There was a time when Euro-sleaze used to make us angry. Back in the 1990s, the annual publication of the budget report was big news in Britain. But, as the years have passed, we have come to see corruption as part of the natural order in Brussels. It’s odd, really. If a private company behaved the way the EU does, its directors would be in prison. If a national government casually admitted that it did not use double-entry book-keeping, that its accounts were held on Excel spreadsheets, and they could be retrospectively adjusted, there would be a major scandal. Why, then, do we treat Brussels any differently?
After all, the sums of money involved are not insignificant. The European Union budget has grown exponentially, from €4 billion in 1970 to €100 billion in 2000, and a projected €140 billion this year. For most member states, the gross contribution is a significant proportion of the national budget; for most citizens, the cost is around €3000 a year. Euro-philes usually try to disguise this cost by quoting each country’s net rather than its gross contribution – in other words, they deduct the amount of European Union money spent within that country from the total tribute. But we do not apply this criterion in any other sphere of politics. No national government would try to tell its people that the amount of income tax they pay is in fact zero, because the entire sum is “given back” in roads, schools and hospitals. Yet that is the precise equivalent of arguing that we should offset every European Union-funded initiative from the cost of the national contributions.
The reason that we no longer complain about Euro-fraud is that we have given up on any hope of reform. I happened to read a book last week about successful marriages. The author’s point, if I understood her correctly, was that a marriage can sustain any number of tempestuous rows. If the couple are fighting, it shows that each partner cares enough about the other’s opinion to want to change it. It is when anger gives way to contempt that the relationship is over. Many voters have reached that point vis-à-vis the EU. They have lost count of how many times EU Commissioners – and, for that matter, national ministers – have pledged.
Dit artikel van Daniel Hannan verscheen ook in de Daily Telegraph.
Meer teksten van deze auteur op www.conservativehome.com.
2 Reacties:
- At 11:38 Anoniem said...
-
De vetpotten van Europa...
Een oude wijsheid zegt dat men de kat niet bij de melk mag zetten. Als een supra-nationaal orgaan als de Europese Unie kan beschikken over vele miljarden aan belastinggelden uit alle lidstaten, bestemd voor de werking, subsidiëring of invulling van zijn taken, en als dat orgaan daarenboven bijzonder complex en ondoorzichtig georganiseerd is, is het niet verwonderlijk dat er zich vele gelegenheden voordoen die een heleboel dieven maken.
Met andere woorden: geen onaanzienlijk deel van de mensen die enige invloed hebben op de geldstromen binnen de Unie heeft naast de Europese eenmaking bovenal de eigen portemonnee als ideaal.
Niet louter een gebrek aan normen en waarden spelen hierbij een rol, maar ook een gebrek aan leiding en een slechte organisatie.
Het is geen kwaal die tot de EU beperkt is: onderzoek wees uit dat naar schatting 5% van alle West-Europese politici en ambtenaren corrupt is, d.w.z actief aan fraude doet of gevoelig is voor omkoping. Na Italië spant België de kroon in Europa, zo zegt de anti-corruptieorganisatie Transparency International. Volgens de gegevens die zij konden bekomen zijn Nigeria, Bolivië, Colombia en Rusland de meest corrupte landen ter wereld. De Scandinavische landen zijn de minst corrupte. Gelukkig maken die bijna allemaal toch ook deel uit van de Unie, want naar hoeveel erger het anders nog zou zijn, kunnen we enkel maar gissen. - At 13:22 Anoniem said...
-
Daniel Hannan is ook mijn favoriet Europarlementslid geworden. Vooral zijn artikels in het Engels over bvb. de situatie van de EU, maar ook de binnenlandse problemen van België weet ik wel te pruimen. Die tonen aan dat men in het buitenland echt niet wakker ligt van de stagnatie in België. In tegenstelling tot wat sommigen zeggen : het ziet er niet naar uit dat men in het buitenland een traan gaat verpinken als de Belgische Titanic op de klippen gaat. De buitenlandse pers is ook een flink stuk nuchterder in haar analyse. Reden te meer om nu de structurele veranderingen door te voeren die nodig zijn. Het zal nog snel een halve generatie duren voor de echte kentering blijvend herstel zal opleveren.