Om professor Vaubel en zijn schitterende ideeën extra in de verf te zetten, herneem ik hieronder een oud interview van hem door Ine Renson dat enkele jaren geleden in "De Tijd" verschenen is.
(...)
De argumentatie dat we onze gemeenschappelijke problemen beter samen kunnen aanpakken gaat volgens u niet op?
Vaubel: 'Samenwerking heeft enkel zin wanneer er schaalvoordelen zijn. Ik zie niet in hoe je die kan bereiken door bijvoorbeeld de vergrijzing samen aan te pakken. Je kan dat veel efficiënter regelen op het nationale en zelfs subnationale niveau. Of om het anders uit te drukken: het is niet omdat u en ik allebei tandpijn hebben, dat we daar samen een oplossing voor moeten zoeken. U gaat naar uw tandarts en ik naar de mijne. Niets is logischer dan dat.'
Toen u nog maar 25 was, was u stagiair bij de Europese Commissie. Toen was u zelf nog gegrepen door het Euro-romantische gedachtegoed. Vanwaar die ommeslag?
Vaubel: 'Ik veranderde definitief van gedacht toen het Verdrag van Maastricht plots daar was. Om te beginnen was er de invoering van de euro. Ik had niets tegen de monetaire unie. Maar ik was erg ongelukkig met de manier waarop die tot stand kwam. Verschillende landen voldeden niet aan de convergentiecriteria,. maar werden toch toegelaten. Italië bijvoorbeeld. En Griekenland. Italië heeft nog steeds problemen om zich aan de Maastricht normen te houden. Ze hadden veel selectiever moeten zijn met die eurozone. En erger nog, door dat verdrag werd de Unie overladen met bevoegdheden, onder meer over het sociale beleid. Plots konden allerlei regels over de werking van de arbeidsmarkt op Europees niveau worden doorgedrukt bij meerderheidsbeslissing. Vanaf dan is het de verkeerde kant op gegaan.'
U lijkt wel allergisch voor alles wat naar politieke integratie ruikt.
Vaubel: 'Vooral het streven naar sociale of fiscale harmonisatie, het zogenaamde politieke antwoord op de economische eenmaking, kan bij Vaubel op geen genade rekenen. Ik ben tegen overheidsinterventie op de arbeidsmarkt En zeker op Europees niveau. Dat is buitengewoon onproductief. De inkomensniveaus in de lidstaten liggen te ver uiteen. Je kan de verzuchtingen van de respectieve onderdanen nooit met elkaar verzoenen. De Duitsers willen minder werken en willen meer vrije tijd. De Slovaken of de Tsjechen echter willen meer werken en meer verdienen . En dan vaardigt de EU een richtlijn uit die de arbeidstijden in de hele Unie gelijkschakelt. Vanuit een economisch standpunt is dat gewoon absurd.'
De vakbonden pleiten nochtans voor Europese vakbondsstructuren en CAO's, om een vuist te maken tegen multinationals en de uitwassen van de globalisering.
Roland Vaubel: 'Slecht idee. De lonen in Europa zijn nu al te hoog. Dat verklaart voor een deel de hoge werkloosheid. Het is een vergissing het loonbeleid te centraliseren, want dat geeft meer macht aan de vakbonden. Ze weten dat als ze druk uitoefenen op het centrale overheidsorgaan, de lonen overal in de Unie zullen stijgen. Een eenheidsvakbond zou een te sterke lobby vormen. Het is beter dat de vakbonden met elkaar in concurrentie gaan, dan krijg je vanzelf een loonmatiging. Dan moeten ze zich ervoor hoeden geen looneisen te stellen die in de andere lidstaten niet gevolgd worden?'
Is het dan geen goede zaak dat de lonen overal in Europa op gelijke basis kunnen stijgen?
