De leiders van de Volksrepubliek China hebben de laatste hand gelegd aan een prestigieus project om hun stichter en "Grote Roerganger", Mao Tse Tung - ook wel Mao Zedong of "monster" genoemd in de volksmond -, te "vereeuwigen". Op 26 december 2007 zal men in Mao's voormalige thuisprovincie Hunan een monument ter zijner ere en nagedachtenis onthullen, meer bepaald in de ietwat internationaal onbekende stad Shaoshan, daar waar hij volgens de overlevering 113 jaren geleden het levenslicht zag. Het totale kostenplaatje van dit project overstijgt de 300 miljoen yuan oftewel 30 miljoen euro. Een aardig bedrag voor een ordinaire massamoordenaar, als je het mij vraagt.
Het Chinese staatspersbureau Xinhua - er zijn trouwens geen private persbureau's in China, maar dit geheel ter zijde - gaf tevens het beoogde doel van de leiders weer. De stad Shaoshan zal hierdoor kunnen uitgroeien tot "een nationale basis voor vaderlandslievend onderwijs". Een aardige verwoording voor een ordinair staaltje communistische propaganda. En dan beseffen dat de 21ste eeuw al bijna zes jaar bezig is.
Dat Mao een massamoordenaar "eerste klasse" is, weet iedereen. Dat zijn ideologie het oude wereldrijk China tot over de rand van zijn eigen ondergang gebracht heeft, kan iedereen beamen. Dat Mao medeschuldige is aan de nucleaire wapenwedloop uit de Koude Oorlog, is voor eenieder een niet te refuteren historisch feit. Waarom stoort dit ons niet? Waarom ligt de wereld niet wakker van een dergelijk monument? Nochtans zouden er alom rellen uitbreken mocht men een monument ter ere van Adolf Hitler oprichten. Hitler was immers een massamoordenaar en die verdienen geen monument. Ik kan de mensen geen ongelijk geven. Hitler verdient allesbehalve een monument, maar waarom Mao dan wel? Misschien louter omdat Mao zijn eigen bevolking uitmoordde en niet die van een ander land zoals Hitler? Het aantal slachtoffers doet er in de ogen van de wereldbevolking toch niet toe, kijk maar naar de Kongo Vrijstaat, of recenter, naar de Balkan en Rwanda, of vandaag nog, naar Darfur.
Over een aantal dictators zijn er heden ten dage nog geen exacte of benaderende cijfers van het aantal doden onder hun regime bekend. Er is onduidelijkheid omtrent Idi Amin Dada uit Oeganda, Pol Pot uit Cambodja, Duvalier uit Haiti, Bokassa uit Centrafrika, Pinochet uit Chili en Saddam Hoessein uit Irak. Bijgevolg zou het louter tijdverlies zijn om ons uit te spreken over hun wandaden. We kunnen ons immers op niets baseren om hen op grond van objectieve bewijzen aan de schandpaal te nagelen. Dit is echter wel het geval met Mao Zedong.
Volgens de twee meest recente Mao-biografen Chang en Haliday, kleeft er aan de handen van Mao Tse Tung bloed, veel bloed, zeer veel bloed. Meer bloed dan op een jaar alle abatoirs van Belgie passeert. Meer dan 70 miljoen Chinezen vielen immers ten prooi aan de moordmachines van Mao en dit in vredestijd! Zelfs Stalin kon zijn jaloezie hiervoor maar zelden onder stoelen of banken steken. Mao verwerd alzo tot het schoolvoorbeeld voor menig dictator. Hij werd de ongestrafte ersatz-massamoordenaar. Roei je eigen bevolking uit en niemand kan het wat schelen, laat staan dat er vergeldingsacties zouden komen. Nadien zorgt de propaganda voor de rest en kan de leider alsnog de geschiedenis ingaan als een groots politicus, een ideologisch mirakel, een heiland of een vader des vaderlands. Dat dit vaderland uitsluitend gestoeld is op moord, plundering, verminking en genocide, kan niemand vandaag de dag nog schelen. Wat is er toch aan de hand met onze wereld? Of ben ik de enige die dit alles maar niet kan vatten?
In het Bijbelse boek Deuteronomium (15-13) vinden we een passage terug die ook in deze context van toepassing kan zijn.
De allergrootste massamoordenaar in de geschiedenis van de mensheid met meer dan 70 miljoen onschuldige uitgeroeiden krijgt een monument ter inspiratie van de ganse Natie, als een soort van hulde en postuum eerbetoon aan Mao's verwezelijkingen. Laat ons een dergelijk persoon altijd eren. Iemand die drie keer zoveel mensen vermoord heeft als Stalin, zeven keer zoveel als Leopold II en twaalf keer zoveel als Adolf Hitler, moet tot in de eeuwigheid geprezen en bejubeld worden. Of ben ik de enige die de ironie hiervan inziet? Ben ik de enige die vind dat linkse massamoordenaars even hard aangepakt dienen te worden als rechtse? Ben ik nu een racist omdat ik iets dergelijks zeg? Als je niet direct een wederantwoord op deze vragen vindt, stel die vragen dat maar eens aan die 70 miljoen doden, altijd iemand's vader, altijd iemand's kind.
Dit artikel verscheen tevens in The Free State en Blauwdruk, alsook op LVSVLeuven.be, Politics.be en InFlandersFields.eu.
Meer anti-communistische teksten op www.jbs.org.
Het Chinese staatspersbureau Xinhua - er zijn trouwens geen private persbureau's in China, maar dit geheel ter zijde - gaf tevens het beoogde doel van de leiders weer. De stad Shaoshan zal hierdoor kunnen uitgroeien tot "een nationale basis voor vaderlandslievend onderwijs". Een aardige verwoording voor een ordinair staaltje communistische propaganda. En dan beseffen dat de 21ste eeuw al bijna zes jaar bezig is.
Dat Mao een massamoordenaar "eerste klasse" is, weet iedereen. Dat zijn ideologie het oude wereldrijk China tot over de rand van zijn eigen ondergang gebracht heeft, kan iedereen beamen. Dat Mao medeschuldige is aan de nucleaire wapenwedloop uit de Koude Oorlog, is voor eenieder een niet te refuteren historisch feit. Waarom stoort dit ons niet? Waarom ligt de wereld niet wakker van een dergelijk monument? Nochtans zouden er alom rellen uitbreken mocht men een monument ter ere van Adolf Hitler oprichten. Hitler was immers een massamoordenaar en die verdienen geen monument. Ik kan de mensen geen ongelijk geven. Hitler verdient allesbehalve een monument, maar waarom Mao dan wel? Misschien louter omdat Mao zijn eigen bevolking uitmoordde en niet die van een ander land zoals Hitler? Het aantal slachtoffers doet er in de ogen van de wereldbevolking toch niet toe, kijk maar naar de Kongo Vrijstaat, of recenter, naar de Balkan en Rwanda, of vandaag nog, naar Darfur.
Over een aantal dictators zijn er heden ten dage nog geen exacte of benaderende cijfers van het aantal doden onder hun regime bekend. Er is onduidelijkheid omtrent Idi Amin Dada uit Oeganda, Pol Pot uit Cambodja, Duvalier uit Haiti, Bokassa uit Centrafrika, Pinochet uit Chili en Saddam Hoessein uit Irak. Bijgevolg zou het louter tijdverlies zijn om ons uit te spreken over hun wandaden. We kunnen ons immers op niets baseren om hen op grond van objectieve bewijzen aan de schandpaal te nagelen. Dit is echter wel het geval met Mao Zedong.
Volgens de twee meest recente Mao-biografen Chang en Haliday, kleeft er aan de handen van Mao Tse Tung bloed, veel bloed, zeer veel bloed. Meer bloed dan op een jaar alle abatoirs van Belgie passeert. Meer dan 70 miljoen Chinezen vielen immers ten prooi aan de moordmachines van Mao en dit in vredestijd! Zelfs Stalin kon zijn jaloezie hiervoor maar zelden onder stoelen of banken steken. Mao verwerd alzo tot het schoolvoorbeeld voor menig dictator. Hij werd de ongestrafte ersatz-massamoordenaar. Roei je eigen bevolking uit en niemand kan het wat schelen, laat staan dat er vergeldingsacties zouden komen. Nadien zorgt de propaganda voor de rest en kan de leider alsnog de geschiedenis ingaan als een groots politicus, een ideologisch mirakel, een heiland of een vader des vaderlands. Dat dit vaderland uitsluitend gestoeld is op moord, plundering, verminking en genocide, kan niemand vandaag de dag nog schelen. Wat is er toch aan de hand met onze wereld? Of ben ik de enige die dit alles maar niet kan vatten?
In het Bijbelse boek Deuteronomium (15-13) vinden we een passage terug die ook in deze context van toepassing kan zijn.
Gij moogt niet twee gewichten in uw buidel hebben, een groot en een klein.Nochtans wegen wij voortdurend met verschillende ongelijke gewichten. Hitler vermoordde meer dan 5 miljoen onschuldigen, maar toch interesseren we ons nagenoeg uitsluitend maar in de Joden onder hen. De homofielen, de zigeuners, de Getuigen van Jehova, de gehandicapten e.a. worden doodgezwegen en daardoor tegen wil en dank vergeten. Voor hen zijn er geen musea, geen herdenkingsplechtigheden, geen monumenten en geen internationale historische aandacht. Joseph Stalin lag aan de grondslag van de uitroeing van tientallen miljoenen Russen in zijn goelags. Nochtans zien we nog steeds afbeeldingen van dit communistisch monster op T-shirts tijdens linkse optochten e.a. Hetzelfde geldt met de Che Guevara-afbeelding, de afbeelding van een ordinaire terrorist. Guevara was toen niets meer dan de Bin Laden van vandaag. Maar zulk gedrag wordt getolereerd, meer zelfs, het wordt aangemoedigd. De consequentie is ver te zoeken.
De allergrootste massamoordenaar in de geschiedenis van de mensheid met meer dan 70 miljoen onschuldige uitgeroeiden krijgt een monument ter inspiratie van de ganse Natie, als een soort van hulde en postuum eerbetoon aan Mao's verwezelijkingen. Laat ons een dergelijk persoon altijd eren. Iemand die drie keer zoveel mensen vermoord heeft als Stalin, zeven keer zoveel als Leopold II en twaalf keer zoveel als Adolf Hitler, moet tot in de eeuwigheid geprezen en bejubeld worden. Of ben ik de enige die de ironie hiervan inziet? Ben ik de enige die vind dat linkse massamoordenaars even hard aangepakt dienen te worden als rechtse? Ben ik nu een racist omdat ik iets dergelijks zeg? Als je niet direct een wederantwoord op deze vragen vindt, stel die vragen dat maar eens aan die 70 miljoen doden, altijd iemand's vader, altijd iemand's kind.
Dit artikel verscheen tevens in The Free State en Blauwdruk, alsook op LVSVLeuven.be, Politics.be en InFlandersFields.eu.
Meer anti-communistische teksten op www.jbs.org.
Als er iets is waarvoor de donkerste tijd van het jaar goed is, dan is het wel voor herinneringen op te halen van vervlogen tijden, tijden waarin er nog zekerheden waren, tijden waarin onze naiviteit nog grenzeloos - of grenzelozer - was. Ook ik heb van de nood een deugd gemaakt en ben beginnen grasduinen in mijn fotoalbums van vroeger. Nochtans heb ik - nog - niet de intentie nu reeds mijn memoires neer te schrijven. De opgerakelde avonturen en ervaringen uit mijn twintig jaar jonge leventje, gaven een duidelijk beeld weer van mijn sociale, intellectuele en ideologische evolutie doorheen de jaren. Van een sociaal geengageerd extrovert persoon ben ik geevolueerd tot het egoistische introverte monster dat ik heden ten dage schijn te zijn. Niet dat dit door mij als storend wordt ervaren. Ik heb van niets uit mijn verleden spijt, geen rancunes, geen haatgevoelens en geen wroeging. Misschien zelfs integendeel. Mocht men mij de kans geven mijn leven te herdoen, dan zou ik nog tien tegen een dezelfde keuzes en fouten maken. Mijn persoonlijkheid zou identiek dezelfde geweest zijn. Misschien is het daarom dat ik walg van tweede kansen, ook voor anderen.
In mijn fotoalbum vond ik tevens enkele foto's terug van een skivakantie in Oostenrijk uit 1997. Ik was toen twaalf jaar en klaar om de wereld te veroveren. In ons hotel heb ik toen voor een Belgisch meisje, Esther Van Hove genaamd, een ballade geschreven die ik dan ook op de laatste avond opgevoerd heb in de Stube, begeleid door het Tirolerhof-huisorkest. Dit was de bekroning op een schitterende vakantieweek die ik met haar en enkele andere "kindgasten" aldaar doorgebracht had. Indertijd droeg deze ballade de titel "Mijn Liefste Esther".
Maar nu, acht jaar na datum, heb ik besloten die titel te wijzigen in "Ballade Van Een Enkeling".
Tot op heden heb ik hiervoor nog geen platencontract gekregen.
Meer over één van mijn favoriete zangers op www.leegreenwood.com.
In mijn fotoalbum vond ik tevens enkele foto's terug van een skivakantie in Oostenrijk uit 1997. Ik was toen twaalf jaar en klaar om de wereld te veroveren. In ons hotel heb ik toen voor een Belgisch meisje, Esther Van Hove genaamd, een ballade geschreven die ik dan ook op de laatste avond opgevoerd heb in de Stube, begeleid door het Tirolerhof-huisorkest. Dit was de bekroning op een schitterende vakantieweek die ik met haar en enkele andere "kindgasten" aldaar doorgebracht had. Indertijd droeg deze ballade de titel "Mijn Liefste Esther".
Maar nu, acht jaar na datum, heb ik besloten die titel te wijzigen in "Ballade Van Een Enkeling".
Zonder jou heeft mijn leven geen doel. Liefde wat een mooi gevoel. Zonder jou lijkt de zee een vijver en een vijver de zee. Ik wil voor altijd met je mee. Je bent zo lief en teder, zo mooi en zacht. Je bent de vrouw waarop ik jaren heb gewacht. Belgie, corruptie, de hel op deze wereld, maar toen ik jou zag, besefte ik : dit is echt de hemel op aard. Dit is nog niet het einde van het lied. Zonder jou wordt het een jaar van verdriet. Tot volgend jaar, dan blijven we bij elkaar. Ik ben wel geen man die echt alles kan. Ik wil je wel alles geven, ja, zelfs mijn dierbaar leven. Het lijkt als in een droom, bij die oude Dennenboom. Ga met me mee, over de zee. Kom me achterna, naar het prachtige Amerika. We bouwen een hotel, ver weg van de hel. We krijgen kinderen en niemand zal dat verhinderen. We eindigen niet alleen maar samen onder een marmeren steen met dit opschrift in de steen gegrift : Esther brak haar been en Vincent liet haar niet alleen. In de hemel is het wel leuk. Beide stierven aan een breuk. Esther aan haar been, Vincent's leven werd zwart en hij ... hij stierf aan een gebroken hart. Dit was het eind van een leven vol geluk, maar nu is dat leven stuk. Je zal tot in de eeuwigheid mijn liefje zijn. Dit was het eind van een lied over zonneschijn en geluk."Ik hoop dat je genoten hebt van dit stukje proza, deze ballade ontsproten uit mijn infantiele onschuld. Het is acht jaar later nog steeds een beetje actueel. Ik ben immers nog steeds anti-Belg en pro-Amerikaan. Die instellingen had ik toen kennelijk ook al, als je eens grondig door de regels leest. Ik heb van dit alles geenszins spijt. Gelukkig maar. Anders had ik nog een eeuwigheid de tijd om erover na te denken.
Tot op heden heb ik hiervoor nog geen platencontract gekregen.
Meer over één van mijn favoriete zangers op www.leegreenwood.com.
Omwille van de toenemende inbreuken op het recht op vrije meningsuiting door zowel de Belgische als door tal van buitenlandse overheden en omwille van de verwoede pogingen van hen om een echte gedachtenpolitie in het leven te roepen, heeft de auteur van deze weblog, Vincent De Roeck, besloten om zich aan te sluiten bij de "Blue Ribbon Anti-Censorship Campaign" die uitgaat van de "Electronic Frontier Foundation." De beginselverklaring van deze campagne werd door deze blog dan ook onderschreven in eer en geweten. Aan de "slippery slope" van de immer groter wordende overheidsbemoeienis inzake de uitholling van onze meningsvrijheid dient ten stelligste een einde gesteld te worden, zeker en vast op internetvlak. De EFF vraagt niets anders dan het absolute respect voor deze vrijheid die gegarandeerd wordt door de grondwet van elke westerse democratie alsook door elk internationaal of supranationaal mensenrechtenverdrag. Het internet was altijd het schoolvoorbeeld van vrijheid en deregulering. Dit moet ook in de toekomst zo blijven. De overheid, elke overheid, moet zijn handen afhouden van het internet. Staatsingerentie op het World Wide Web : no pasaran!
De beginselverklaring van de EFF bestaat uit een aantal onvoorwaardelijke eisen zoals het recht om anoniem te mogen bloggen, het recht om bronnen niet te hoeven bekendmaken, het recht op selectie van alle blogteksten (inclusief het toelaten van reacties van derden), het recht op "eerlijk" gebruik van intellectueel eigendom van anderen, het recht om zijn blog te beschermen tegen overheidsacties, het recht om vrij over verkiezingen te mogen schrijven en het recht op vrije toegang tot digitale media.
