Of samengevat: de belastingbetalers worden door het fiscaal carcan gedwongen om kolossale middelen naar de politieke partijen door te sluizen zonder controle of duidelijkheid over de besteding ervan. En dan moet men ook nog eens in overweging nemen dat de Belgische partijen in tegenstelling tot die in het buitenland wel beweren internationalistisch te zijn, maar tegelijkertijd hun budgetten wel eizona uitsluitend aan eigen binnenlandse uitgaven besteden. De Nederlanders en Duitsers zijn via hun partijstichtingen in de ganse wereld actief, en ook de Franse partijen hebben geldverslindende poten in hun oude kolonies, maar België blijft op dat vlak hopeloos achter. En het kan zoals hierboven gezegd zeker niet aan een gebrek aan middelen verweten worden. Ik ben er persoonlijk rotsvast van overtuigd dat de financiering van politiek via de schatkist contraproductief werkt. Men vergroot de kloof tussen de burger en de politiek, men maakt de opkomst van nieuwe partijen onmogelijk, en men beloont de partijen met een parlementaire vertegenwoordiging buitenproportioneel. In Nederland kan elke partij die aan een verkiezing deelneemt op voorhand staatsgeld krijgen. In het Verenigd Koninkrijk kan alles nog privaat. En daar ligt volgens mij net de sleutel voor een échte nieuwe politieke cultuur: van burgers niet enkel politiek stemvee en fiscaal melkvee, maar via donaties aandeelhouders van de macht maken.
En ook buiten België viert het economisch wanbeleid andermaal hoogtij. Barack Obama wil in volleerde Sovjet-stijl meer dan 2,5 miljoen extra staatsjobs creëren in de hoop zo de economie opnieuw aan te kunnen zwengelen. De Europese Commissie riep bij monde van haar voorzitter José Manuel Barroso de lidstaten op om samen in totaal voor 200 miljard euro staatssubsidies aan bedrijven in moeilijkheden te geven. Duitsland houdt voorlopig het been nog wel stijf, maar de andere landen lijken in deze Keynesiaanse logica geen graten te zien. Neelie Kroes mag dan al wel aankondigen dat ook deze stimuli getoetst zullen worden aan de bestaande Europese regels, maar verder dan aan een tikje op de vingers van Frankrijk is ook zij nog niet toegekomen. De boel is gewoon verziekt. Overregulering en overheidsingrijpen liggen aan de basis van de huidige recessie, en in plaats van de vrije markt opnieuw in ere te herstellen, kiest men als kippen zonder kop voor dezelfde maatregelen die aan de basis van de crisis liggen. De dienstencheques in België, of het Witte Zee-project in Rusland, hebben bewezen dat de staat enkel échte jobs kan creëren door zuurstof te geven aan bedrijven en ondernemersschap te stimuleren, niet door subsidies of fiscaal doelgroepenbeleid, maar door de administratie te vereenvoudigen, de regelneverij terug te dringen en het afromen van inkomsten drastisch te verminderen.
De Britse financiënminister verklaarde in het parlement dan weer dat de belastingvoeten vanaf 2009-2010 omhoog moeten gaan en dat “public spending” de motor voor economisch herstel zou zijn. Dat “The Economist” vorige week becijferde dat de Britse staatsschuld door deze plannen tegen 2013-2014 van 36% naar 57% van het BNP zou toenemen, lijkt in de hoofden van de Britse socialisten niets te veranderen. “The Economist” drukte in de alleszeggende column “Farewell, New Labour” verder de vrees uit dat méér belastingen en méér overheidsinterventie in de economie contraproductief zullen uitdraaien. “The Economist” verweet Labour zelfs dat hun “gesture politics” nogal sterk op een nieuw soort klassenstrijd begonnen te gelijken. Als het premierschap van Margaret Thatcher, en het marktconforme derdewegbeleid van Labour onder Tony Blair daarna, ons iets geleerd hebben, is dat toch wel de vaststelling dat minder staatsingerentie en lagere belastingen de sleutels zijn voor duurzame economische groei. De populariteit van Labour mag vandaag dan wel nog steeds abominabel laag zijn, toch neemt ze de laatste weken opnieuw toe. En dat is zéér verontrustend. De onwetende en misgeïnformeerde burgers zijn andermaal hun eigen graf aan het delven. Eigenlijk verdienen zij gewoon hun vrijheid niet.