Vaubel: 'Lonen moeten overeenkomen met de productiviteit. En die is overal verschillend. Het is dus niet meer dan logisch dat de lonen in Europa gedifferentieerd zijn. Maar akkoord, mochten we een perfecte arbeidsmobiliteit hebben in Europa, dan zou je een tendens hebben naar gelijkschakeling van de productiviteit én van de lonen. Die mobiliteit is er nu niet Het zou ook geen slechte zaak zijn. Maar het is de markt die daarvoor moet zorgen, niet de overheid?'
In ons land gaan nogal wat stemmen op om werk te maken van een doorgedreven Europees industrieëel energiebeleid. Is het inderdaad niet verstandig om een gezamenlijke politiek te voeren tegen monopolies op de energiemarkt?
Vaubel: 'Nee, ik ben voorstander van een verdere liberalisering van de energiemarkt, zodat we goedkopere energie kunnen invoeren van buiten Europa. Bovendien geloof ik erg in het Europese concurrentiebeleid. Dat impliceert regels tegen machtsmisbruik. We hebben een performant concurrentiebeleid. Ik zie niet in waarom meer politieke inmenging nodig zou zijn.'
Een gecentraliseerd industrieel beleid zou bijvoorbeeld kunnen samengaan met een stevig onderzoeksbeleid dat vernieuwing stimuleert. Vandaag gaat veel energie verloren omdat het onderzoek in Europa zo gefragmenteerd is.
Vaubel: 'Ook daar geloof ik dat competitie leidt tot betere prestaties. Het zou leuk zijn om in Europa een gerenommeerd onderzoeksinstituut te hebben zoals het MIT in de Verenigde Staten. Maar dat kan je niet artificieel creëren. Zoiets moet organisch groeien. Eloquentie krijg je door competitie tussen de instellingen. Ik ga daar erg ver in: de betere universiteiten zouden meer middelen moeten krijgen en dus betere studenten en professoren moeten kunnen aantrekken. Ze moeten hun eigen inschrijvingsbeleid kunnen volgen, waarbij ze het recht hebben studenten te weigeren op basis van hun niveau?'
U trekt uw redenering door op verschillende terreinen: telkens ziet u competitie als hefboom voor efficiëntie en betere prestaties.
Vaubel: 'Het dwingt bedrijven, politici of vakbondsmensen rekening te houden met de markt waarop ze ageren. Bij excessen in taxatie of regelgeving trekken creativiteit en kapitaal weg. In Duitsland bijvoorbeeld, zien we een netto kapitaalvlucht, omdat de belastingen te hoog zijn. Maar het punt is nu: die Duitse ondernemers trekken niet langer naar de andere Europese landen. Ze trekken naar Canada of naar de VS. De verstikkende regelgeving en belastingtarieven zijn stilaan overal in Europa aan de orde, omdat de competitie tussen de Europese landen te zwak is. En dat is net het verontrustende aan die sluipende overdracht van bevoegdheden naar het Europese niveau. We worden hoe langer hoe meer gegijzeld door de Europese bureaucratie en zijn niet aflatende regeldrift. En dat terwijl Brussel de legitimiteit ontbeert om zich zo ingrijpend met het leven van 350 miljoen Europeanen te bemoeien. De Commissie heeft bevoegdheden die geen enkele bureaucratie ter wereld heeft. Ze heeft het monopolie over het wetgevende initiatief. liet Europees Parlement is het enige parlement in de democratische wereld dat zelf geen voorstellen tot wetgeving kan doen. Dat is toch onbegrijpelijk? We weten allemaal, vervolgt Vaubel, dat ambtenaren meer dan politici geneigd zijn zich te verliezen in een hopeloze regelneverij. De Commissie heeft namelijk veel macht, maar weinig geld. De enige manier om die macht te exploiteren zonder geld te moeten uitgeven, is door regels uit te vaardigen. Dat is wat ik noem de hoogmoed van de EU-instellingen.'
Dragen de lobby's in Brussel bij tot die regeldrift?