Ik sta volledig achter al deze eisen omdat ze de essentie van de vrijheid van meningsuiting op het internet op exemplaire wijze weten te omvatten. Wel moet ik er - mij baserend op eigen ervaringen - een aantal kanttekeningen bijmaken. Vooreerst is de eis voor anonimiteit op mij niet van toepassing. Ik publiceer mijn blog immers in eigen naam. Daarnaast geef ik steeds de bronnen weer van de door mij overgenomen teksten, temeer daar nagenoeg al mijn bijdragen voor 100% van eigen makelij zijn. Hetzelfde geldt dus op het niveau van "intellectueel eigendom". Het recht op een eigen mening is zo cruciaal in een democratisch bestel dat elke beknotting van dit recht het miskennen van de individuele vrijheid in zijn totaliteit impliceert. Enkel in totalitaire dictaturen is de mening van het individu van geen tel.
Met dank aan de Electronic Frontier Foundation.
Meer informatie over deze organisatie op www.eff.org.
De beginselverklaring van de EFF bestaat uit een aantal onvoorwaardelijke eisen zoals het recht om anoniem te mogen bloggen, het recht om bronnen niet te hoeven bekendmaken, het recht op selectie van alle blogteksten (inclusief het toelaten van reacties van derden), het recht op "eerlijk" gebruik van intellectueel eigendom van anderen, het recht om zijn blog te beschermen tegen overheidsacties, het recht om vrij over verkiezingen te mogen schrijven en het recht op vrije toegang tot digitale media.
Ik sta volledig achter al deze eisen omdat ze de essentie van de vrijheid van meningsuiting op het internet op exemplaire wijze weten te omvatten. Wel moet ik er - mij baserend op eigen ervaringen - een aantal kanttekeningen bijmaken. Vooreerst is de eis voor anonimiteit op mij niet van toepassing. Ik publiceer mijn blog immers in eigen naam. Daarnaast geef ik steeds de bronnen weer van de door mij overgenomen teksten, temeer daar nagenoeg al mijn bijdragen voor 100% van eigen makelij zijn. Hetzelfde geldt dus op het niveau van "intellectueel eigendom". Het recht op een eigen mening is zo cruciaal in een democratisch bestel dat elke beknotting van dit recht het miskennen van de individuele vrijheid in zijn totaliteit impliceert. Enkel in totalitaire dictaturen is de mening van het individu van geen tel.
Met dank aan de Electronic Frontier Foundation.
Meer informatie over deze organisatie op www.eff.org.
Wie dacht dat de SP.A zijn gratispopulisme in de koelkast had gestoken, kwam onlangs bedrogen uit met de plannen van staatssecretaris voor Overheidsbedrijven Bruno Tuybens (SP.A). Hij kwam met het voorstel om studenten vanaf volgend jaar een "gratis" treinabonnement te schenken. Zo zetten de socialisten hun doelgroepenbeleid ongehinderd voort. Het LVSV Leuven pleit voor een systeem waarin de gebruiker betaalt, in tegenstelling tot het verdoken herverdelingsmechanisme dat Tuybens verder wil uitwerken. De rede moet het eindelijk eens in Belgie halen van het populisme. Tuybens doet hiermee een zoveelste poging om de burgers te doen geloven dat er iets kan bestaan zoals gratis openbaar vervoer. Het is een gekend credo waar socialisten al decennia lang op teren.
Onder andere de Nobelprijswinnaar voor economie, Milton Friedman, zei ooit There ain't no such thing as a free lunch. De redenering is eenvoudig. Je kan niet praten over gratis openbaar vervoer, want er zal altijd iemand zijn die dit moet betalen. In het geval van publieke goederen zullen dit de belastingbetalers zijn. Vele jaren voor Friedman, was het de Franse economische filosoof Frederic Bastiat die in zijn beroemde essay Ce qu'on voit et ce qu'on ne voit pas reeds sprak over verborgen kosten, in de hedendaagse economie ook wel opportuniteitskosten genoemd. Bastiat leert ons dat met het geld van de gratis politiek heel wat andere zaken gefinancierd kunnen worden. Dit maakt dat de werkelijke kostprijs van "gratis" openbaar vervoer voor studenten hoger oploopt dan de zichtbare kosten. Zo moeten we ook rekening houden met de mogelijkheid dit geld te investeren in bijvoorbeeld verdere lastenverlagingen voor ondernemingen, wat in de huidige situatie een veel nuttigere investering zou zijn. Of nog een radicale hervorming van de fiscaliteit inzake vervoer en transport waardoor er incentives kunnen gegeven worden om het wagenpark versneld te verjongen. En dus minder vervuilend te maken. Het zijn slechts enkele voorbeelden van opportuniteiten die de kostprijs van een gratis studentenabonnement onverantwoord hoog doen oplopen.
De vorige minister voor overheidsbedrijven, Johan Vande Lanotte, heeft vorig jaar het "gratis" woon-werkverkeer per trein ingevoerd. De overheid - lees: de belastingbetaler - neemt 20% van de abonnementskosten op zich en de werkgever mag de resterende 80% ophoesten. Ook hier is de vorige redenering natuurlijk van toepassing. Het gratis beleid van de socialisten is niet meer dan een pervers herverdelingsmechanisme. Het moet dan ook stoppen. Liever vandaag dan morgen.
Bovendien komt de gratis politiek vaak enkel ten goede aan zij die hem het minst nodig hebben. Zo kunnen ouderen gratis of tegen sterk verlaagde prijzen het openbaar vervoer nemen. Het zijn net deze mensen die beschikken over de grootste spaarreserves en dus in de mogelijkheid verkeren om hun vervoer zelf te financieren. Naast de gepensioneerden kunnen ook kinderen, jongeren tot 18 jaar en ambtenaren genieten van "gratis" of goedkoop treinvervoer. Dit maakt dat de basisprijs voor een gewoon ticket (te) hoog ligt en de regering jaarlijks extra subsidies moet toestoppen om de financiele put te delven.
Met deze hele politiek riskeren we voorbij te gaan aan de werkelijke verbeteringen die moeten aangebracht worden aan het openbaar vervoer in het algemeen. De dienstverlening laat nog steeds te wensen over, comfort is vaak zoek op overvolle treinen tijdens de spitsuren en het is een hele krachttoer om vanuit een randgemeente enkel met het openbaar vervoer tijdig op het werk te geraken. Elk individu maakt dagelijks zijn eigen analyse. Ofwel gaat hij in de file staan, waar hij nog de mogelijkheid heeft zijn krant diagonaal door te nemen of gezellig naar de radio te luisteren, ofwel gaat hij, als kuddevee bij elkaar gepropt, naar het werk met het openbaar vervoer. Op deze manier zal de dagelijkse keuze voor elk individu moeilijk blijven. Als we dan toch moeten investeren in het openbaar vervoer, laten we ons dan focussen op de echte problematiek.
Laten we daarin ook niet vergeten dat er heel wat mensen zijn die door professionele bezigheden hun wagen simpelweg niet kunnen missen. Via taksen en accijnzen betalen ze de door hen veroorzaakte overlast al terug aan de samenleving. Is dit dan wel correct? Deze mensen worden rechtstreeks en onrechtstreeks financieel gestraft doordat ze niet anders kunnen dan de wagen te gebruiken. Is dit dan zo sociaal rechtvaardig? Een doelgroepenbeleid zorgt onvermijdelijk voor dit soort van moeilijke dilemma's. Laat daarom de verantwoordelijkheid aan de burgers zelf. Dit wil zeggen dat wie gebruik wil maken van bepaalde voorzieningen, ervoor dient te betalen. Net zoals iemand die er geen gebruik van wenst te maken, er niet voor hoeft te betalen. Dit is enkel haalbaar als we het heilige huisje van de nationale spoorwegen durven afbreken.
Het LVSV Leuven pleit dan ook voor een volledige privatisering van de NMBS groep, maar dit gaat buiten het opzet van dit opiniestuk.
België kent nu al een van de hoogste belastingstarieven ter wereld. We kunnen niet langer oogluikend toelaten dat een overheid zich laat leiden door plat populisme op kosten van de belastingbetaler wanneer we als samenleving vandaag voor zware economische uitdagingen staan. Laat het individu toe zijn eigen keuzes te maken bij de allocatie van zijn financiele middelen. Het wordt dan ook tijd dat de rede het haalt van het gratispopulisme, because there ain't no such thing as a free lunch.
Deze tekst van Evert Gruyaert verscheen tevens in De Tijd, Blauwdruk en The Free State, alsook op LVSV.be, Libertarian.nl, LVSVLeuven.be, NovaCivitas.org, Liberales.be en MeerVrijheid.nl.
Meer teksten van hem op www.evertgruyaert.be.
Onder andere de Nobelprijswinnaar voor economie, Milton Friedman, zei ooit There ain't no such thing as a free lunch. De redenering is eenvoudig. Je kan niet praten over gratis openbaar vervoer, want er zal altijd iemand zijn die dit moet betalen. In het geval van publieke goederen zullen dit de belastingbetalers zijn. Vele jaren voor Friedman, was het de Franse economische filosoof Frederic Bastiat die in zijn beroemde essay Ce qu'on voit et ce qu'on ne voit pas reeds sprak over verborgen kosten, in de hedendaagse economie ook wel opportuniteitskosten genoemd. Bastiat leert ons dat met het geld van de gratis politiek heel wat andere zaken gefinancierd kunnen worden. Dit maakt dat de werkelijke kostprijs van "gratis" openbaar vervoer voor studenten hoger oploopt dan de zichtbare kosten. Zo moeten we ook rekening houden met de mogelijkheid dit geld te investeren in bijvoorbeeld verdere lastenverlagingen voor ondernemingen, wat in de huidige situatie een veel nuttigere investering zou zijn. Of nog een radicale hervorming van de fiscaliteit inzake vervoer en transport waardoor er incentives kunnen gegeven worden om het wagenpark versneld te verjongen. En dus minder vervuilend te maken. Het zijn slechts enkele voorbeelden van opportuniteiten die de kostprijs van een gratis studentenabonnement onverantwoord hoog doen oplopen.
De vorige minister voor overheidsbedrijven, Johan Vande Lanotte, heeft vorig jaar het "gratis" woon-werkverkeer per trein ingevoerd. De overheid - lees: de belastingbetaler - neemt 20% van de abonnementskosten op zich en de werkgever mag de resterende 80% ophoesten. Ook hier is de vorige redenering natuurlijk van toepassing. Het gratis beleid van de socialisten is niet meer dan een pervers herverdelingsmechanisme. Het moet dan ook stoppen. Liever vandaag dan morgen.
Bovendien komt de gratis politiek vaak enkel ten goede aan zij die hem het minst nodig hebben. Zo kunnen ouderen gratis of tegen sterk verlaagde prijzen het openbaar vervoer nemen. Het zijn net deze mensen die beschikken over de grootste spaarreserves en dus in de mogelijkheid verkeren om hun vervoer zelf te financieren. Naast de gepensioneerden kunnen ook kinderen, jongeren tot 18 jaar en ambtenaren genieten van "gratis" of goedkoop treinvervoer. Dit maakt dat de basisprijs voor een gewoon ticket (te) hoog ligt en de regering jaarlijks extra subsidies moet toestoppen om de financiele put te delven.
Met deze hele politiek riskeren we voorbij te gaan aan de werkelijke verbeteringen die moeten aangebracht worden aan het openbaar vervoer in het algemeen. De dienstverlening laat nog steeds te wensen over, comfort is vaak zoek op overvolle treinen tijdens de spitsuren en het is een hele krachttoer om vanuit een randgemeente enkel met het openbaar vervoer tijdig op het werk te geraken. Elk individu maakt dagelijks zijn eigen analyse. Ofwel gaat hij in de file staan, waar hij nog de mogelijkheid heeft zijn krant diagonaal door te nemen of gezellig naar de radio te luisteren, ofwel gaat hij, als kuddevee bij elkaar gepropt, naar het werk met het openbaar vervoer. Op deze manier zal de dagelijkse keuze voor elk individu moeilijk blijven. Als we dan toch moeten investeren in het openbaar vervoer, laten we ons dan focussen op de echte problematiek.
Laten we daarin ook niet vergeten dat er heel wat mensen zijn die door professionele bezigheden hun wagen simpelweg niet kunnen missen. Via taksen en accijnzen betalen ze de door hen veroorzaakte overlast al terug aan de samenleving. Is dit dan wel correct? Deze mensen worden rechtstreeks en onrechtstreeks financieel gestraft doordat ze niet anders kunnen dan de wagen te gebruiken. Is dit dan zo sociaal rechtvaardig? Een doelgroepenbeleid zorgt onvermijdelijk voor dit soort van moeilijke dilemma's. Laat daarom de verantwoordelijkheid aan de burgers zelf. Dit wil zeggen dat wie gebruik wil maken van bepaalde voorzieningen, ervoor dient te betalen. Net zoals iemand die er geen gebruik van wenst te maken, er niet voor hoeft te betalen. Dit is enkel haalbaar als we het heilige huisje van de nationale spoorwegen durven afbreken.
Het LVSV Leuven pleit dan ook voor een volledige privatisering van de NMBS groep, maar dit gaat buiten het opzet van dit opiniestuk.
België kent nu al een van de hoogste belastingstarieven ter wereld. We kunnen niet langer oogluikend toelaten dat een overheid zich laat leiden door plat populisme op kosten van de belastingbetaler wanneer we als samenleving vandaag voor zware economische uitdagingen staan. Laat het individu toe zijn eigen keuzes te maken bij de allocatie van zijn financiele middelen. Het wordt dan ook tijd dat de rede het haalt van het gratispopulisme, because there ain't no such thing as a free lunch.
Deze tekst van Evert Gruyaert verscheen tevens in De Tijd, Blauwdruk en The Free State, alsook op LVSV.be, Libertarian.nl, LVSVLeuven.be, NovaCivitas.org, Liberales.be en MeerVrijheid.nl.
Meer teksten van hem op www.evertgruyaert.be.
Al weken zendt Jurgen Verstrepen, oud-boegbeeld van de Vlaamse "talkradio", momenteel Vlaams Volksvertegenwoordiger voor het Vlaams Belang, vanuit de Verenigde Staten uit met een nieuwe radiozender onder de alleszeggende naam "Zwart of Wit". Op deze zender geeft hij "duiding" bij de actualiteit in Vlaanderen en de wereld. Deze uitzendingen waren uitsluitend te beluisteren via podcasts, via het internet dus. Desalniettemin slaagde hij er - althans volgens zichzelf - toch in om een aanzienlijk trouw luisterpubliek aan zich te binden, wat de "maatschappelijke relevantie" van zijn radioboodschappen enkel maar kan onderstrepen. De Vlaamse overheid - die bevoegd is voor media - greep echter in en verbood deze uitzendingen via zijn administratieve dochter, het Vlaams Commissariaat voor de Media (VCM) en legde Verstrepen een boete op van 12,500.00 EUR wegens overtreding van het Vlaams Mediadecreet, een decreet dat zich trouwens nog moet conformeren naar de nieuwe EU-richtlijn terzake.
Het Commissariaat legt Verstrepen de volgende drie zaken ten laste, drie zaken die elk afzonderlijk reeds een inbreuk op het decreet inhouden. Ten eerste beschikt Verstrepen niet over een gescheiden vennootschap in het buitenland die instaat voor deze uitzendingen, waardoor de locatie van de studio (in de VS) geen enkele impact heeft op het feit dat "Zwart of Wit" een Vlaamse landelijke omroep is, waarvoor dus een vergunning vereist is. Ten tweede wordt zijn internetradio als een volwaardige "radiodienst" gekwalificeerd waarvoor ook een vergunning noodzakelijk is. Ten derde acht men de band tussen het VB en "Zwart of Wit" te nauw en in Vlaanderen is het bij wet verboden dat politieke partijen over eigen media beschikken, dit teneinde een "basisneutraliteit" te behouden.
Het beoogde doel van het Mediacommissariaat bestaat uit het beheren van de beperkte etherfrequenties en het toebedelen van dit zeldzaam gemeenschapsgoed aan de meest relevante omroepen. In casu gaat het echter niet over de problematiek van etherfrequenties daar de omroep uitsluitend via het internet (een te verhandelen goed!) verspreid wordt. Het ballonnetje van zeldzaamheid en maatschappelijk nut gaat hier dus duidelijk niet op, wat de overheid ook zegt. Het gaat hier uitsluitend over het muilkorven van een politiek geinspireerde zender die een mening verkondigt die indruist tegen het gemene goed in verzuild Vlaanderen. Het aan banden leggen van een dergelijk medium lijkt in de ogen van onze ontspoorde leiders gerechtvaardigd te zijn. Ik betwijfel dat.
Deze beslissing openbaart op een uitermate pijnlijke wijze de toenemende censuur in het Vlaamse medialandschap en de verschraling van het media-aanbod. Enkel staatsvriendelijke media krijgen voortaan nog de toestemming om uit te zenden - zelfs uit het buitenland - en de staatspropaganda kan weerom uitgebreid worden in de mooiste Russische en Italiaanse traditie. Nochtans is het decreet in kwestie in strijdt met de Europese richtlijnen en strookt de beslissing niet met de rechtspraak van het Europees Hof van de Rechten van de Mens in Straatsburg dat vrije toegang tot de media als noodzakelijk beschouwt in een democratie. Laat ons hopen dat de rechtbanken van de EU en van de Raad van Europa ingrijpen om onze basisvrijheden en grondrechten te redden van hun uitholling. Anders ziet het er sterk naar uit dat ik op termijn ook voor mijn blogje een persvergunning ga moeten aanvragen.
Deze tekst verscheen ook op de website van het LVSV Leuven, op de metablog In Flanders Fields en op een aantal andere weblogs.