De “Financial Times”, ook wel de officieuze spreekbuis van het Brusselse establishment genoemd, mag op vlak van economische duiding dan wel een gezonde redactionele lijn met veel nadruk op de vrije markt hebben, écht gedurfd vooruitstrevend kunnen we ze toch ook niet noemen. Na de Europese Commissie is de FT volgens mij immers de instelling die het meeste bijgedragen heeft tot de evolutie van "ever closer union". Zo ook deze week. Philip Stephens vulde de opiniepagina met een mooie analyse van de Britse recessie, maar reikte in zijn stuk met de ironische titel “Never Mind the Recession, Save the Pound” andermaal een iets té opvallende Eurofiele oplossing aan, die volgens mij daarenboven nog eens helemaal geen oplossing is. Volgens Stephens was de Euro onbespreekbaar in Engeland in de gouden tijden voor deze crisis en moet de Britse overheid tijdens deze crisis van het groeiende aantal voorstanders voor Eurotoetreding dus maar gewoon gebruik maken om nu de Pond onomkeerbaar op te doeken. Stephens stelt wel voor - knap van hem - om tenminste nog te wachten tot in een periode van hoogconjunctuur alvorens dit effectief door te voeren, maar het nu al volledig politiek klaarmaken en juridisch inbedden zou volgens hem een prioriteit moeten zijn. Of hoe FT-scribenten de politiek in wezen gewoon oproepen om de huidige toestand in functie van de eigen agenda te misbruiken.
En in een ander FT-editoriaal deze week mocht Gideon Rachman een bevlogen pleidooi voor méér internationalisme houden. Rachman deed de anti-VN-sentimenten onder libertariërs en conservatieven af als samenzweringstheorieën en herleidde de bron van deze gevoelens naar marginale radiozenders in het Amerikaanse Hartland. Rachman riep tevens de crisis uit als finaal bewijs van het failliet van nationalisme en “nationaal exceptionalisme”, om nadien - hoe kan het ook anders? - de Europese Unie van 27 "oude" natiestaten aan te halen als gidsvoorbeeld voor zo’n toekomstige Wereldregering. Nochtans dwaalt hij even hard dan Philip Stephens. De Pond is vandaag inderdaad een vijfde minder waard dan in november vorig jaar, maar dat is eigenlijk normaal. Analisten zijn het er immers over eens dat de Pond vandaag gewoon min of meer zijn intrinsieke waarde reflecteert na jaren van overvaluering. Verder is het toch gewoon pure nonsens om te gaan denken dat één uniform monetair beleid betere resultaten zou kunnen boeken in alle sectoren van de economie dan verschillende gerichte monetaire maatregelen op lagere niveaus. Voor een ééngemaakt monetair beleid is de Europese economie gewoon te divers en te complex. De Britten zouden natuurlijk beter overstappen naar een goudstandaard, daar niet van, maar “the next best thing” is zeker géén toetreding tot de vermaledijde Eurozone. Om van de desastreuze economische gevolgen van het wegebben van de “crossboarder competition”, nochtans dé motor van economische groei en technologische innovatie, via de door Gideon Rachman verdedigde Wereldregering nog maar te zwijgen.
Vorige week besliste de ministerraad om Roemenen en Bulgaren ondanks eerdere beloften toch nog niet op onze arbeidsmarkt toe te laten en de bestaande draconische “overgangsmaatregelen” te verlengen. Deze zagen het licht toen in 2004 en 2007 twaalf nieuwe landen tot de Europese Unie mochten toetreden en men op vraag van de minder competitieve arbeidsmarkten in (West-)Europa een uitzonderingsbehandeling toeliet op het principe van het vrije verkeer van werknemers. Groot-Brittannië, Ierland en Zweden hadden meer vertrouwen in hun eigen kracht en economische redzaamheid en kozen bewust om hier niet aan deel te nemen. Overbelaste en overgereguleerde landen als België natuurlijk wel. De gevolgen spreken ook voor zich. De landen die deze vreemde werknemers sneller toegelaten hebben, kenden een grotere groei sinds 2004 dan de anderen. En ook de werkgelegenheid van de autochtonen nam wonderwel meer toe dan die van de burgers elders in Europa. Migranten kiezen de landen uit waar hun kennis en vaardigheden het best tot hun recht komen en zo vullen zij elders de knelpuntberoepen in.