Vaubel: 'Absoluut. Daar schuilt het grote gevaar: studies tonen aan dat ambtenaren veel gevoeliger zijn voor de druk van lobbyisten dan politici. Politici moeten herverkozen geraken en kunnen het zich dus minder permitteren toe te geven aan de belangen van zeer specifieke groepen. Bureaucraten hebben geen achterban en zijn dus veel vrijer om daarop in te gaan.'
Hoeveel procent van de Europese regelgeving is direct of indirect toe te schrijven aan de lobbygroepen?
Vaubel: 'Een Amerikaanse econoom heeft becijferd dat 74 procent van de pagina's in het Europese officiële publicatieblad gewijd is aan het tevredenstellen van lobbygroepen. In Brussel zitten zo'n 15.000 lobbyisten, van wie de meerderheid lobbyt voor de landbouwsector. Niet te verwonderen dus dat de helft van het Europese budget wordt gespendeerd aan landbouwbeleid. Die lobbygroepen ondergraven sterk het democratische karakter van de Unie.'
Heft de diversiteit aan lobby's dat democratische tekort in de praktijk niet op ? Een milieuambtenaar ziet 's morgens iemand van de chemische industrie, maar zit in de namiddag samen met vertegenwoordigers van de milieubeweging.
Vaubel: 'Meer lobbygroepen vormen helaas geen garantie voor een meer democratische besluitvorming. Wat je krijgt is dat ze coalities vormen en overeenkomen ten nadele van een derde partij. Zo kan het zijn dat de lobby van de vakbonden en die van de werkgevers een compromis vinden en samen druk uitoefenen voor maatregelen ten koste van de belastingbetaler. Ze zullen altijd hun eisen doordrukken op de rug van hen die niet georganiseerd zijn. In dit geval; de kiezer, de burger.'
Hoe kan Europa de kloof met burgers dichten? Met minder Europa?
Vaubel: 'De mensen zijn verontrust. Ze zien alsmaar méér bevoegdheden naar Europa gaan, zonder dat ze daar iets te zeggen hebben. Die dynamiek moet absoluut stoppen. Het antwoord op de crisis tweevoudig: meer bevoegdheden voor het Europees Parlement en minder voor de Commissie. En vooral: decentralisatie. Wanneer je het beleid decentraliseert, breng je het dichterbij de mensen. We zijn op een punt gekomen waarop de drang naar steeds meer eenheid de zaak verlamt. Ik geloof, net als David Hume of Immanuel Kant voor mij, dat competitie tussen, kleine eenheden het geheim is geweest van het succes in Europa de voorbije 500 jaar. Dat in tegenstelling tot China of India of het Ottomaanse Rijk, waar centralisatie en een gebrek aan vrijheid gepaard gingen met een zwakke economische ontwikkeling.'
Hebben kleine landen niet erg gewonnen bij de Europese integratie?
Vaubel: 'Dat klopt. Maar zij winnen bij meer marktintegratie, niet bij politieke integratie. De grote succesverhalen zijn Nederland, België, Luxemburg, Denemarken en Ierland. Door de liberalisering konden zij grote landen forse concurrentie aandoen. Daardoor daalden ook de prijzen, wat de consument ten goede kwam. En waardoor Europa kon concurreren op de wereldmarkt Nu zien we een omgekeerde spiraal; de toenemende invloed van Brussel beperkt de mogelijkheden tot onderlinge concurrentie. De landen met een hoge graad aan van regelgeving slagen erin hun regels met betrekking tot arbeidstijden, lonen, belastingen aan de andere op te leggen. Denken we maar aan Spanje, Frankrijk of Italië. Dat heet de strategy of raising rivals'. Je dwingt de andere jouw hoge standaarden over te nemen, waardoor je hen op hogere kosten jaagt.'
Anderzijds zien we in België toch hoe verlammend verschillende bestuursniveaus kunnen werken. Er is geen duidelijk aanspreekpunt voor buitenlandse investeerders, om maar iets te zeggen.