Meer over deze politicus op www.jurgenverstrepen.be.
Het Commissariaat legt Verstrepen de volgende drie zaken ten laste, drie zaken die elk afzonderlijk reeds een inbreuk op het decreet inhouden. Ten eerste beschikt Verstrepen niet over een gescheiden vennootschap in het buitenland die instaat voor deze uitzendingen, waardoor de locatie van de studio (in de VS) geen enkele impact heeft op het feit dat "Zwart of Wit" een Vlaamse landelijke omroep is, waarvoor dus een vergunning vereist is. Ten tweede wordt zijn internetradio als een volwaardige "radiodienst" gekwalificeerd waarvoor ook een vergunning noodzakelijk is. Ten derde acht men de band tussen het VB en "Zwart of Wit" te nauw en in Vlaanderen is het bij wet verboden dat politieke partijen over eigen media beschikken, dit teneinde een "basisneutraliteit" te behouden.
Het beoogde doel van het Mediacommissariaat bestaat uit het beheren van de beperkte etherfrequenties en het toebedelen van dit zeldzaam gemeenschapsgoed aan de meest relevante omroepen. In casu gaat het echter niet over de problematiek van etherfrequenties daar de omroep uitsluitend via het internet (een te verhandelen goed!) verspreid wordt. Het ballonnetje van zeldzaamheid en maatschappelijk nut gaat hier dus duidelijk niet op, wat de overheid ook zegt. Het gaat hier uitsluitend over het muilkorven van een politiek geinspireerde zender die een mening verkondigt die indruist tegen het gemene goed in verzuild Vlaanderen. Het aan banden leggen van een dergelijk medium lijkt in de ogen van onze ontspoorde leiders gerechtvaardigd te zijn. Ik betwijfel dat.
Deze beslissing openbaart op een uitermate pijnlijke wijze de toenemende censuur in het Vlaamse medialandschap en de verschraling van het media-aanbod. Enkel staatsvriendelijke media krijgen voortaan nog de toestemming om uit te zenden - zelfs uit het buitenland - en de staatspropaganda kan weerom uitgebreid worden in de mooiste Russische en Italiaanse traditie. Nochtans is het decreet in kwestie in strijdt met de Europese richtlijnen en strookt de beslissing niet met de rechtspraak van het Europees Hof van de Rechten van de Mens in Straatsburg dat vrije toegang tot de media als noodzakelijk beschouwt in een democratie. Laat ons hopen dat de rechtbanken van de EU en van de Raad van Europa ingrijpen om onze basisvrijheden en grondrechten te redden van hun uitholling. Anders ziet het er sterk naar uit dat ik op termijn ook voor mijn blogje een persvergunning ga moeten aanvragen.
Deze tekst verscheen ook op de website van het LVSV Leuven, op de metablog In Flanders Fields en op een aantal andere weblogs.
Meer over deze politicus op www.jurgenverstrepen.be.
It doesn't even make the newspapers any more. That's the shocking thing. We are so blase about Brussels fraud that we no longer notice it. Last month, for the eleventh year in a row, the European Court of Auditors refused to approve the EU's accounts. Its 324-page report was couched in the bland language favoured by accountants everywhere, but its import was unmistakable. Chunks of the EU's £70 billion budget are being lost and stolen. The report identifies fraudulent claims, bogus invoices and other accounting failures. While the auditors are happy to vouch for the money raised by the EU, they cannot say where it goes. If a private company behaved this way, the story would dominate the front pages; the directors would be lucky to escape prison. But private companies use recognised accounting procedures, which allow irregularities to be spotted. Not so the European Union which has still not adopted a verifiable, accrual-based method.
Indeed, one of the main complaints of the former chief accountant, Marta Andreasen, was the absence of double-entry book-keeping. Many accounts, she found, were held on spreadsheets, allowing them to be retrospectively doctored. When she went public, she was suspended and then, in a final vindictive act by the outgoing Commission, fired. What makes the EU behave like this? Its employees are not inherently wickeder than anyone else. All organisations have their share of shysters. The difference is that there is no link in Brussels between taxation, representation and expenditure. The EU expects bouquets when it spends, but not brickbats when it taxes, because its revenue is handed over by national treasuries.
As Milton Friedman once observed, there are only two kinds of money: your money and my money. The trouble is that, in Brussels, it's all your money. This creates an attitude to expenditure that is at best negligent, at worst corrupt. Last month in the European Parliament, Euro-sophists pooh-poohed the report on three grounds: that the system is improving; that critics are all xenophobes; and that the failings identified are the responsibility of the member states, not of the EU directly. These are important objections, and deserve to be considered separately.
We have heard the "things are getting better" line before. Cast your mind back seven years, to the downfall of the Santer Commission. Remember a Dutch whistle-blower called Paul van Buitenen? Remember his revelations of awesome sleaze: kickbacks in return for contracts, friends and family kept on the public payroll? Remember Edith Cresson employing her dentist as a "consultant" on a handsome salary?
Do you not recall being assured that such things would never happen again? That Prodi would hose the stables clean? Well, eight years on, nothing much seems to have changed. The President of the Court of Auditors told MEPs yesterday that "there has been no improvement" in how the EU runs itself. The truth is that EU fraud is, in the correct sense of the word, structural: a product of how the Brussels institutions are set up. By saying this, I open myself to the second charge, that of being motivated by hostility to the EU. And here I must plead guilty: I am against the EU. I'm not anti-European: I speak French and Spanish and have worked all over the Continent.
It's just that, after seven years in Brussels, I have reached the view that the system is beyond reform. When they disparage their critics this way, the Eurocrats confuse cause and effect. We are not banging on about corruption because we dislike the EU; we dislike the EU because we see it for what it is: a racket, whose chief function is to look after its own.
Finally, let us deal with the assertion that, since much of the EU's spending is disbursed by national and regional authorities, Brussels ought not to be blamed for their failings. It is certainly true that the money trickles down through many levels, like champagne through a pyramid of crystal flutes. But this is the problem: in such a system, no one has an incentive to behave properly. The applicants, knowing the cash is there to be claimed, arrange their affairs so as to qualify for it. National authorities have no interest in policing the system, since it is all EU money. And Eurocrats are happy to sign the cheques in the belief that they are buying popularity.
Many British people believe that the problem is cultural: Denis Healey once spoke of "an olive belt" that divides prim Northern Europeans from naughty Mediterraneans. His Lordship would doubtless enjoy the case cited in the current report of a Greek shepherd who, in 2002, registered a herd of 470 sheep. That year, apparently, 70 of his animals were taken by wolves. The next year, 192 of them were carried away. The year after, 239. Yet, last year, he still had 470 sheep and, according to the auditors "no evidence could be produced by the farmer to justify how he restocked his herd".
But here's the thing: the same kind of ruse is identified in North-East England. The EU system is turning Geordies into Greeks - or, more accurately, turning Geordies, Greeks and everyone else into subsidy-hungry Euro-supplicants. This is the worst aspect of Euro-corruption. In my own constituency, I have seen how the people most directly ruled by EU law - fishermen - have been forced to alter their behaviour to comply with the Brussels way of doing things. I have seen honest men turned, against their will, into liars and cheats by the Common Fisheries Policies.
The disease is not confined to Brussels. It is contaminating our own body politic, carried by cash handouts through our veins and arteries. After years of looking vainly for a cure, it is time to consider amputation.
Deze vrije tribune van EP-lid Daniel Hannan verscheen tevens in The Brussels Journal, The Free State en The Daily Telegraph.
Meer eurosceptische artikels van hem op www.hannan.co.uk.
Indeed, one of the main complaints of the former chief accountant, Marta Andreasen, was the absence of double-entry book-keeping. Many accounts, she found, were held on spreadsheets, allowing them to be retrospectively doctored. When she went public, she was suspended and then, in a final vindictive act by the outgoing Commission, fired. What makes the EU behave like this? Its employees are not inherently wickeder than anyone else. All organisations have their share of shysters. The difference is that there is no link in Brussels between taxation, representation and expenditure. The EU expects bouquets when it spends, but not brickbats when it taxes, because its revenue is handed over by national treasuries.
As Milton Friedman once observed, there are only two kinds of money: your money and my money. The trouble is that, in Brussels, it's all your money. This creates an attitude to expenditure that is at best negligent, at worst corrupt. Last month in the European Parliament, Euro-sophists pooh-poohed the report on three grounds: that the system is improving; that critics are all xenophobes; and that the failings identified are the responsibility of the member states, not of the EU directly. These are important objections, and deserve to be considered separately.
We have heard the "things are getting better" line before. Cast your mind back seven years, to the downfall of the Santer Commission. Remember a Dutch whistle-blower called Paul van Buitenen? Remember his revelations of awesome sleaze: kickbacks in return for contracts, friends and family kept on the public payroll? Remember Edith Cresson employing her dentist as a "consultant" on a handsome salary?
Do you not recall being assured that such things would never happen again? That Prodi would hose the stables clean? Well, eight years on, nothing much seems to have changed. The President of the Court of Auditors told MEPs yesterday that "there has been no improvement" in how the EU runs itself. The truth is that EU fraud is, in the correct sense of the word, structural: a product of how the Brussels institutions are set up. By saying this, I open myself to the second charge, that of being motivated by hostility to the EU. And here I must plead guilty: I am against the EU. I'm not anti-European: I speak French and Spanish and have worked all over the Continent.
It's just that, after seven years in Brussels, I have reached the view that the system is beyond reform. When they disparage their critics this way, the Eurocrats confuse cause and effect. We are not banging on about corruption because we dislike the EU; we dislike the EU because we see it for what it is: a racket, whose chief function is to look after its own.
Finally, let us deal with the assertion that, since much of the EU's spending is disbursed by national and regional authorities, Brussels ought not to be blamed for their failings. It is certainly true that the money trickles down through many levels, like champagne through a pyramid of crystal flutes. But this is the problem: in such a system, no one has an incentive to behave properly. The applicants, knowing the cash is there to be claimed, arrange their affairs so as to qualify for it. National authorities have no interest in policing the system, since it is all EU money. And Eurocrats are happy to sign the cheques in the belief that they are buying popularity.
Many British people believe that the problem is cultural: Denis Healey once spoke of "an olive belt" that divides prim Northern Europeans from naughty Mediterraneans. His Lordship would doubtless enjoy the case cited in the current report of a Greek shepherd who, in 2002, registered a herd of 470 sheep. That year, apparently, 70 of his animals were taken by wolves. The next year, 192 of them were carried away. The year after, 239. Yet, last year, he still had 470 sheep and, according to the auditors "no evidence could be produced by the farmer to justify how he restocked his herd".
But here's the thing: the same kind of ruse is identified in North-East England. The EU system is turning Geordies into Greeks - or, more accurately, turning Geordies, Greeks and everyone else into subsidy-hungry Euro-supplicants. This is the worst aspect of Euro-corruption. In my own constituency, I have seen how the people most directly ruled by EU law - fishermen - have been forced to alter their behaviour to comply with the Brussels way of doing things. I have seen honest men turned, against their will, into liars and cheats by the Common Fisheries Policies.
The disease is not confined to Brussels. It is contaminating our own body politic, carried by cash handouts through our veins and arteries. After years of looking vainly for a cure, it is time to consider amputation.
Deze vrije tribune van EP-lid Daniel Hannan verscheen tevens in The Brussels Journal, The Free State en The Daily Telegraph.
Meer eurosceptische artikels van hem op www.hannan.co.uk.
Het is vandaag Kerstmis, de geboortedag van Jezus Christus. De messias voor de ene godsdienst, een belangrijk profeet voor de andere monotheistische religies. Ik had van de gelegenheid graag gebruik gemaakt om al mijn trouwe - en minder trouwe - bloglezers te bedanken voor hun steun, hun aandacht en hun leesbereidheid. Zonder lezers heeft een blog immers geen enkele waarde. Ik wens iedereen een zalig Kerstfeest, een gelukkig Chanoeka of een deugddoend Kwanzaa. Moge eenieder in deze donkere tijd van het jaar troost en gezelschap vinden bij zijn geliefden. In tegenstelling tot de grote Amerikaanse roerganger, president George Walker Bush, vernoem ik liever de drie grote religieuze feesten in deze periode dan ze alledrie dood te zwijgen. De scheiding tussen Kerk en Staat is een ding, de historische meerwaarde van religie an sich erkennen, iets totaal anders.
Ik hoop nog steeds dat Kyoto schromelijk overdreven was en dat we dan ook alsnog een witte kerst zullen krijgen.
Meer over de klimaatnonsens op www.stichtingklimaat.nl.
Ik hoop nog steeds dat Kyoto schromelijk overdreven was en dat we dan ook alsnog een witte kerst zullen krijgen.
Meer over de klimaatnonsens op www.stichtingklimaat.nl.
Wat nu volgt, tart onwaarschijnlijk elke verbeelding. Nochtans vonden deze gebeurtenissen niet eens plaats in een of ander Oostblokland voor de val van het ijzeren gordijn, maar wel in het jaar 2005, in de week voor Kerstmis. Plaats van het gebeuren was de hoofdstad van bureaucratisch Wallonie, het provinciestadje Namen. Mijn tijd is te kostbaar om hem te verspillen aan een grondige analyse van dit wanbeleid. Ik beperk mijn bijdrage dan ook uitsluitend maar tot het schetsen van de situatie. Het vanzelfsprekende allesvernietigende oordeel hiervan, laat ik geheel aan jullie, mijn weldenkende lezers, over. Dit is een verhaal dat alle andere verhalen overbodig maakt.
Op dinsdag 20 december 2005 kreeg ik op mijn thuisadres in Antwerpen een aangetekende brief aan. Deze brief was in Namen verstuurd op maandag 19 december 2005 door het facultaire secretariaat van de rechten van de Facultes Universitaires Notre Dame De La Paix oftewel de universiteit van Namen. Aan deze instelling heb ik met vrucht mijn kandidaturen rechten afgelegd. In deze brief werd mij gesommeerd mij le plus vite possible aan te bieden op het secretariaat met een copie conforme van mijn getuigschrift secundair onderwijs omdat het authentificeren van mijn kandidaatsdiploma door de Franstalige Gemeenschap langer duurt dan een vol jaar en omdat ik zonder dit geauthentificeerd diploma geen aanspraak kan maken op een later licentiaatsdiploma.
Aangezien ik in Leuven resideer doorheen de week, moest ik op woensdag heen en weer gaan naar Antwerpen om deze aangetekende brief op te halen. In de brief werden mij de openingsuren medegedeeld van het secretariaat. Op elke maandag, dinsdag en vrijdag van 10u tot 12u en van 14u tot 15u30 zou de secretaresse daar aanwezig zijn. Deze brief, verstuurd op 19 december 2005, werd reeds opgesteld op 12 december 2009, wat afgeleid kon worden uit de datum van de briefhoofding. Gedurende zeven dagen heeft deze rondgeslingerde brief dus reeds op een Naams bureau gelegen zonder verstuurd te worden. Het jaar authentificatietijd indachtig, lijken mij deze zeven verloren dagen reeds een zware inschattingsfout van de betrokken vastbenoemde Waalse ambtenaar, maar dit geheel terzijde. De Waalse ambtenarij zal wel andere prioriteiten hebben dan het verderhelpen van een Flamboche.
Op diezelfde woensdag haast ik mij in Antwerpen naar het gemeentehuis voor de gevraagde gecertificeerde copie. Zoals het een transparante goedwerkende administratie betaamt, nam dit slechts enkele luttele minuten in beslag. Waarom moet ik trouwens een copie conforme binnenbrengen? Omdat ik in mijn tweede studiejaar in Namen een bewijs moest aandragen van mijn humanioradiploma. Ik had echter mijn origineel getuigschrift binnengebracht en op het secretariaat laten copieren door de bevoegde persoon in kwestie die mij ervan vergewiste dat dit zeker en vast evenwaardig was aan een zogenaamde "gecertificeerde copie". Het officiele karakter van deze copie werd nogmaals benadrukt door de blauwe stempel van het facultair secretariaat op die bewuste copie. De betrokken persoon, hoewel waarschijnlijk met de allerbeste bedoelingen gehandeld, bleek het bij het verkeerde eind te hebben. De facultaire copie was non conforme.
Op vrijdag 23 december haast ik mij dan maar vanuit mijn kot in Leuven naar het verre Namen om aan de aangetekende brief goed gevolg te geven. In Namen aangekomen, moet ik echter constateren dat het secretariaat - ondanks de toegestuurde openingsuren - om 14u30 reeds volledig gesloten is en er niemand meer te bespeuren valt die mij ook maar enigszins van dienst zou kunnen zijn. Onverichtterzake moet ik dan maar - als een geslagen hond - de terugweg aanvatten naar Antwerpen via Leuven, niet meteen bij de deur dus.
Kortom, deze aangetekende brief heeft mij twee halve dagen tijd gekost en nagenoeg een ganse autotank brandstof. In deze periode zijn mijn tijd en brandstof nochtans uitermate kostbaar (ik heb immers examens binnen drie weken en de olieprijzen swingen momenteel echt de pan uit). Daarenboven moest ik ook nog een parking betalen in Leuven en Namen. Ik had mijn geld evengoed in de Samber kunnen gooien of aan Wallonie kunnen schenken. Het zou identiek dezelfde verspilling geweest zijn. Het heeft daarenboven zeven dagen geduurd alvorens de brief door de volledige Waalse papiermolen geraakt is en verzonden kon worden. Ook de aangegeven openingsuren bleken allesbehalve correct te zijn. Tenslotte moet ik de facto een document binnenbrengen dat ik reeds binnengebracht heb en dat reeds volledig in orde was volgens diezelfde secretaresse. Waarschijnlijk ontbrak er dan toch nog dat zevende fiscaal zegeltje of dat dertiende stempeltje?
