijks of testbeeld uit! Verder maakt het mij trouwens de pis niet lauw; ik kijk alleen 's avond TV want ik heb overdag wél een leven.