Vaubel: 'Wat de informatiekosten betreft, is dat inderdaad een nadeel. Maar dat weegt niet op. Laat mij een analogie trekken. Je zou ook kunnen argumenteren dat het monopolie het economische systeem is dat de informatiekosten minimaliseert. Maar is monopolievorming goed voor de consument? Nee. In de politiek is dat hetzelfde. Hoe meer centralisatie, hoe slechter voor de burger.'
U hebt nogal wat kritiek op de gang van zaken in Europa. Hebt u er een probleem mee wanneer men u een euroscepticus noemt?
Vaubel: 'Ik ben niet sceptisch tegenover Europa. Kritisch, dat wel. In feite ben ik een optimist. Een kritische optimist Omdat het duidelijk is dat de dingen zo niet verder kunnen. De ontgoocheling is te groot. De mensen zijn hun respect voor Europa verloren. De politieke klasse zal het signaal van de burger wel moeten in acht nemen, dat kan niet anders. Het zou pas een echte ramp zijn mocht die grondwet binnen een jaar of twee doorgedrukt worden alsof er niets aan de hand is?'
Denkt u dat de Unie door uitbreiding niet vanzelf uit elkaar spat?
Vaubel: 'Ik ben een voorstander van de uitbreiding. Ik vind dat Turkije en Ukraïne lid moeten worden. Hoe heterogener de Unie wordt, hoe moeilijker om te centraliseren. Bovendien vergroot dan de markt Dat kan alleen maar positief zijn?'
U ziet de uitbreiding dus als de beste verdediging tegen de door u gewraakte politieke integratie?
Vaubel: 'Inderdaad. Hoe moeilijker werkbaar die politieke unie, hoe beter. De klacht dat de Unie onbestuurbaar wordt door de uitbreiding, kan voor een econoom alleen maar een fantastische kans zijn?'
(...)
Met dank aan Paul Vreymans om mij dit interview door te sturen.
Meer teksten van deze professor op www.rolandvaubel.de.
9 Reacties:
- At 16:42 Danish Dynamite said...
-
Ziehier, mijn kosten-baten analyse van de Europese integratie.
VOORDELEN (voor politici dan toch, want voor burgers zijn er geen voordelen)
-- dik betaalde baantjes waar je niet voor gekozen hoeft te worden
-- je kunt nationale parlementen buitenspel zetten door alles per decreet via Brussel door te drukken
NADELEN
-- ondermijnen van nationale democratie
-- grove schending van de scheiding der machten (wetgevend en uitvoerend lopen in Brussel door elkaar) - At 17:21 Evelyne said...
- Deze reactie is verwijderd door een blogbeheerder.
- At 17:21 Evelyne said...
-
Jammer dat die Roland Vaubel al zo oud is, anders had die zeker een verschil kunnen maken. Nu krijgt ie een beetje de allures van een Jens-Peter Bonde, een geniaal maar misbegrepen randfiguur dat gewoon braaf zijn ding mag blijven doen omdat niemand in hun ideeën nog enige bedreiging ziet.
- At 11:31 Hub Jongen (op Vrijspreker.nl) said...
-
De politici hebben nu hun zin. Ze hebben Vaclav Klaus tot het tekenen van het Verraad van Lissabon kunnen krijgen (dwingen?), en daarmee hebben zij de sluizen open gezet voor totale EU-dictatuur. Gisteren heeft Klaus, die nochtans even een “rots in de branding” leek, getekend. Tekenend is dat van de tekenplechtigheid zelf heel weinig of niets in de media verschenen is. Alleen de laatste zin van de verklaring van president Klaus (“Ik heb getekend”) wordt voluit en met veel enthousiasme gepropageerd. De hele plechtigheid, de allerbelangrijkste in de hele EU dit jaar, duurde nog geen anderhalve minuut. Maar in die minuut, kreeg ik wel de koude rillingen. Vaarwel zelfstandigheid en vrijheid. De vertaling (uit het Tsjechisch) van Klaus heb ik nergens kunnen vinden, met uitzondering in kleine lettertjes op de video. Bekijk de video. Registreer de beelden in je geheugen. Het zal een referentie zijn voor de toekomstige ontwikkelingen in de EU. Je kan daarmee aan je kinderen en kleinkinderen vertellen hoe het ging: “I told you so!”