Pas na een tweede aller-retour heb ik alles kunnen afhandelen.
Meer over de Waalse toestanden op www.destexhe.com.
Op dinsdag 20 december 2005 kreeg ik op mijn thuisadres in Antwerpen een aangetekende brief aan. Deze brief was in Namen verstuurd op maandag 19 december 2005 door het facultaire secretariaat van de rechten van de Facultes Universitaires Notre Dame De La Paix oftewel de universiteit van Namen. Aan deze instelling heb ik met vrucht mijn kandidaturen rechten afgelegd. In deze brief werd mij gesommeerd mij le plus vite possible aan te bieden op het secretariaat met een copie conforme van mijn getuigschrift secundair onderwijs omdat het authentificeren van mijn kandidaatsdiploma door de Franstalige Gemeenschap langer duurt dan een vol jaar en omdat ik zonder dit geauthentificeerd diploma geen aanspraak kan maken op een later licentiaatsdiploma.
Aangezien ik in Leuven resideer doorheen de week, moest ik op woensdag heen en weer gaan naar Antwerpen om deze aangetekende brief op te halen. In de brief werden mij de openingsuren medegedeeld van het secretariaat. Op elke maandag, dinsdag en vrijdag van 10u tot 12u en van 14u tot 15u30 zou de secretaresse daar aanwezig zijn. Deze brief, verstuurd op 19 december 2005, werd reeds opgesteld op 12 december 2009, wat afgeleid kon worden uit de datum van de briefhoofding. Gedurende zeven dagen heeft deze rondgeslingerde brief dus reeds op een Naams bureau gelegen zonder verstuurd te worden. Het jaar authentificatietijd indachtig, lijken mij deze zeven verloren dagen reeds een zware inschattingsfout van de betrokken vastbenoemde Waalse ambtenaar, maar dit geheel terzijde. De Waalse ambtenarij zal wel andere prioriteiten hebben dan het verderhelpen van een Flamboche.
Op diezelfde woensdag haast ik mij in Antwerpen naar het gemeentehuis voor de gevraagde gecertificeerde copie. Zoals het een transparante goedwerkende administratie betaamt, nam dit slechts enkele luttele minuten in beslag. Waarom moet ik trouwens een copie conforme binnenbrengen? Omdat ik in mijn tweede studiejaar in Namen een bewijs moest aandragen van mijn humanioradiploma. Ik had echter mijn origineel getuigschrift binnengebracht en op het secretariaat laten copieren door de bevoegde persoon in kwestie die mij ervan vergewiste dat dit zeker en vast evenwaardig was aan een zogenaamde "gecertificeerde copie". Het officiele karakter van deze copie werd nogmaals benadrukt door de blauwe stempel van het facultair secretariaat op die bewuste copie. De betrokken persoon, hoewel waarschijnlijk met de allerbeste bedoelingen gehandeld, bleek het bij het verkeerde eind te hebben. De facultaire copie was non conforme.
Op vrijdag 23 december haast ik mij dan maar vanuit mijn kot in Leuven naar het verre Namen om aan de aangetekende brief goed gevolg te geven. In Namen aangekomen, moet ik echter constateren dat het secretariaat - ondanks de toegestuurde openingsuren - om 14u30 reeds volledig gesloten is en er niemand meer te bespeuren valt die mij ook maar enigszins van dienst zou kunnen zijn. Onverichtterzake moet ik dan maar - als een geslagen hond - de terugweg aanvatten naar Antwerpen via Leuven, niet meteen bij de deur dus.
Kortom, deze aangetekende brief heeft mij twee halve dagen tijd gekost en nagenoeg een ganse autotank brandstof. In deze periode zijn mijn tijd en brandstof nochtans uitermate kostbaar (ik heb immers examens binnen drie weken en de olieprijzen swingen momenteel echt de pan uit). Daarenboven moest ik ook nog een parking betalen in Leuven en Namen. Ik had mijn geld evengoed in de Samber kunnen gooien of aan Wallonie kunnen schenken. Het zou identiek dezelfde verspilling geweest zijn. Het heeft daarenboven zeven dagen geduurd alvorens de brief door de volledige Waalse papiermolen geraakt is en verzonden kon worden. Ook de aangegeven openingsuren bleken allesbehalve correct te zijn. Tenslotte moet ik de facto een document binnenbrengen dat ik reeds binnengebracht heb en dat reeds volledig in orde was volgens diezelfde secretaresse. Waarschijnlijk ontbrak er dan toch nog dat zevende fiscaal zegeltje of dat dertiende stempeltje?
Pas na een tweede aller-retour heb ik alles kunnen afhandelen.
Meer over de Waalse toestanden op www.destexhe.com.
Vorige week oordeelde rechter John Jones uit de Amerikaanse staat Pennsylvania dat het les geven over het "Intelligent Design" (creationisme) naast de evolutieleer van Charles Darwin tijdens de biologielessen in strijd is met de Amerikaanse Grondwet en de scheiding tussen kerk en staat. In het afgelopen jaar werd dit "intelligent ontwerp", dat van een opperwezen als grondslag van de schepping uitgaat, onder massale druk van de Evangelische Christenen, zeg maar gerust de "ultra-protestanten", in een groot aantal scholen ingevoerd als een valabel alternatief voor de bestaande wetenschappelijke theorieën omdat deze "niet de volledige waarheid" in pacht zouden hebben. Dit was ook het geval in de openbare school van Dover, Pennsylvania.
Deze rechterlijke uitspraak komt ook niet echt als een grote verrassing daar er zeer veel kritiek rees in de Verenigde Staten na deze ingrijpende programmawijzigingen. Voor dit vonnis had elke openbare school immers de vrije keuze om ofwel enkel Darwin, ofwel enkel de theorie van het intelligent ontwerp, ofwel een combinatie van beiden aan zijn leerlingen aan te bieden in het kader van de les biologie. In de oerconservatieve christenfundamentalistische staten betekende deze keuzevrijheid echter steevast de volledige schrapping van het Darwinisme, de minst betwistbare theorie inzake, uit het leerprogramma. Zelfs aan bepaalde universiteiten, zoals Patrick Henry College in Virginia, werd het Darwinisme zonder meer vervangen door het Bijbelse Creationisme.
Rechter Jones erkent echter wel dat de evolutieleer van Darwin niet elke vorm van evolutie kan verklaren en dat deze theorie zich niet uitspreekt over de oorsprong van de oorsprong. Volgens hem mag het "Intellectual Design" nog wel aangehaald en onderwezen worden tijdens de lessen godsdienst. Ook onderzoek naar het ID moet gestimuleerd en voortgezet worden. De hoofdargumentatie van dit vonnis verwijst naar de scheiding tussen kerk en staat in de VS en naar de idee dat ID niet als wetenschap maar louter als godsdienst beschouwd moet worden. Het spreekt voor zich dat dit vonnis in het Amerikaanse "Common Law System" een belangrijk precedent kan worden voor de verontwaardigde "liberale" burgers om ook elders in andere staten via de rechtbanken het algemeen verbod op dergelijke religieus geinspireerde theorieën in de wetenschapslessen te bekomen.
De maatschappelijke impact van deze uitspraak is zéér groot. Eindelijk oordeelt een rechtbank dat de theorie van het ID niet strookt met de wetenschap, zoals het ook in een eerder vonnis al oordeelde dat het pure creationisme op zich geen wetenschap is. Dankzij dergelijke omstreden vonnissen veruitwendigt Amerika zijn bewustwoording op religieus vlak. Dat de school in kwestie zich tot de hogere instanties en zelfs tot het "U.S. Supreme Court" in Washington zal wenden om dit vonnis alsnog te laten opschorten, staat als een paal boven water. De echte vraag in dit debat is dus of de recente benoeming van twee nieuwe conservatieve rechters door president George W. Bush het conservatieve tij alsnog kan keren. Het blijft bang afwachten maar de toekomst van de seculariteit in de VS ziet er in ieder geval al weer een beetje beter uit. Na het verdrijven van zijn extreem-godsdienstige demonen, kan de Amerikaanse samenleving zich terug uitsluitend richten op het onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek en alzo zijn steentje bijdragen aan de geneeskundige evolutie, zoals de VS de afgelopen halve eeuw op exemplaire wijze gedaan heeft. En Hij zag dat het goed was.
Deze tekst verscheen ook op de website van In Flanders Fields en op het internetforum van het LVSV Leuven.
Meer over het "intelligent design" op www.creationism.org.
Deze rechterlijke uitspraak komt ook niet echt als een grote verrassing daar er zeer veel kritiek rees in de Verenigde Staten na deze ingrijpende programmawijzigingen. Voor dit vonnis had elke openbare school immers de vrije keuze om ofwel enkel Darwin, ofwel enkel de theorie van het intelligent ontwerp, ofwel een combinatie van beiden aan zijn leerlingen aan te bieden in het kader van de les biologie. In de oerconservatieve christenfundamentalistische staten betekende deze keuzevrijheid echter steevast de volledige schrapping van het Darwinisme, de minst betwistbare theorie inzake, uit het leerprogramma. Zelfs aan bepaalde universiteiten, zoals Patrick Henry College in Virginia, werd het Darwinisme zonder meer vervangen door het Bijbelse Creationisme.
Rechter Jones erkent echter wel dat de evolutieleer van Darwin niet elke vorm van evolutie kan verklaren en dat deze theorie zich niet uitspreekt over de oorsprong van de oorsprong. Volgens hem mag het "Intellectual Design" nog wel aangehaald en onderwezen worden tijdens de lessen godsdienst. Ook onderzoek naar het ID moet gestimuleerd en voortgezet worden. De hoofdargumentatie van dit vonnis verwijst naar de scheiding tussen kerk en staat in de VS en naar de idee dat ID niet als wetenschap maar louter als godsdienst beschouwd moet worden. Het spreekt voor zich dat dit vonnis in het Amerikaanse "Common Law System" een belangrijk precedent kan worden voor de verontwaardigde "liberale" burgers om ook elders in andere staten via de rechtbanken het algemeen verbod op dergelijke religieus geinspireerde theorieën in de wetenschapslessen te bekomen.
De maatschappelijke impact van deze uitspraak is zéér groot. Eindelijk oordeelt een rechtbank dat de theorie van het ID niet strookt met de wetenschap, zoals het ook in een eerder vonnis al oordeelde dat het pure creationisme op zich geen wetenschap is. Dankzij dergelijke omstreden vonnissen veruitwendigt Amerika zijn bewustwoording op religieus vlak. Dat de school in kwestie zich tot de hogere instanties en zelfs tot het "U.S. Supreme Court" in Washington zal wenden om dit vonnis alsnog te laten opschorten, staat als een paal boven water. De echte vraag in dit debat is dus of de recente benoeming van twee nieuwe conservatieve rechters door president George W. Bush het conservatieve tij alsnog kan keren. Het blijft bang afwachten maar de toekomst van de seculariteit in de VS ziet er in ieder geval al weer een beetje beter uit. Na het verdrijven van zijn extreem-godsdienstige demonen, kan de Amerikaanse samenleving zich terug uitsluitend richten op het onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek en alzo zijn steentje bijdragen aan de geneeskundige evolutie, zoals de VS de afgelopen halve eeuw op exemplaire wijze gedaan heeft. En Hij zag dat het goed was.
Deze tekst verscheen ook op de website van In Flanders Fields en op het internetforum van het LVSV Leuven.
Meer over het "intelligent design" op www.creationism.org.
Enkele dagen voor Kerstmis begint het openbaar vervoer in New York City met een onaangekondigde en bijgevolg - althans in de ogen van vele Amerikanen - onaanvaardbare staking. Dit is de eerste werkonderbreking in meer dan 25 jaar. De inzet is zoals vaak loonopslag. Dergelijke stakingen van openbare diensten zijn in de staat New York bij wet verboden. Een rechter heeft reeds geoordeeld dat deze wet hierdoor geschonden wordt en dat de vakbonden een zware dwangsom opgelegd krijgen per stakingsdag, dit volledig overeenkomstig de beroemde, of in ABVV-jargon "beruchte", Taylor Law. Ondertussen moeten meer dan 7 miljoen New Yorkers, die traditioneel nagenoeg over geen enkel ander vervoersmiddel beschikken, te voet gaan in de barre winterkoude.
Het meest frappante aan deze situatie is evenwel niet de terecht hardvochtige houding van burgemeester Bloomberg noch de terughoudendheid van de stakers of de snelheid van het Amerikaanse rechtssysteem desgevallend. Wat mij het meest aangrijpt, is echter het sterke community feeling dat ontsproten is uit de aanslagen van elf september en nadien enkel maar gegroeid en toegenomen is. New Yorkers voelen zich verenigd onder elkaar en geven hiervan ook steeds vaker blijk. Lifters worden opgepikt. Moeders met kinderen worden vervoerd. Carpooling werd de officieuze regel. Koning auto bleek een hart te hebben. De Amerikanen bleken plots met elkaar begaan te zijn.
Nochtans strookt dit allesbehalve met de verkeerde idee fixe die het "beschaafde" Europa er op na houdt. De Verenigde Staten worden in onze contreien maar al te graag afgeschilderd als een maatschappij van egoisten, grootkapitalisten en asocialen. Dergelijk ongenuanceerd gezwets wordt nog aangezwengeld door beelden van doodvriezende bedelaars, hardwerkende oude-van-dagen en plunderingen na natuurrampen. Het geval New York vandaag bewijst juist het tegendeel. Europa kan zeker en vast nog lessen trekken uit dat gemeenschapsgevoel, of blijven we liever al ziende blind voor de VS als potentieel gidsland?
Elke Amerikaan is trots op zijn land en zal steeds de kaart van zijn land of the free en home of the brave trekken. Dit is in Belgie en de EU niet (meer) het geval. De Amerikaanse sociale zekerheid berust voor het merendeel op liefdadigheid. In West-Europa daarentegen moet de staat dit geld eerst "stelen" van de burgers om het dan zelf te restribueren, natuurlijk mits het achterhouden van een "commissie" voor de eigen werking. Ook op dit vlak - zeker aan de vooravond van het ontploffen van de vergrijzingsbom - staan we eeuwen achter. Terwijl in onze contreien autostoppers genegeerd worden, realiseren de Amerikanen samen hun ideaal zoals ze reeds zolang doen. Wij beschimpen hen en stigmatiseren hun verantwoordelijksgevoel. Waarom blijven we dat toch doen? Misschien louter omwille van onze afgunst voor het feit dat zij alles hebben wat wij willen, of dat zij alles zijn wat wij nooit zullen worden, hoe hard we er ook naar smachten.
Deze reactie verscheen ook op tal van internetfora.
Meer artikels van deze auteur op www.lvsvleuven.org.
Het meest frappante aan deze situatie is evenwel niet de terecht hardvochtige houding van burgemeester Bloomberg noch de terughoudendheid van de stakers of de snelheid van het Amerikaanse rechtssysteem desgevallend. Wat mij het meest aangrijpt, is echter het sterke community feeling dat ontsproten is uit de aanslagen van elf september en nadien enkel maar gegroeid en toegenomen is. New Yorkers voelen zich verenigd onder elkaar en geven hiervan ook steeds vaker blijk. Lifters worden opgepikt. Moeders met kinderen worden vervoerd. Carpooling werd de officieuze regel. Koning auto bleek een hart te hebben. De Amerikanen bleken plots met elkaar begaan te zijn.
Nochtans strookt dit allesbehalve met de verkeerde idee fixe die het "beschaafde" Europa er op na houdt. De Verenigde Staten worden in onze contreien maar al te graag afgeschilderd als een maatschappij van egoisten, grootkapitalisten en asocialen. Dergelijk ongenuanceerd gezwets wordt nog aangezwengeld door beelden van doodvriezende bedelaars, hardwerkende oude-van-dagen en plunderingen na natuurrampen. Het geval New York vandaag bewijst juist het tegendeel. Europa kan zeker en vast nog lessen trekken uit dat gemeenschapsgevoel, of blijven we liever al ziende blind voor de VS als potentieel gidsland?
Elke Amerikaan is trots op zijn land en zal steeds de kaart van zijn land of the free en home of the brave trekken. Dit is in Belgie en de EU niet (meer) het geval. De Amerikaanse sociale zekerheid berust voor het merendeel op liefdadigheid. In West-Europa daarentegen moet de staat dit geld eerst "stelen" van de burgers om het dan zelf te restribueren, natuurlijk mits het achterhouden van een "commissie" voor de eigen werking. Ook op dit vlak - zeker aan de vooravond van het ontploffen van de vergrijzingsbom - staan we eeuwen achter. Terwijl in onze contreien autostoppers genegeerd worden, realiseren de Amerikanen samen hun ideaal zoals ze reeds zolang doen. Wij beschimpen hen en stigmatiseren hun verantwoordelijksgevoel. Waarom blijven we dat toch doen? Misschien louter omwille van onze afgunst voor het feit dat zij alles hebben wat wij willen, of dat zij alles zijn wat wij nooit zullen worden, hoe hard we er ook naar smachten.
Deze reactie verscheen ook op tal van internetfora.
Meer artikels van deze auteur op www.lvsvleuven.org.
Het is dan eindelijk zover. Het doek is gevallen. Het applaus is verstomd. Acta sunt fabula, plaudite! Ook in het anderstalige landsgedeelte van ons apenland werd er gestemd voor de grootste aller Belgen en ook hun keuze zat er al enige tijd aan te komen. Zoals ook katholiek filantropisch Vlaanderen voor "onze" vrome pater Damiaan stemde, koos anti-Vlaams Wallonie voor hun "held", de komische zanger Jacques Brel. Brel is van oorsprong een Nederlandstalige Brusselaar en bijgevolg een perfect symbool van l'Etat Belgo-Flamand, van een staatsbestel dat in wezen nooit echt bestaan heeft.