De angst voor vreemdelingen die jobs van autochtonen komen afnemen, is op lucht gebaseerd en kan economisch razendsnel gecounterd worden. Als liberaal sta ik voor vrije migratie en beschouw ik buitenlandse werkkrachten als een enorme asset voor onze eigen economie. Argumenten van barmhartigheid of internationalisme vind ik belachelijk en irrelevant, maar dat neemt niet weg dat er voor open grenzen best wel iets te zeggen valt. De regering maakte vorige week dan ook een foute beslissing door Roemenen en Bulgaren langer dan voorzien van onze arbeidsmarkt te weren. Deze kortetermijnvisie zal misschien enkele laaggeschoolde Belgen tijdelijk van de dop houden, maar de globalisering is niet meer te stoppen. De economie in zijn geheel zal hierdoor verder gefnuikt worden en productievere werkkrachten (gelijke of betere competenties, lager loon) zullen naar andere landen dan België blijven uitwijken omdat ze hier niet mogen concurreren met de overbetaalde werkers van vandaag. En ik moet er geen tekening bij maken dat dit de economie op de middellange en lange termijn ernstige schade zal toebrengen. Liberalen in de regering? Wie ziet of hoort ze nog?
Dit commentaarstuk verscheen ook bij het Leuvense Liberaal Vlaams Studentenverbond en op de metablog In Flanders Fields.
Meer kritieken van Rik Van Cauwelaert op www.knackblogt.be/rvc.
3 Reacties:
- At 16:47 Vincent De Roeck said...
-
Op woensdag 10 december 2008 was ik dan ook nog in het Europees Parlement te Brussel te gast op de maandelijkse “Wednesday Meeting” lunch van het Britse conservatieve Europarlementslid Syed Kamall en het Duitse liberale Europarlementslid Alexander Graf Lambsdorff die enkele jaren geleden samen aan de wieg stonden van het “Brussels Network”, de iets minder professionele Europese variant van het Amerikaanse “Washington Network”. De spreker was de Britse stichter van het “Adam Smith Institute”, Eamonn Butler, die in Brussel niet enkel zijn laatste boek “The Best Book on the Market” kwam voorstellen, maar ook zijn voorliefde voor de vrije markt kwam duiden. Ook over de grondslagen van de huidige financiële crisis had hij iets te vertellen, net als over huisvestingsbeleid. De overheid heeft gefaald, en niet de vrije markt. En ook al is Butler geen anarchist, hij vindt bijvoorbeeld dat armen door de staat geholpen moeten worden (inzake huisvesting bijvoorbeeld), toch zag hij ook daarin een taak voor marktwerking weggelegd. Butler vindt dat enkel personen, en dus niet bedrijven of instellingen, gesubsidieerd mogen worden en dat de behoeftigen van de staat dus cash geld krijgen om hun noden te ledigen. Zo wordt de marktwerking het minste verstoord zonder dat het eindresultaat daarom minder sociaal zou zijn. En ook m.b.t. het scheppen van vertrouwen in het systeem zag hij een rol voor de staat weggelegd. Kortom, Eamonn Butler is natuurlijk een klassiek-liberaal, maar zeker géén anarcho-kapitalist. Net als Adam Smith zelf trouwens.
- At 18:54 Anoniem said...
-
Vincent, ik denk dat het in Smiths tijd gewoon zelfmoord was om anarchist te zijn. En in de tijd van Smith controleerden dan ook nog eens de rijke ondernemers en liberale kapitalisten de staatsmacht, dus niet verwonderlijk dat hij voor hen enkele kerntaken zoals economie-bevorderende infrastructuurwerken bleef voorzien.
- At 19:30 Anoniem said...
-
Ik hoorde dat zelfs een ultraliberaal land (economisch dan toch) als Ierland er aan denkt om haar losse immigratie- en vestigingswetten voor EU-burgers terug te draaien. Beangstigend gewoon. Zeker voor een land met Fianna Fail, een liberale partij, aan de macht, dat alles te danken heeft aan open markten, open grenzen en, vooral, open geesten.