- At 11:32 Hub Jongen (op Vrijspreker.nl) said...
-
Een snelle vertaling
Klaus komt binnen en loopt naar de microfoon.
Goede middag. Goede triestige middag.
Laat mij een korte verklaring afleggen over de uitspraak van het Constitutionele Hof van vandaag.
Punt één. Ik verwachtte deze beslissing en ik respecteer het, zelfs terwijl ik het niet eens ben met de inhoud en argumenten.
Punt twee. Ik kan het niet eens zijn met de methode – en de juridische kwaliteit. De uitspraak van het Constitutionele Hof is niet neutraal-juridisch geanalyseerd maar een politiek tendentieus pleidooi voor het Lissabon Verdrag door zijn supporters. Duidelijk te zien in de absolute onbevredigende manier van verklaring en presentatie van deze uitspraak.
Punt drie. Boven alles kan ik niet akkoord gaan met de inhoud omdat ondanks de politieke mening van het Constitutionele Hof de Tsjechische Republiek nu zijn soevereiniteit zal verliezen. Deze verandering van vandaag en in de toekomst zal dat deel van onze bevolking legaliseren dat niet onze zelfstandigheid wil behouden.
Punt vier. Ik kan niet respecteren de formulering van het Constitutionele Hof dat de President verplicht is om dit, of welk ander internationaal contract dan ook, zonder enige vertraging te ratificeren, refererende aan de wet voor het Constitutionele Hof. Dit is een wet die betrekking heeft op het Hof, maar niet op de rechten van de President die alleen maar door de grondwet worden bepaald.
Punt vijf. Ik verklaar dat ik het Lissabon Verdrag vandaag om 15.00 uur heb getekend.
En toen draaide president Vaclav Klaus zich om en verliet onder doodse stilte de zaal... - At 11:33 Hub Jongen (op Vrijspreker.nl) said...
-
Dit was het einde van een stuk vrijheid. Onze laatste verdediging tegen totalitaire EU-dictatuur is verdwenen. THE END.
- At 11:36 Vincent De Roeck said...
-
Ter kennisgeving:
Het stuk van Hubert Jongen: http://www.vrijspreker.nl/wp/2009/11/de-ondergang-van-europa/
De video van Klaus' persconferentie: http://www.youtube.com/watch?v=VDfCsK4hQSQ - At 11:37 Vincent De Roeck said...
-
Duidelijk een gebroken man die niets anders meer kon. Het blijft verraad, maar in zijn geval zijn er verzachtende omstandigheden.
- At 14:31 Vincent De Roeck said...
-
Klaus may want the Czech Republic to renew sovereignty by leaving EU
(Article published in the Prague Daily Monitor of 5 November)
One of Czech President Vaclav Klaus's goals may be to have the Czech Republic regain its lost sovereignty, for example by its departure from the EU, Petr Hajek, deputy head of the Presidential Office, said on Prima TV Wednesday.
He alluded to Klaus's words that the Czech Republic will cease to be a sovereign state after the Lisbon treaty comes into force.
Klaus, the treaty's staunch critic, signed it after the Czech Constitutional Court gave the green light to it on Tuesday, as the last among the heads of EU states.
On that occasion he said that the loss of sovereignty due to the Lisbon treaty "legitimises the efforts of the part of the Czech public that does not feel indifferent to the matter of our national and state existence and that does not want to come to terms with this outcome."
"The president is definitely one of the players in our reality and I think one of his possible goals is this extreme goal [Czech departure from the EU]. This is how I understand his statement on Tuesday," Hajek said.
Asked whether Klaus has told him about such his plan, Hajek answered in the negative.
Hajek said he had advised Klaus to sign the Lisbon treaty. "There was consensus among president's advisers in this respect," he added.