Zoals iedereen in de Brusselse bourgeoisie liep Jacques Brel school aan het eentalige Franse College Saint Louis de Bruxelles waar ook andere prominente flaminganten zoals Wilfried Martens, Gaston Eyskens en de Saksen-Coburgs hun kinderen naartoe sturen. Nadien kon hij als directeur aan de slag in een bedrijf van zijn vader en begon hij liedjes te schrijven in het Frans. De oernederlandse Brusselse ket transformeerde helemaal tot Gallische voorman in de strijd tegen de Flaminganten. Zijn liedje Les Flamingants werd een evergreen in de Waalse salons. Brel verweet collectief Vlaanderen zijn collaboratieverleden, zijn ongebreideld egoisme ten aanzien van zijn unitaire staat en zijn voorbijgestreefd katholicisme.
Het Waalse establishment geeft hier weer blijk van zijn mobilisatiekracht en indoctrinatiesucces. Hun onderdanen hebben goed gekozen. De grootste Belg aller tijden in de ogen van de verpauperde Walen is een ex-Vlaming, een Brusselaar en een overtuigde Belgicist. Dat hij met zijn foto's met eeuwige sigaret jarenlang aangezet heeft tot roken en alzo bijgedragen heeft aan de verloedering van onze jongere generaties, schijnt daar in de ogen van de Walen niets aan te veranderen. De hoofdreden hiervan volgens de commentatoren op RTBF-VRT is dat men overal in de wereld denkt dat Brel een Fransman is en dat we alzo voor eens en altijd met die foutieve idee-fixe komaf hebben gemaakt. We gebruiken een dergelijke wedstrijd om te bewijzen dat we bestaan. De zieligheid ten top gedreven. We zijn een volk zonder verhalen geworden.
Kortom, Wallonie geeft hiermee ook duidelijk te kennen niets te moeten weten van die boerkes uit het noorden en hun verdere plannen om Belgie verder op te splitsen. Hun "grootste Belg" spreekt Frans (hun gemarginaliseerde taal), woont in Brussel (hun gestolen hoofdstad), is uitgesproken Belgicistisch (hun verloren land) en is anti-Vlaams (hun gemuilkorfde vijand). Iedereen wacht de komende ronde van staatshervormingen met ingehouden adem en vol spanning af. Voor het eerst in de naoorlogse geschiedenis hebben we terug een vijand met open vizier aan onze zuidergrens. Reserveer dus alvast maar ergens een veld om het zoals vroeger met de goededag uit te vechten!
Deze reactie verscheen ook op het forum van De Grootste Belg, alsmede op tal van andere internetfora.
Meer over deze zanger op www.jacquesbrel.be.
Zoals iedereen in de Brusselse bourgeoisie liep Jacques Brel school aan het eentalige Franse College Saint Louis de Bruxelles waar ook andere prominente flaminganten zoals Wilfried Martens, Gaston Eyskens en de Saksen-Coburgs hun kinderen naartoe sturen. Nadien kon hij als directeur aan de slag in een bedrijf van zijn vader en begon hij liedjes te schrijven in het Frans. De oernederlandse Brusselse ket transformeerde helemaal tot Gallische voorman in de strijd tegen de Flaminganten. Zijn liedje Les Flamingants werd een evergreen in de Waalse salons. Brel verweet collectief Vlaanderen zijn collaboratieverleden, zijn ongebreideld egoisme ten aanzien van zijn unitaire staat en zijn voorbijgestreefd katholicisme.
Het Waalse establishment geeft hier weer blijk van zijn mobilisatiekracht en indoctrinatiesucces. Hun onderdanen hebben goed gekozen. De grootste Belg aller tijden in de ogen van de verpauperde Walen is een ex-Vlaming, een Brusselaar en een overtuigde Belgicist. Dat hij met zijn foto's met eeuwige sigaret jarenlang aangezet heeft tot roken en alzo bijgedragen heeft aan de verloedering van onze jongere generaties, schijnt daar in de ogen van de Walen niets aan te veranderen. De hoofdreden hiervan volgens de commentatoren op RTBF-VRT is dat men overal in de wereld denkt dat Brel een Fransman is en dat we alzo voor eens en altijd met die foutieve idee-fixe komaf hebben gemaakt. We gebruiken een dergelijke wedstrijd om te bewijzen dat we bestaan. De zieligheid ten top gedreven. We zijn een volk zonder verhalen geworden.
Kortom, Wallonie geeft hiermee ook duidelijk te kennen niets te moeten weten van die boerkes uit het noorden en hun verdere plannen om Belgie verder op te splitsen. Hun "grootste Belg" spreekt Frans (hun gemarginaliseerde taal), woont in Brussel (hun gestolen hoofdstad), is uitgesproken Belgicistisch (hun verloren land) en is anti-Vlaams (hun gemuilkorfde vijand). Iedereen wacht de komende ronde van staatshervormingen met ingehouden adem en vol spanning af. Voor het eerst in de naoorlogse geschiedenis hebben we terug een vijand met open vizier aan onze zuidergrens. Reserveer dus alvast maar ergens een veld om het zoals vroeger met de goededag uit te vechten!
Deze reactie verscheen ook op het forum van De Grootste Belg, alsmede op tal van andere internetfora.
Meer over deze zanger op www.jacquesbrel.be.
Het geo-libertarisme is een politieke filosofie die ervan uitgaat, net als alle andere varianten en tradities binnen het libertarisme, dat elk individu het exclusieve recht bezit op de vruchten van zijn arbeid. Dit staat steeds in schril contrast met de productiemiddelen die de gemeenschap of het collectief in bezit hebben. Geo-libertariers steunen met andere woorden wel het privaat eigendom, maar met een aantal nuances en inperkingen. In tegenstelling tot de zogenaamde royalistische libertarische strekkingen, stellen geo-libertariers dat grond gemeen goed dus eigendom van de gemeenschap is, en dat grond op zich nooit privaat eigendom kan zijn en/of worden.
Daarom is de geo-libertarische idee gestoeld op een huurprijs, zeg maar een soort landtaks, die elk individu aan de gemeenschap moet betalen in ruil voor het exclusieve gebruiksrecht over een stuk grond. Geo-libertariers gaan ervan uit dat elk privaat eigendom an sich het product is van arbeid en dat "grond" daarvan nooit een rechtstreeks gevolg kan zijn. Grond wordt immers niet gegenereerd door menselijke arbeid, en bijgevolg kan grond nooit rightfully beschouwd worden als individueel toe-eigenbaar eigendom.
Geo-libertariers verdedigen in het algemeen de idee van grondhuurprijzen ten voordele van de gemeenschap via een enkele belasting op grondwaarde. "Men did not make the earth. It is the value of the improvements only, and not the earth itself, that is individual property. Every proprietor owes to the community a ground rent for the land which he holds." Deze ideologie vindt zijn oorsprong in het boek Common Sense van Thomas Paine.
Deze voorstelling werd ook gepubliceerd in The Free State.
Meer over deze persoon op www.thomaspaine.org.
Daarom is de geo-libertarische idee gestoeld op een huurprijs, zeg maar een soort landtaks, die elk individu aan de gemeenschap moet betalen in ruil voor het exclusieve gebruiksrecht over een stuk grond. Geo-libertariers gaan ervan uit dat elk privaat eigendom an sich het product is van arbeid en dat "grond" daarvan nooit een rechtstreeks gevolg kan zijn. Grond wordt immers niet gegenereerd door menselijke arbeid, en bijgevolg kan grond nooit rightfully beschouwd worden als individueel toe-eigenbaar eigendom.
Geo-libertariers verdedigen in het algemeen de idee van grondhuurprijzen ten voordele van de gemeenschap via een enkele belasting op grondwaarde. "Men did not make the earth. It is the value of the improvements only, and not the earth itself, that is individual property. Every proprietor owes to the community a ground rent for the land which he holds." Deze ideologie vindt zijn oorsprong in het boek Common Sense van Thomas Paine.
Deze voorstelling werd ook gepubliceerd in The Free State.
Meer over deze persoon op www.thomaspaine.org.
Naar aanleiding van de schandelijke stakingsgolven ten gevolge van het generatiepact, hoe broodnodig deze maatregelen voor de vergrijzing ook mochten zijn voor de toekomst van onze welvaartsstaat, werd een nieuwe chantagetechniek aangewend door de archaische instituten die we "vakbonden" noemen. Ganse bedrijventerreinen werden met stakingspiketten afgezet. Hierdoor werden werkwilligen geweerd uit de bedrijven en werden ze alzo gedwongen om indirect en onvrijwillig toch deel te nemen aan de staking. Iets dergelijks is typerend in het marginale onrealistische en asociale denkpatroon van de doorsnee syndicalist. "Ikke, ikke, ikke en de rest kan stikken." De toekomst van onze jeugd wordt door hen zwaar gehypothekeerd, maar dat raakt hun koude klederen niet. Waarom zouden ze ook? Vakbonden zijn in Belgie nog steeds ongenaakbaar.
VLD-fractieleider in de Kamer, Hendrik Daems, heeft daarom een wetsvoorstel ingediend in het parlement om aan deze uitholling van het stakingsrecht in de toekomst een einde te kunnen stellen. Dit voorstel werd afgeschoten door links en bejubeld door rechts, maar tezamen met de wegtrekkende perscamera's, geraakte ook dit wetsvoorstel op de achtergrond. Geen enkele regeringspartij die daarmee ogenschijnlijk een probleem had, ook de VLD van Daems niet. Om dit wetsvoorstel alsnog door het parlement te krijgen, organiseren een aantal organisaties op internet een Petition for Liberty, die nu reeds meer dan 1,000 handtekeningen telt. Steun de vrijheid van ondernemen, de levensader van onze samenleving, en onderteken deze petitie vandaag nog!
De filosofie achter dit wetsvoorstel is de volgende.
Je kan deze petitie ondertekenen op www.petitionforliberty.be.
VLD-fractieleider in de Kamer, Hendrik Daems, heeft daarom een wetsvoorstel ingediend in het parlement om aan deze uitholling van het stakingsrecht in de toekomst een einde te kunnen stellen. Dit voorstel werd afgeschoten door links en bejubeld door rechts, maar tezamen met de wegtrekkende perscamera's, geraakte ook dit wetsvoorstel op de achtergrond. Geen enkele regeringspartij die daarmee ogenschijnlijk een probleem had, ook de VLD van Daems niet. Om dit wetsvoorstel alsnog door het parlement te krijgen, organiseren een aantal organisaties op internet een Petition for Liberty, die nu reeds meer dan 1,000 handtekeningen telt. Steun de vrijheid van ondernemen, de levensader van onze samenleving, en onderteken deze petitie vandaag nog!
De filosofie achter dit wetsvoorstel is de volgende.
De stakers moeten het recht om te werken en het recht op vrij verkeer respecteren. In ons land is het stakingsrecht - het recht om niet te werken - een verworven recht. Niemand denkt er aan dit in vraag te stellen. Het recht om te werken is echter een even fundamenteel mensenrecht. Het recht op vrij verkeer is een elementaire vrijheid. Niets rechtvaardigt dat stakers anderen verhinderen om te werken. Niets rechtvaardigt dat stakers burgers verhinderen om zich vrij te verplaatsen. Dergelijke acties schaden de fundamentele rechten. Zij creeren bovendien een klimaat van geweld dat in strijd is met de democratie en met de rechtsstaat.Het wetsvoorstel zelf omvat de opname in het Belgisch strafwetboek van een nieuw artikel omtrent de "verhindering van toegang tot de werkplaats". Dit nieuw artikel zal hetvolgende libelleren.
Hij die een persoon heeft verhinderd zich naar of op zijn werkplaats te begeven, hetzij door de toegangsweg naar het bedrijf ontoegankelijk te maken, hetzij door de rechtstreekse toegang tot het bedrijf ontoegankelijk te maken, terwijl hij wist of had moeten weten dat hij door zijn gedrag die bewuste persoon in de onmogelijkheid zou stellen zijn arbeid te verrichten, wordt getraft met een gevangenisstraf van vijftien dagen tot twee jaar en met een geldboete van vijftig euro to driehonderd euro of met een van die straffen alleen.Met dank aan fractieleider Rik Daems en de VLD-Kamerleden.
Je kan deze petitie ondertekenen op www.petitionforliberty.be.
Naar aanleiding van een recente enquete in "Jobat", heb ik deelgenomen aan een psychologische analyse van mijn temperament door het Nederlandse studiebureau "Psycho Test Net". De schriftelijke uitslag van deze tests vindt U hieronder. Ik had wel graag willen verduidelijken dat het hier ging om een lange lijst vragen in "multiple choice" vorm en dat dit profiel uitsluitend gebaseerd is op mijn ongenuanceerde antwoorden daarop. Ik schaam me niet voor wie ik ben. Ik heb de test dus ook in de grootste oprechtheid en/of eerlijkheid ingevuld. De test mag dan al wel niet van Freud zelve afkomstig zijn, hij geeft toch reeds een vaag idee naar mijn ondoorgrondelijke psyche.
"Vincent De Roeck is een sterke man, een man van de actie, boordevol energie, ambitieus en competitief ingesteld. Hij is een bezige bij en voelt zich op zijn ongemak indien hij niets om handen heeft. Luiheid is hem onbekend. Ook lafheid kent hij niet. Toch gaat Vincent meestal niet onbezorgd door het leven. Hij kwelt zichzelf namelijk vaak door zijn streven naar perfectie, zowel in het werk als in het naleven van de heersende normen en waarden. Hij wil liefde verwerven door zich perfect te gedragen."
"Vincent De Roeck is zelfverzekerd en heeft een grote bereidheid om verantwoordelijkheid op te nemen, zodanig zelfs dat er gevaar bestaat zichzelf te overschatten. Hij is een echte "manager" die, zowel thuis als in het bedrijfsleven, recht op het doel afgaat, met inzet van alle middelen: hij neemt initiatief, plant, geeft instructies, volgt op. Vincent neemt het voortouw en bezit wellicht leiderschapskwaliteiten, hij houdt er in elk geval van om in een groep de leiding te nemen. Maar ook in dit gedrag, in deze selectieve omgang met anderen, streeft Vincent naar perfectie. Hij stoort er zich immers gemakkelijk aan indien anderen zich nonchalant gedragen. Hij kan zich dan ook behoorlijk opwinden als hij merkt dat niemand anders zich druk maakt om wat hij zelf als een duidelijk probleem ziet."
"Vincent De Roeck streeft er dan ook naar om nieuwe gebieden te verkennen en te veroveren. Vincent zoekt dus steeds de actie op in de ruimste zin van het woord. Hij is daarbij ook sterk competitiegericht: hij wil graag winnen en - vooral als hij eerder klein van gestalte is - zelfs als dat ten koste van anderen gaat. Vincent is sterk in het aanbrengen van orde en structuur, ook op mentaal gebied: hij denkt op een geordende en systematische manier. Vincent kijkt iedereen recht in de ogen en zegt zijn gedacht, en dit misschien niet altijd op een diplomatische manier. Als een onverwachte zaak zich aandient, dan is hij ook een van de eersten om zijn mening te geven."
"Vincent De Roeck ziet dat de wereld niet perfect is en zet zich in voor verbetering. Hij ziet gemakkelijk wat er aan de dingen mankeert, en hoe ze kunnen verbeterd worden. Hij vindt het moeilijk dingen te negeren of te accepteren die niet goed gedaan zijn. Hij geeft ook graag het goede voorbeeld. Vincent is dan ook een uitstekende uitvoerder: hij concentreert zich op de opdracht, zonder zich te laten afleiden door sentiment. Vincent is over het algemeen vrij van sentimentaliteit. Er is bijvoorbeeld weinig kans dat hij zich aansluit bij de politieke partij voor de dierenrechten."
"Vincent De Roeck ervaart immers een innerlijke drang om hard te werken. Hard werken blokkeert het plezier maken en overschaduwt de gevoelens. Echt genieten, dat kan pas als het werk af is, werk gaat immers voor plezier, en zolang het werk niet af is moeten de gevoelens onderdrukt worden. Vincent bewondert dan ook praktische deugden zoals werklust, inzet, zorgvuldigheid, zuinigheid en eerlijkheid. Hij is zeer conscientieus en heeft een streng geweten dat het eigen gedrag constant beoordeelt. Hij voelt zich snel schuldig als hij niet voldoet aan zijn eigen hoge standaarden. Hij wil alles zo goed mogelijk doen, ook al duurt dit dan wat langer: hij gaat er prat op telkens weer goede kwaliteit af te leveren. Hij zal dan ook weinig risico's nemen, omdat een onzekere uitkomst een hypotheek legt op deze kwaliteit."
"Bij het nemen van belangrijke beslissingen zal Vincent De Roeck - misschien meer dan hij zelf meent - het verstand de bovenhand laten nemen op de gevoelens. De gevoelens worden immers zoveel mogelijk uitgeschakeld ten voordele van de rede. Zo zou Vincent als advocaat perfect een zware misdadiger kunnen verdedigen, ook al keurt hij de misdaad zelf ten zeerste af. Vincent is ook streng maar rechtvaardig: hij zal maar weinig door de vingers zien uit medelijden, bijvoorbeeld om een zwakkere partij te bevoordelen. Vincent heeft ook minder moeite dan de gemiddelde persoon om de waarheid te vertellen als hij weet dat dit pijnlijk zal zijn voor de betrokkene. Vincent lijdt ook vaak aan zelfkritiek, die zich gemakkelijk omvormt door anderen te bekritiseren en door zich moreel superieur te voelen. Dat leidt vaak tot moralistische gedachten die de eigen gevoelens onderdrukken. Zelfverloochening en onbevredigde gevoelens kunnen woede oproepen bij Vincent, waarvoor hij een uitlaatklep vindt door de drang om anderen te corrigeren of zelfs de moraalridder uit te hangen, waarbij er snel gevaar is voor intolerante opvattingen, voor zwart-wit denken."
"Indien Vincent De Roeck geconfronteerd wordt met een tegenslag, dan gaat hij niet in een hoekje zitten, dan gaat hij ook geen troost zoeken bij anderen, maar dan treft hij onmiddellijk de maatregelen die zich opdringen. Maar indien Vincent een succes geboekt heeft, dan zal hij het ook niet verborgen houden: vreugdekreten zijn dan niet uit de lucht. Mensen zoals Vincent hebben vaak een voorliefde voor paarden en voor honden (bedoeld wordt : echte honden, zoals Herders, Rottweilers, Dobbermans,...). Hij houdt vooral van muziek met een flink ritme. Onder invloed van alcohol wordt hij nog actiever en nog uitbundiger dan hij normaal al is. Vincent heeft een uitgebreid sociaal leven. Nochtans besteedt hij te weinig aandacht aan zijn eigen gevoelens en deze van anderen. Hij komt soms te analytisch en te onpersoonlijk over. In gezelschap bepaalt hij liefst de spelregels tot ergernis van zijn omgeving."
Met dank aan het magazine Jobat voor de analyse.
Je kan deze test ook zelf afleggen op www.jobat.be.
"Vincent De Roeck is een sterke man, een man van de actie, boordevol energie, ambitieus en competitief ingesteld. Hij is een bezige bij en voelt zich op zijn ongemak indien hij niets om handen heeft. Luiheid is hem onbekend. Ook lafheid kent hij niet. Toch gaat Vincent meestal niet onbezorgd door het leven. Hij kwelt zichzelf namelijk vaak door zijn streven naar perfectie, zowel in het werk als in het naleven van de heersende normen en waarden. Hij wil liefde verwerven door zich perfect te gedragen."
"Vincent De Roeck is zelfverzekerd en heeft een grote bereidheid om verantwoordelijkheid op te nemen, zodanig zelfs dat er gevaar bestaat zichzelf te overschatten. Hij is een echte "manager" die, zowel thuis als in het bedrijfsleven, recht op het doel afgaat, met inzet van alle middelen: hij neemt initiatief, plant, geeft instructies, volgt op. Vincent neemt het voortouw en bezit wellicht leiderschapskwaliteiten, hij houdt er in elk geval van om in een groep de leiding te nemen. Maar ook in dit gedrag, in deze selectieve omgang met anderen, streeft Vincent naar perfectie. Hij stoort er zich immers gemakkelijk aan indien anderen zich nonchalant gedragen. Hij kan zich dan ook behoorlijk opwinden als hij merkt dat niemand anders zich druk maakt om wat hij zelf als een duidelijk probleem ziet."
"Vincent De Roeck streeft er dan ook naar om nieuwe gebieden te verkennen en te veroveren. Vincent zoekt dus steeds de actie op in de ruimste zin van het woord. Hij is daarbij ook sterk competitiegericht: hij wil graag winnen en - vooral als hij eerder klein van gestalte is - zelfs als dat ten koste van anderen gaat. Vincent is sterk in het aanbrengen van orde en structuur, ook op mentaal gebied: hij denkt op een geordende en systematische manier. Vincent kijkt iedereen recht in de ogen en zegt zijn gedacht, en dit misschien niet altijd op een diplomatische manier. Als een onverwachte zaak zich aandient, dan is hij ook een van de eersten om zijn mening te geven."
"Vincent De Roeck ziet dat de wereld niet perfect is en zet zich in voor verbetering. Hij ziet gemakkelijk wat er aan de dingen mankeert, en hoe ze kunnen verbeterd worden. Hij vindt het moeilijk dingen te negeren of te accepteren die niet goed gedaan zijn. Hij geeft ook graag het goede voorbeeld. Vincent is dan ook een uitstekende uitvoerder: hij concentreert zich op de opdracht, zonder zich te laten afleiden door sentiment. Vincent is over het algemeen vrij van sentimentaliteit. Er is bijvoorbeeld weinig kans dat hij zich aansluit bij de politieke partij voor de dierenrechten."
"Vincent De Roeck ervaart immers een innerlijke drang om hard te werken. Hard werken blokkeert het plezier maken en overschaduwt de gevoelens. Echt genieten, dat kan pas als het werk af is, werk gaat immers voor plezier, en zolang het werk niet af is moeten de gevoelens onderdrukt worden. Vincent bewondert dan ook praktische deugden zoals werklust, inzet, zorgvuldigheid, zuinigheid en eerlijkheid. Hij is zeer conscientieus en heeft een streng geweten dat het eigen gedrag constant beoordeelt. Hij voelt zich snel schuldig als hij niet voldoet aan zijn eigen hoge standaarden. Hij wil alles zo goed mogelijk doen, ook al duurt dit dan wat langer: hij gaat er prat op telkens weer goede kwaliteit af te leveren. Hij zal dan ook weinig risico's nemen, omdat een onzekere uitkomst een hypotheek legt op deze kwaliteit."
"Bij het nemen van belangrijke beslissingen zal Vincent De Roeck - misschien meer dan hij zelf meent - het verstand de bovenhand laten nemen op de gevoelens. De gevoelens worden immers zoveel mogelijk uitgeschakeld ten voordele van de rede. Zo zou Vincent als advocaat perfect een zware misdadiger kunnen verdedigen, ook al keurt hij de misdaad zelf ten zeerste af. Vincent is ook streng maar rechtvaardig: hij zal maar weinig door de vingers zien uit medelijden, bijvoorbeeld om een zwakkere partij te bevoordelen. Vincent heeft ook minder moeite dan de gemiddelde persoon om de waarheid te vertellen als hij weet dat dit pijnlijk zal zijn voor de betrokkene. Vincent lijdt ook vaak aan zelfkritiek, die zich gemakkelijk omvormt door anderen te bekritiseren en door zich moreel superieur te voelen. Dat leidt vaak tot moralistische gedachten die de eigen gevoelens onderdrukken. Zelfverloochening en onbevredigde gevoelens kunnen woede oproepen bij Vincent, waarvoor hij een uitlaatklep vindt door de drang om anderen te corrigeren of zelfs de moraalridder uit te hangen, waarbij er snel gevaar is voor intolerante opvattingen, voor zwart-wit denken."
"Indien Vincent De Roeck geconfronteerd wordt met een tegenslag, dan gaat hij niet in een hoekje zitten, dan gaat hij ook geen troost zoeken bij anderen, maar dan treft hij onmiddellijk de maatregelen die zich opdringen. Maar indien Vincent een succes geboekt heeft, dan zal hij het ook niet verborgen houden: vreugdekreten zijn dan niet uit de lucht. Mensen zoals Vincent hebben vaak een voorliefde voor paarden en voor honden (bedoeld wordt : echte honden, zoals Herders, Rottweilers, Dobbermans,...). Hij houdt vooral van muziek met een flink ritme. Onder invloed van alcohol wordt hij nog actiever en nog uitbundiger dan hij normaal al is. Vincent heeft een uitgebreid sociaal leven. Nochtans besteedt hij te weinig aandacht aan zijn eigen gevoelens en deze van anderen. Hij komt soms te analytisch en te onpersoonlijk over. In gezelschap bepaalt hij liefst de spelregels tot ergernis van zijn omgeving."
Met dank aan het magazine Jobat voor de analyse.
Je kan deze test ook zelf afleggen op www.jobat.be.
De Westerse wereld als dominerende beschavingsvorm lijkt zijn eigen graf te delven. De toenemende spanningen tussen de Westerlingen en hun "gasten" brengen dit pijnlijk aan de oppervlakte. Eerst braken er rassenrellen uit in Toledo, Ohio (VS), gevolgd door de raciaal geinspireerde burgeroorlog in Frankrijk en sinds deze week is de vonk zelfs overgeslagen naar Australie, een land dat net als Canada geldt als de bakermat van het pluralisme en de verdraagzaamheid. Hoe is dit toch mogelijk? Voelen wij ons bedreigd? Hebben wij dit met onze arrogantie en/of overdreven verdraagzaamheid misschien zelf veroorzaakt?
De eerste aanzet was een toegelaten protestmars in Toledo tegen de criminaliteit in de Amerikaanse steden. Onder de betogers bevonden er zich rechts-radicalen die de mening openlijk poneerden dat de zwarten aan de criminaliteit het meeste schuld hadden. Deze opvatting wordt weliswaar door elke onafhankelijke studie bevestigd, maar desalniettemin was deze manifestatie voor de Afro-Amerikanen een aanleiding om de stad gedurende ettelijke dagen in de greep van het geweld te houden.
Enkele weken later ging de bom af in Parijs. Twee jonge criminelen op de vlucht voor de politie verstoppen zich in een hoogspanningscabine en sterven er aan electrocutie. "Eigen schuld, dikke bult" zegt dan elke weldenkende mens maar dat was buiten de waard gerekent. Een dergelijke futiliteit werd opgeblazen tot gigantische proporties. De politie was racistisch. De boefjes waren immers volgelingen van Mohammed de Profeet en hun misdadigers noemen is in de huidige EU nog steeds not done. Op deze wijze werd de mug een olifant en kon de pret beginnen. Straten in de Franse grootsteden werden herschapen tot oorlogszones met brandende wagens, vernielde ruiten, plunderingen, vechtpartijen, Molotov-cocktails en traangas. Was Moqtada Al-Sadr hier geweest, hij had hier gewoon een nieuwe lichting Moehadjedien kunnen ronselen. Misschien heeft hij dat wel gedaan? Misschien waren deze rellen gewoon maar een soort van training voor hun grote dag?
Als kers op de taart, begonnen de rellen in Australie. Terwijl Toledo in as lag en de Franse onrusthaarden nog nasmeulden, werden in Sydney twee blanke lifeguards tijdens hun vrijwilligerstaak aangevallen en als dood achtergelaten door een bende Arabische jongeren. Daags hierna was ook de grootste stad van Australie het strijdtoneel van rassenrellen. Gedurende ettelijke dagen waren de rivaliserende ethnieen de baas in de straten en konden de ordediensten enkel maar machteloos toekijken hoe hun samenleving gebaseerd op openheid en tolerantie ten onder ging.
Deze drie grote uitingen van de intrinsieke raciale tegenstellingen in onze samenleving op zo'n korte tijd tonen duidelijk het failliet van de multiculturele samenleving. Wanneer we dan ook nog wat verder terugdenken aan bijvoorbeeld de rassenrellen van Los Angeles, de plunderingen in New Orleans, de rellen in Matonge-Brussel, het straatgeweld in Borgerhout-Antwerpen of zelfs de permanente staat van beleg in bepaalde achtergestelde wijken in de wereld, kunnen we onze adem enkel maar inhouden voor de allesbehalve rooskleurige toekomst.
De grootmachten van weleer staan nu tegenover een ander soort vijand, iets zonder hoger ideaal, iets zonder gezicht. Racisme wordt in steeds meer landen in het strafrecht opgenomen terwijl naar de bevolking niet geluisterd wordt. Hoe kunnen we racisme strafbaar stellen en daar begrip voor hebben terwijl grote groepen allochtonen onze steden vervuilen met hun macho-gedrag en hun geweld. Vertel de multikul maar aan die 82-jarige vrouw die omgekomen is toen haar auto in Parijs in brand gestoken werd door allochtonen. Verkondig die "politieke correctheid" maar aan alle onschuldige slachtoffers in de aanslagen. Dit is immers het begin van het einde. Het doek zal vallen. Misschien had Samuel P. Huntington met zijn clash of civilizations dan toch gelijk?
Deze tribune verscheen in The Free State en op In Flanders Fields.
Meer teksten hierover op www.nationalreview.com.
De eerste aanzet was een toegelaten protestmars in Toledo tegen de criminaliteit in de Amerikaanse steden. Onder de betogers bevonden er zich rechts-radicalen die de mening openlijk poneerden dat de zwarten aan de criminaliteit het meeste schuld hadden. Deze opvatting wordt weliswaar door elke onafhankelijke studie bevestigd, maar desalniettemin was deze manifestatie voor de Afro-Amerikanen een aanleiding om de stad gedurende ettelijke dagen in de greep van het geweld te houden.
Enkele weken later ging de bom af in Parijs. Twee jonge criminelen op de vlucht voor de politie verstoppen zich in een hoogspanningscabine en sterven er aan electrocutie. "Eigen schuld, dikke bult" zegt dan elke weldenkende mens maar dat was buiten de waard gerekent. Een dergelijke futiliteit werd opgeblazen tot gigantische proporties. De politie was racistisch. De boefjes waren immers volgelingen van Mohammed de Profeet en hun misdadigers noemen is in de huidige EU nog steeds not done. Op deze wijze werd de mug een olifant en kon de pret beginnen. Straten in de Franse grootsteden werden herschapen tot oorlogszones met brandende wagens, vernielde ruiten, plunderingen, vechtpartijen, Molotov-cocktails en traangas. Was Moqtada Al-Sadr hier geweest, hij had hier gewoon een nieuwe lichting Moehadjedien kunnen ronselen. Misschien heeft hij dat wel gedaan? Misschien waren deze rellen gewoon maar een soort van training voor hun grote dag?
Als kers op de taart, begonnen de rellen in Australie. Terwijl Toledo in as lag en de Franse onrusthaarden nog nasmeulden, werden in Sydney twee blanke lifeguards tijdens hun vrijwilligerstaak aangevallen en als dood achtergelaten door een bende Arabische jongeren. Daags hierna was ook de grootste stad van Australie het strijdtoneel van rassenrellen. Gedurende ettelijke dagen waren de rivaliserende ethnieen de baas in de straten en konden de ordediensten enkel maar machteloos toekijken hoe hun samenleving gebaseerd op openheid en tolerantie ten onder ging.
Deze drie grote uitingen van de intrinsieke raciale tegenstellingen in onze samenleving op zo'n korte tijd tonen duidelijk het failliet van de multiculturele samenleving. Wanneer we dan ook nog wat verder terugdenken aan bijvoorbeeld de rassenrellen van Los Angeles, de plunderingen in New Orleans, de rellen in Matonge-Brussel, het straatgeweld in Borgerhout-Antwerpen of zelfs de permanente staat van beleg in bepaalde achtergestelde wijken in de wereld, kunnen we onze adem enkel maar inhouden voor de allesbehalve rooskleurige toekomst.
De grootmachten van weleer staan nu tegenover een ander soort vijand, iets zonder hoger ideaal, iets zonder gezicht. Racisme wordt in steeds meer landen in het strafrecht opgenomen terwijl naar de bevolking niet geluisterd wordt. Hoe kunnen we racisme strafbaar stellen en daar begrip voor hebben terwijl grote groepen allochtonen onze steden vervuilen met hun macho-gedrag en hun geweld. Vertel de multikul maar aan die 82-jarige vrouw die omgekomen is toen haar auto in Parijs in brand gestoken werd door allochtonen. Verkondig die "politieke correctheid" maar aan alle onschuldige slachtoffers in de aanslagen. Dit is immers het begin van het einde. Het doek zal vallen. Misschien had Samuel P. Huntington met zijn clash of civilizations dan toch gelijk?
Deze tribune verscheen in The Free State en op In Flanders Fields.
Meer teksten hierover op www.nationalreview.com.
De Iraanse dictator was de afgelopen weken niet van het TV-scherm of de krantenkoppen weg te slaan vanwege zijn uitspraken over Israel. Vooreerst was hij de mening toegedaan dat het opportuun en normaal was om openlijk te poneren "Israel van de kaart te vegen". Enkele dagen later vond hij dat "als het Westen een Israel wil op aarde, ze het maar in Europa moeten leggen". Gisteren ging hij zelfs de negationistische tour op met de gevleugelde woorden dat de Holocaust niets meer was dan "een Europese mythe". Ondertussen bouwt het Iraanse dictatoriale regime rustig voort aan zijn atoomprogramma waardoor het wegvegen van Israel binnenkort de harde realiteit kan worden.
Ahmadinejad - de zelfverklaarde president van de Islamitische Republiek Iran - begeeft zich hier op glad ijs. De herinneringen aan de Nazi-gruwelen en de pogroms liggen nog te vers in ons geheugen gegrift om dergelijke uitlatingen zonder meer over ons heen te laten gaan. Zes miljoen slachtoffers mogen door niemand weggelachen worden en zeker niet door personae van het type Ahmadinejad, de leider die de macht greep en vasthoudt dankzij de steun van de Iraanse Hoge Raad, een sinister groepje ultra-islamisten die nog steeds de dood van Khomeini niet verwerkt hebben. Waarom kunnen wij niet in vrede samenleven met Iran?
Ten eerste, omdat zij elk internationaal verdrag omtrent de proliferatie van nucleaire wapens met de voeten treden. Terwijl de vijf erkende atoommachten hun arsenalen drastisch afbouwen en ook Pakistan en India onderhandelen over een verregaande vermindering van hun atomaire slagkracht, sleutelen de Iraanse geleerden (is wetenschap in se trouwens niet in strijd met de Koran?) aan nieuwe massavernietigingswapens. Het evenwicht op aarde staat hier op losse schroeven.
Ten tweede, omdat de Iraanse leiders ettelijke basisvrijheden niet erkennen zoals het recht op vrije meningsuiting (er rust nog steeds een Fatwa op Salman Rushdie), het recht op vrije handel (de Iraanse beurs is nog steeds niet toegankelijk voor buitenlanders), het recht op vereniging (alle niet-moslimorganisaties zijn bij wet verboden), het recht op een eerlijk proces (de Sharia is eerder regel dan uitzondering in Iran) en het recht op een eigen fysieke en psychische identiteit (folteringen en propaganda zijn er alledaagse fenomenen). Ondertussen is Iran ook nog van een verlichte monarchie onder de Shah geevolueerd tot een totalitaire extreem-religieuze dictatuur waar het individu onbestaande is en de mensenrechten ondergeschikt aan de willekeur van de leiders.
Ten derde, omdat Iran zich doorheen de geschiedenis steeds als een onbetrouwbare partner gemanifesteerd heeft. Hoeveel herkansingen moeten we een dergelijke bakermat van het Kwade nog geven? Iran zet systematisch internationale waarnemers van o.a. het IAEA het land uit. Iran kiest steeds voor oorlog in plaats van voor dialoog (oliecrisis, golfoorlog, gijzelneming ambassades). Iran houdt vast aan een staatsbestel dat de wereld niet meer gekend heeft sinds de vroege Middeleeuwen. Ook de steun van Iran aan de Taliban en Al Qaeda duwt hen in het hoekje van leeglopers en terreurondersteunders. Met elke aanslag in de wereld wordt er in Teheran onder de elite gelachen en getoast op het succes, meestal zelfs met zware alcohol (nochtans volgens mij toch ook in strijd met de Koran).
Kortom, het Iraanse volk - een volk dat in de gloriedagen van de Perzische beschaving bewezen heeft hoe sterk, groots en machtig het was - wordt nu door hun fascistische leiders gecorrumpeerd tot slaven van de Islamgoden waarmee enkel de Imams (door de staat benoemd nota bene) in rechtstreeks contact kunnen staan.
Ook de armoede in Iran is te wijten aan de leiders. Terwijl het volk in de straten crepeert, drinkt men in de paleizen champagne uit gouden bekers. Men kan het niet decadenter bedenken of het gebeurt ongetwijfeld in de poepsjieke vertrekken van de religieuze leiders. Dat enkele straten verder de Islamjeugd verhongert, interesseert hen niet. Waarom zouden ze ook? In naam van Allah mag tegenwoordig toch alles.
Ahmadinejad moet enkel oppassen dat hij - in zijn ongebreidelde queeste om onsterfelijk te worden - zich niet onsterfelijk belachelijk maakt. Met dergelijke uitspattingen kan dat alvast geen probleem zijn.
Dit artikel verscheen in The Free State en op LVSVLeuven.be.
Meer teksten over Iran op www.jihadwatch.org.
Ahmadinejad - de zelfverklaarde president van de Islamitische Republiek Iran - begeeft zich hier op glad ijs. De herinneringen aan de Nazi-gruwelen en de pogroms liggen nog te vers in ons geheugen gegrift om dergelijke uitlatingen zonder meer over ons heen te laten gaan. Zes miljoen slachtoffers mogen door niemand weggelachen worden en zeker niet door personae van het type Ahmadinejad, de leider die de macht greep en vasthoudt dankzij de steun van de Iraanse Hoge Raad, een sinister groepje ultra-islamisten die nog steeds de dood van Khomeini niet verwerkt hebben. Waarom kunnen wij niet in vrede samenleven met Iran?
Ten eerste, omdat zij elk internationaal verdrag omtrent de proliferatie van nucleaire wapens met de voeten treden. Terwijl de vijf erkende atoommachten hun arsenalen drastisch afbouwen en ook Pakistan en India onderhandelen over een verregaande vermindering van hun atomaire slagkracht, sleutelen de Iraanse geleerden (is wetenschap in se trouwens niet in strijd met de Koran?) aan nieuwe massavernietigingswapens. Het evenwicht op aarde staat hier op losse schroeven.
Ten tweede, omdat de Iraanse leiders ettelijke basisvrijheden niet erkennen zoals het recht op vrije meningsuiting (er rust nog steeds een Fatwa op Salman Rushdie), het recht op vrije handel (de Iraanse beurs is nog steeds niet toegankelijk voor buitenlanders), het recht op vereniging (alle niet-moslimorganisaties zijn bij wet verboden), het recht op een eerlijk proces (de Sharia is eerder regel dan uitzondering in Iran) en het recht op een eigen fysieke en psychische identiteit (folteringen en propaganda zijn er alledaagse fenomenen). Ondertussen is Iran ook nog van een verlichte monarchie onder de Shah geevolueerd tot een totalitaire extreem-religieuze dictatuur waar het individu onbestaande is en de mensenrechten ondergeschikt aan de willekeur van de leiders.
Ten derde, omdat Iran zich doorheen de geschiedenis steeds als een onbetrouwbare partner gemanifesteerd heeft. Hoeveel herkansingen moeten we een dergelijke bakermat van het Kwade nog geven? Iran zet systematisch internationale waarnemers van o.a. het IAEA het land uit. Iran kiest steeds voor oorlog in plaats van voor dialoog (oliecrisis, golfoorlog, gijzelneming ambassades). Iran houdt vast aan een staatsbestel dat de wereld niet meer gekend heeft sinds de vroege Middeleeuwen. Ook de steun van Iran aan de Taliban en Al Qaeda duwt hen in het hoekje van leeglopers en terreurondersteunders. Met elke aanslag in de wereld wordt er in Teheran onder de elite gelachen en getoast op het succes, meestal zelfs met zware alcohol (nochtans volgens mij toch ook in strijd met de Koran).
Kortom, het Iraanse volk - een volk dat in de gloriedagen van de Perzische beschaving bewezen heeft hoe sterk, groots en machtig het was - wordt nu door hun fascistische leiders gecorrumpeerd tot slaven van de Islamgoden waarmee enkel de Imams (door de staat benoemd nota bene) in rechtstreeks contact kunnen staan.
Ook de armoede in Iran is te wijten aan de leiders. Terwijl het volk in de straten crepeert, drinkt men in de paleizen champagne uit gouden bekers. Men kan het niet decadenter bedenken of het gebeurt ongetwijfeld in de poepsjieke vertrekken van de religieuze leiders. Dat enkele straten verder de Islamjeugd verhongert, interesseert hen niet. Waarom zouden ze ook? In naam van Allah mag tegenwoordig toch alles.
Ahmadinejad moet enkel oppassen dat hij - in zijn ongebreidelde queeste om onsterfelijk te worden - zich niet onsterfelijk belachelijk maakt. Met dergelijke uitspattingen kan dat alvast geen probleem zijn.
Dit artikel verscheen in The Free State en op LVSVLeuven.be.
Meer teksten over Iran op www.jihadwatch.org.
Het "Free State Project" is een plan om minstens 20,000 vrijheidsgezinde personen, zeg maar gerust libertariërs, te verplaatsen naar een welbepaalde staat binnen de VS, om alzo de lokale politiek en het staatsbeleid te kunnen beinvloeden. De uitverkoren staat voor dit project is New Hampshire, bekend omwille van zijn "Live free or die!" motto. In New Hampshire is er geen personenbelasting en geen BTW, wat de staat zeer aantrekkelijk maakt voor dit libertarisch experiment, onder de slogan "Liberty in our lifetime!" De opstarter van dit project was de Yale-student Jason Sorens.
Het project werd geinspireerd door een artikel van de hand van Neil Smith, de uitgever van het internetmagazine The Libertarian Enterprise. Vooral het daarin aangehaalde en gehekelde gebrek aan "libertarisch activisme" vormde de grondslag van dit vrijstaatproject. De oplossing van Sorens voor dit probleem was de geografische concentratie van libertariers. Zo zou men vrijheid genereren, niet enkel op lange termijn voor onze nazaten, maar ook op korte termijn voor onszelf. Sorens stichtte het Free State Project in 2001.
Wanneer het FSP in 2003 reeds meer dan 5,000 mensen overhaald had te verhuizen, werd de staat gekozen. Uit de tien kandidaatstaten Alaska, Delawara, Idaho, Maine, Montana, New Hampshire, North Dakota, South Dakota, Vermont and Wyoming, werd het uiteindelijk New Hampshire aan de Oostkust van de Verenigde Staten. Deze staten waren ideaal omwille van hun lage bevolking, hun relatieve vrijheidsgezindheid, hun zelfredzaamheid op staatsvlak van de federale overheid en hun uitstekende arbeidsmarkten. De staat Wyoming eindigde nipt als tweede.
Na de stemming werd de verhuis naar New Hampshire vastgelegd van zodra men 20,000 libertariers gevonden had. Vanaf dat moment krijgen alle deelnemers gedurende vijf jaren de kans om zich in New Hampshire te gaan vestigen. Eens naar New Hampshire verhuist, verwacht men van alle deelnemers het respecteren van hun beloftes "to exert the fullest practical effort toward the creation of a society in which the maximum role of civil government is the protection of life, liberty, and property".
TFS bestaat vooral uit ersatz-politici die een minimale overheid nastreven, deregulering en het stopzetten van elke vorm van taxatie vooropstellen, juridische hervormingen verdedigen, zich willen terugtrekken uit het federalisme en de grondwet willen heropwaarderen. Onder hen zijn er natuurlijk ook anarcho-kapitalisten die elke vorm van staat, hoe miniem ook, bestrijden. Het Free State Project is onder de vleugels van Jason Sorens doorheen de jaren sinds zijn oprichting een "big-tent" politieke, sociale en culturele vereniging geworden voor liberty-minded burgers.
Deze tekst verscheen ook op LVSVLeuven.be en InFlandersFields.eu.
Meer informatie over de Europese versie op www.efsp.org.
Het project werd geinspireerd door een artikel van de hand van Neil Smith, de uitgever van het internetmagazine The Libertarian Enterprise. Vooral het daarin aangehaalde en gehekelde gebrek aan "libertarisch activisme" vormde de grondslag van dit vrijstaatproject. De oplossing van Sorens voor dit probleem was de geografische concentratie van libertariers. Zo zou men vrijheid genereren, niet enkel op lange termijn voor onze nazaten, maar ook op korte termijn voor onszelf. Sorens stichtte het Free State Project in 2001.
Wanneer het FSP in 2003 reeds meer dan 5,000 mensen overhaald had te verhuizen, werd de staat gekozen. Uit de tien kandidaatstaten Alaska, Delawara, Idaho, Maine, Montana, New Hampshire, North Dakota, South Dakota, Vermont and Wyoming, werd het uiteindelijk New Hampshire aan de Oostkust van de Verenigde Staten. Deze staten waren ideaal omwille van hun lage bevolking, hun relatieve vrijheidsgezindheid, hun zelfredzaamheid op staatsvlak van de federale overheid en hun uitstekende arbeidsmarkten. De staat Wyoming eindigde nipt als tweede.
Na de stemming werd de verhuis naar New Hampshire vastgelegd van zodra men 20,000 libertariers gevonden had. Vanaf dat moment krijgen alle deelnemers gedurende vijf jaren de kans om zich in New Hampshire te gaan vestigen. Eens naar New Hampshire verhuist, verwacht men van alle deelnemers het respecteren van hun beloftes "to exert the fullest practical effort toward the creation of a society in which the maximum role of civil government is the protection of life, liberty, and property".
TFS bestaat vooral uit ersatz-politici die een minimale overheid nastreven, deregulering en het stopzetten van elke vorm van taxatie vooropstellen, juridische hervormingen verdedigen, zich willen terugtrekken uit het federalisme en de grondwet willen heropwaarderen. Onder hen zijn er natuurlijk ook anarcho-kapitalisten die elke vorm van staat, hoe miniem ook, bestrijden. Het Free State Project is onder de vleugels van Jason Sorens doorheen de jaren sinds zijn oprichting een "big-tent" politieke, sociale en culturele vereniging geworden voor liberty-minded burgers.
Deze tekst verscheen ook op LVSVLeuven.be en InFlandersFields.eu.
Meer informatie over de Europese versie op www.efsp.org.
Het extreem-rechtse Vlaams Belang besloot onlangs om de binnenlandse vreemdelingenproblematiek op te gaan lossen door ter plaatse, in de "thuislanden" van de migranten dus, te gaan kijken en te gaan spreken. Het Vlaams Belang wou hen zo België afraden als gastland. Een nobele bedoeling schuilt hier echter niet achter want hun bezoekje bracht niets op dat het vermelden waard was, de massale gratis publiciteit niet te na gesproken natuurlijk. Zoals gewoonlijk slaagt het VB er weer in om van zo'n stupide gebeurtenis een mediahype te maken, en de "traditionele" politiek trapt er weer met beide voeten in. Een ezel stoot zich dus wel meerder malen aan dezelfde steen. Buiten hun toeristisch bezoek aan de soukhs van Marrakech (die volgens hen sterk geleken op de doorsnee Antwerpse voorstad) werd het bezoek ook voor hen een regelrechte flop.
Het Vlaams Belang-triootje Philip De Winter, Frank Van Hecke en Marie-Rose Morel trok met een heleboel goede bedoelingen naar de Maghreb. Ze zouden de Blijde Boodschap, de waarheid over België, verkondigen en alzo de immigranten voor eens en altijd duidelijk maken dat België geen sociaal paradijs is. Ze zouden ook spreken met de Marokkaanse overheden over een betere samenwerking op vlak van gedwongen repatrieringen en patrouilles rondom de voorposten van Fort Europa, de Spaanse enclaves Ceuta en Melilla. Hun bezoek draaide echter op een grote sisser uit. Niemand van hen die dat had kunnen voorzien, klinkt het daar.
De Marokkaanse pers, geïndoctrineerd door een pan-Arabische Eurofobie, stuurde zijn kat naar de persconferentie onder de alleszeggende noemer "wij hebben niets te leren van racisten". Onder de enkele aanwezigen was er in wezen niemand anders te bespeuren dan het zootje Vlaamse riooljournalisten dat het VB overal moet volgen in de hoop iets sensationeels, iets schokkends of iets lachwekkends te kunnen registreren. Het bleek in Marokko een maat voor niets. Er gebeurde niets sensationeels, laat staan schokkends en het enige lachwekkende was de halflege perszaal, de vijandige ontvangst door de inlanders en de kazakkendraaierij van de Marokkaanse overheid. Die laatste had immers toegezegd om een gesprek te hebben met het Vlaams Belang maar na "enkele telefoontjes uit Brussel" werd plots op die beslissing teruggekomen. Een nieuwe overwinning voor de met ons belastinggeld gefinancierde anti-VB-campagne, me dunkt! Ik zal zeker met alle plezier nog een extra duit in het zakje doen als de overheid nog eens langskomt met zijn collectebus ...
Het blijft toch gewoon potsierlijk dat een staat als België al zijn politieke macht moet aanwenden om de grootste Vlaamse partij te boycotten en te marginaliseren. Dit is weerom een stapje verder in de Belgische agonie. Gelukkig werd recentelijk de euthanasie gedepenaliseerd waardoor we die pijnlijke schaamtelijke doodstrijd niet meer nodeloos hoeven te rekken. We kunnen gewoon de stekker uit het stopcontact halen en de machines afzetten die België nog kunstmatig in leven houden. Ook voor Terri Schavo kwam er ooit een einde aan haar lijden.
Deze reactie verscheen ook op tal van internetfora.
Meer over het VB in Marokko op www.elsevier.nl.
Het Vlaams Belang-triootje Philip De Winter, Frank Van Hecke en Marie-Rose Morel trok met een heleboel goede bedoelingen naar de Maghreb. Ze zouden de Blijde Boodschap, de waarheid over België, verkondigen en alzo de immigranten voor eens en altijd duidelijk maken dat België geen sociaal paradijs is. Ze zouden ook spreken met de Marokkaanse overheden over een betere samenwerking op vlak van gedwongen repatrieringen en patrouilles rondom de voorposten van Fort Europa, de Spaanse enclaves Ceuta en Melilla. Hun bezoek draaide echter op een grote sisser uit. Niemand van hen die dat had kunnen voorzien, klinkt het daar.
De Marokkaanse pers, geïndoctrineerd door een pan-Arabische Eurofobie, stuurde zijn kat naar de persconferentie onder de alleszeggende noemer "wij hebben niets te leren van racisten". Onder de enkele aanwezigen was er in wezen niemand anders te bespeuren dan het zootje Vlaamse riooljournalisten dat het VB overal moet volgen in de hoop iets sensationeels, iets schokkends of iets lachwekkends te kunnen registreren. Het bleek in Marokko een maat voor niets. Er gebeurde niets sensationeels, laat staan schokkends en het enige lachwekkende was de halflege perszaal, de vijandige ontvangst door de inlanders en de kazakkendraaierij van de Marokkaanse overheid. Die laatste had immers toegezegd om een gesprek te hebben met het Vlaams Belang maar na "enkele telefoontjes uit Brussel" werd plots op die beslissing teruggekomen. Een nieuwe overwinning voor de met ons belastinggeld gefinancierde anti-VB-campagne, me dunkt! Ik zal zeker met alle plezier nog een extra duit in het zakje doen als de overheid nog eens langskomt met zijn collectebus ...
Het blijft toch gewoon potsierlijk dat een staat als België al zijn politieke macht moet aanwenden om de grootste Vlaamse partij te boycotten en te marginaliseren. Dit is weerom een stapje verder in de Belgische agonie. Gelukkig werd recentelijk de euthanasie gedepenaliseerd waardoor we die pijnlijke schaamtelijke doodstrijd niet meer nodeloos hoeven te rekken. We kunnen gewoon de stekker uit het stopcontact halen en de machines afzetten die België nog kunstmatig in leven houden. Ook voor Terri Schavo kwam er ooit een einde aan haar lijden.
Deze reactie verscheen ook op tal van internetfora.
Meer over het VB in Marokko op www.elsevier.nl.
Daags na het verschijnen van het "Warande-Manifest" en het ontdekken van de handtekening van een zekere Herman De Bode, de algemeen directeur van McKinsey-Benelux en voorzitter van VOKA-Brussel, onder het document, kwam zijn ontslag niet geheel onverwacht. Een kleine 10% van de Belgische McKinsey-klanten bevinden zich immers in Wallonië en waren geschokt, niet zozeer in de eerste plaats door de inhoud van het manifest, maar wel door de talrijke handtekeningen van de niet-traditionele flamingante prominenten. Het feit dat hij in persoonlijke titel en als VOKA-voorzitter tekende, veranderde hier in hun ogen niets aan. Een zondebok werd gezocht en gevonden. De druk werd te groot en Herman De Bode hield de eer uiteindelijk aan zichzelf. Hij nam ontslag. Wel blijft hij nog steeds vennoot van McKinsey.
De redenering hierachter is belachelijk eenvoudig maar toch durft niemand ze opwerpen omdat ze daarmee de kunstmatige staatsvorm België een nieuwe slag toedienen. De Waalse klanten van McKinsey eisten zijn ontslag, wat logisch mag lijken in een vrijemarkteconomie. Geen enkel privaat bedrijf kan het zich immers veroorloven een deel van zijn clienteel voor het hoofd te stoten door zulke persoonlijke "vetes". Maar laat ons toch hier eens wat dieper op ingaan. Wie zijn eigenlijk die zogenaamde Waalse klanten? De Franstalige overheden nemen het overgrote deel in van de McKinsey-opdrachten in ons zuidelijke landsdeel. Kortom, het opgelaten balonnetje van de klanten die het bedrijf onder druk zetten gaat niet (volledig) op. Het is de overheid die dit economisch onderbouwd flamingantisme niet kan verkroppen en zich tot een dergelijk laag-bij-de-grond iets wendt om vooralsnog hun "vaderland" te redden. Het zijn dus de Franstalige overheden die het ontslag van De Bode geeist en gekregen hebben, en niet de private klanten zoals in de overheidsvriendelijke media luid geroepen wordt.
Welke niet-overheidsgebonden klant ligt er trouwens wakker van dat zijn cocontractant een bepaald politiek profiel heeft? Werden er in de Europese Unie plots minder Ford auto's aangekocht toen dit concern resoluut de kaart koos van de oorlog in Irak? Gingen er minder mensen tanken bij Royal Dutch Shell toen ze de dictatuur in Myanmar financieel ondersteunden of bij ChevronTexaco na de beelden van de geïnstitutionaliseerde milieuvervuiling in Nigeria? Het antwoord op deze vragen is negatief. De doorsnee rechtschapen consument of klant heeft daar immers geen boodschap aan. Het product telt en niet wie of wat het aflevert. Het ontslag van De Bode was, alle marktargumenten indachtig, met andere woorden niet gerechtvaardigd.
De denkgroep "In De Warande", de uitgever van dit controversieel "manifest", vertegenwoordigt de Vlaamse economische en academische elite op "apolitieke" wijze. Dit is een unicum in de Vlaamse ontvoogding. De objectiviteit van de denkgroep staat mede hierdoor buiten kijf. Ook hun cijfers moeten wel kloppen, omdat geen enkele academicus immers zijn carriere wil hypothekeren met de verdediging van foutief cijfermateriaal. Meer dan 12 miljard euro aan directe en indirecte geldtransfers per jaar van Vlaanderen naar Brussel en Wallonië, is de rode draad doorheen het Manifest. En dan moet je je nog realiseren dat de indirecte EU-transfers niet eens mee in beschouwing genomen werden. Het is dan ook niet echt verwonderlijk te noemen dat het Franstalige establishment hier furieus van wordt. Niemand hoort de waarheid graag als ze niet in zijn kraam past.
In plaats van dialoog en onderhandelingen, kiest het socialistische zuiden voor confrontantie, achterbaksheid en geweld. Men kiest voor het in de kiem smoren van deze opflakkering van anti-Belgisch verzet. Men laat als het ware terug tanks over de protesteerders rollen. Men slaat de "Vlaamse Lente" neer. Men werpt barrikades op tegen de Vlaamse waarheid en corrumpeert de objectiviteit en vrijheid van privé-ondernemingen. De basisprincipes van onze maatschappij worden te grabbel gegooid. De vrijheid van handeling, van vereniging, van meningsuiting, van politieke rechten en van vrijhandel bestaan niet langer in het Wallingante België. De denkpolitie kreeg vorm doorheen de goedkeuring van de wetten tegen racisme en revisionisme, kreeg concrete toepassingen doorheen het Vlaams Blok-arrest en wordt vandaag de dag eerder de regel dan de uitzondering. De staat verplicht hier private ondernemingen zich aan te passen aan de wil van de staat. Zo begon de nationalisering in de communistische sattellietstaten ook.
Waarom moest enkel De Bode aftreden? Het manifest werd gedragen door circa 1500 Vlaamse prominenten, waaronder ettelijk andere topmannen uit het internationale bedrijfsleven. Waarom kon iedereen hiermee weggeraken zonder erg terwijl De Bode gelyncht werd? Ook op deze vraag ligt het antwoord voor de hand. Wallonie kon de pijnlijke onthulling van andere topmanagers als Vlaamsgezinden missen als kiespijn. Daarom was het al tevreden met een symbolische zondebok, een geval dat de almacht van Wallonië in de Belgische politiek kan verpersoonlijken. Moesten honderden andere toplui uit het bedrijfsleven ontslag hebben moeten nemen, had de ganse wereld eindelijk geweten dat het anti-Belgicisme steeds meer en meer aan voorstanders wint en dit ook (vooral?) in de Vlaamse high society, in net die maatschappelijke klasse die geen enkele affiliatie heeft met extreem-rechts.
Het ontslag van De Bode is ook niets meer dan een goed georchestreerde vaudeville. Hij neemt ontslag als algemeen directeur van McKinsey-Benelux maar blijft vennoot en voorzitter van VOKA-Brussel. Hij zal hiervoor geen boterham moeten laten. De Walen tevreden met zijn ontslag, de Vlamingen tevreden met de publiciteit en hijzelf kan gewoon voortboeren, weliswaar op de achtergrond. Deze archetypische Belgische farse luidt het langverwachte einde van Belgie in. Het effect hiervan is groter dan algemeen aangenomen wordt, zeker wanneer je je realiseert wat een beetje opruiend gezang tijdens een theateropvoering in 1830 al teweeggebracht heeft.
Deze reactie verscheen ook op een aantal internetfora.
Meer over deze affaire op www.ovv.be.
De redenering hierachter is belachelijk eenvoudig maar toch durft niemand ze opwerpen omdat ze daarmee de kunstmatige staatsvorm België een nieuwe slag toedienen. De Waalse klanten van McKinsey eisten zijn ontslag, wat logisch mag lijken in een vrijemarkteconomie. Geen enkel privaat bedrijf kan het zich immers veroorloven een deel van zijn clienteel voor het hoofd te stoten door zulke persoonlijke "vetes". Maar laat ons toch hier eens wat dieper op ingaan. Wie zijn eigenlijk die zogenaamde Waalse klanten? De Franstalige overheden nemen het overgrote deel in van de McKinsey-opdrachten in ons zuidelijke landsdeel. Kortom, het opgelaten balonnetje van de klanten die het bedrijf onder druk zetten gaat niet (volledig) op. Het is de overheid die dit economisch onderbouwd flamingantisme niet kan verkroppen en zich tot een dergelijk laag-bij-de-grond iets wendt om vooralsnog hun "vaderland" te redden. Het zijn dus de Franstalige overheden die het ontslag van De Bode geeist en gekregen hebben, en niet de private klanten zoals in de overheidsvriendelijke media luid geroepen wordt.
Welke niet-overheidsgebonden klant ligt er trouwens wakker van dat zijn cocontractant een bepaald politiek profiel heeft? Werden er in de Europese Unie plots minder Ford auto's aangekocht toen dit concern resoluut de kaart koos van de oorlog in Irak? Gingen er minder mensen tanken bij Royal Dutch Shell toen ze de dictatuur in Myanmar financieel ondersteunden of bij ChevronTexaco na de beelden van de geïnstitutionaliseerde milieuvervuiling in Nigeria? Het antwoord op deze vragen is negatief. De doorsnee rechtschapen consument of klant heeft daar immers geen boodschap aan. Het product telt en niet wie of wat het aflevert. Het ontslag van De Bode was, alle marktargumenten indachtig, met andere woorden niet gerechtvaardigd.
De denkgroep "In De Warande", de uitgever van dit controversieel "manifest", vertegenwoordigt de Vlaamse economische en academische elite op "apolitieke" wijze. Dit is een unicum in de Vlaamse ontvoogding. De objectiviteit van de denkgroep staat mede hierdoor buiten kijf. Ook hun cijfers moeten wel kloppen, omdat geen enkele academicus immers zijn carriere wil hypothekeren met de verdediging van foutief cijfermateriaal. Meer dan 12 miljard euro aan directe en indirecte geldtransfers per jaar van Vlaanderen naar Brussel en Wallonië, is de rode draad doorheen het Manifest. En dan moet je je nog realiseren dat de indirecte EU-transfers niet eens mee in beschouwing genomen werden. Het is dan ook niet echt verwonderlijk te noemen dat het Franstalige establishment hier furieus van wordt. Niemand hoort de waarheid graag als ze niet in zijn kraam past.
In plaats van dialoog en onderhandelingen, kiest het socialistische zuiden voor confrontantie, achterbaksheid en geweld. Men kiest voor het in de kiem smoren van deze opflakkering van anti-Belgisch verzet. Men laat als het ware terug tanks over de protesteerders rollen. Men slaat de "Vlaamse Lente" neer. Men werpt barrikades op tegen de Vlaamse waarheid en corrumpeert de objectiviteit en vrijheid van privé-ondernemingen. De basisprincipes van onze maatschappij worden te grabbel gegooid. De vrijheid van handeling, van vereniging, van meningsuiting, van politieke rechten en van vrijhandel bestaan niet langer in het Wallingante België. De denkpolitie kreeg vorm doorheen de goedkeuring van de wetten tegen racisme en revisionisme, kreeg concrete toepassingen doorheen het Vlaams Blok-arrest en wordt vandaag de dag eerder de regel dan de uitzondering. De staat verplicht hier private ondernemingen zich aan te passen aan de wil van de staat. Zo begon de nationalisering in de communistische sattellietstaten ook.
Waarom moest enkel De Bode aftreden? Het manifest werd gedragen door circa 1500 Vlaamse prominenten, waaronder ettelijk andere topmannen uit het internationale bedrijfsleven. Waarom kon iedereen hiermee weggeraken zonder erg terwijl De Bode gelyncht werd? Ook op deze vraag ligt het antwoord voor de hand. Wallonie kon de pijnlijke onthulling van andere topmanagers als Vlaamsgezinden missen als kiespijn. Daarom was het al tevreden met een symbolische zondebok, een geval dat de almacht van Wallonië in de Belgische politiek kan verpersoonlijken. Moesten honderden andere toplui uit het bedrijfsleven ontslag hebben moeten nemen, had de ganse wereld eindelijk geweten dat het anti-Belgicisme steeds meer en meer aan voorstanders wint en dit ook (vooral?) in de Vlaamse high society, in net die maatschappelijke klasse die geen enkele affiliatie heeft met extreem-rechts.
Het ontslag van De Bode is ook niets meer dan een goed georchestreerde vaudeville. Hij neemt ontslag als algemeen directeur van McKinsey-Benelux maar blijft vennoot en voorzitter van VOKA-Brussel. Hij zal hiervoor geen boterham moeten laten. De Walen tevreden met zijn ontslag, de Vlamingen tevreden met de publiciteit en hijzelf kan gewoon voortboeren, weliswaar op de achtergrond. Deze archetypische Belgische farse luidt het langverwachte einde van Belgie in. Het effect hiervan is groter dan algemeen aangenomen wordt, zeker wanneer je je realiseert wat een beetje opruiend gezang tijdens een theateropvoering in 1830 al teweeggebracht heeft.
Deze reactie verscheen ook op een aantal internetfora.
Meer over deze affaire op www.ovv.be.
De apolitieke Vlaamse denkgroep "In De Warande" heeft vandaag zijn eerste publicatie uitgebracht. Onder de alleszeggende titel Manifest voor een Zelfstandig Vlaanderen in Europa spuien een resem Vlaamsgezinden uit de academische, de industriele en de zakelijke wereld hun kritiek op de Belgische artificiele constructie. Deze denkgroep is geheel partijonafhankelijk, levensbeschouwelijk neutraal en gaat daar ook prat op. Er zijn geen banden met bepaalde Vlaamse politieke groeperingen zoals het Vlaams Belang of de Nieuw-Vlaamse Alliantie. Dit wordt klaarduidelijk aangetoond door de afwezigheid van de handtekening van de openlijke flamingant Freddy Van Gaever die, naast zijn succesvolle luchtvaartcarriere bij DAT, EAT, VLM en VGA, ook Vlaams parlementslid is voor het Vlaams Belang.
In dit manifest maakt deze selecte club, bestaande uit ongeveer 1,500 leden afkomstig uit de Vlaamsgezinde economische finefleur, komaf met het oubollige imago van de secessiestroming in de Belgische samenleving. De beelden van Vlaamse relschoppers en steenwerpende racisten ten spijt, wordt hier aangetoond dat het maatschappelijk draagvlak voor een splitsing van België groter is dan algemeen aangenomen wordt, en dit ook, of zelfs misschien vooral, in de bovenste lagen van de maatschappij. Vlaamsgezindheid is geen brandmerk meer, noch is het uitsluitend een zaak in de marge van het Belgische bestel. Een Vlaams bewustzijn manifesteert zich meer en meer in de hoofden van de economische elite. De voorman van de groep "In De Warande" is immers niemand minder dan de KBC-topman Remi Vermeiren. Ook Trends-hoofdredacteur Frans Crols en professor Matthias Storme behoren o.a. tot dit genootschap.
Daags na de publicatie van het manifest moest de eerste kop reeds rollen. We hadden in België natuurlijk niets anders verwacht. Het werd die van Herman De Bode, de topman van de consultingmastodont McKinsey. Hij had in persoonlijke naam en als voorzitter van VOKA-Brussel het manifest ondertekend maar werd desalnietemin toch tot ontslag gedwongen. McKinsey heeft immers klanten in de drie Belgische gewesten en heeft tal van overheidsopdrachten, ook van Wallonië, waardoor de positie van De Bode onhoudbaar geworden was. Onder druk van het Brusselse en Waalse francofone establishment werd De Bode geslachtofferd op het altaar om beide onderontwikkelde regio's te paaien. Herman De Bode blijft wel nog steeds mede-eigenaar van McKinsey door zijn ongenaakbaar vennootschap. Het moest er nog aan mankeren.
Dit is de allereerste - en hopelijk ook de allerlaatste, maar dat betwijfel ik - keer dat een privaat bedrijf zwikt voor de overheid in België. Lang leve de staatsloze vrijemarkteconomie? Of is dat in federaal België niet mogelijk misschien? We dragen de vrijheid van handelen en mening vandaag samen te grave. De denkpolitie is in België realiteit geworden.
Deze reactie verscheen op een aantal internetfora.
Meer over deze affaire op www.splits.be.
In dit manifest maakt deze selecte club, bestaande uit ongeveer 1,500 leden afkomstig uit de Vlaamsgezinde economische finefleur, komaf met het oubollige imago van de secessiestroming in de Belgische samenleving. De beelden van Vlaamse relschoppers en steenwerpende racisten ten spijt, wordt hier aangetoond dat het maatschappelijk draagvlak voor een splitsing van België groter is dan algemeen aangenomen wordt, en dit ook, of zelfs misschien vooral, in de bovenste lagen van de maatschappij. Vlaamsgezindheid is geen brandmerk meer, noch is het uitsluitend een zaak in de marge van het Belgische bestel. Een Vlaams bewustzijn manifesteert zich meer en meer in de hoofden van de economische elite. De voorman van de groep "In De Warande" is immers niemand minder dan de KBC-topman Remi Vermeiren. Ook Trends-hoofdredacteur Frans Crols en professor Matthias Storme behoren o.a. tot dit genootschap.
Daags na de publicatie van het manifest moest de eerste kop reeds rollen. We hadden in België natuurlijk niets anders verwacht. Het werd die van Herman De Bode, de topman van de consultingmastodont McKinsey. Hij had in persoonlijke naam en als voorzitter van VOKA-Brussel het manifest ondertekend maar werd desalnietemin toch tot ontslag gedwongen. McKinsey heeft immers klanten in de drie Belgische gewesten en heeft tal van overheidsopdrachten, ook van Wallonië, waardoor de positie van De Bode onhoudbaar geworden was. Onder druk van het Brusselse en Waalse francofone establishment werd De Bode geslachtofferd op het altaar om beide onderontwikkelde regio's te paaien. Herman De Bode blijft wel nog steeds mede-eigenaar van McKinsey door zijn ongenaakbaar vennootschap. Het moest er nog aan mankeren.
Dit is de allereerste - en hopelijk ook de allerlaatste, maar dat betwijfel ik - keer dat een privaat bedrijf zwikt voor de overheid in België. Lang leve de staatsloze vrijemarkteconomie? Of is dat in federaal België niet mogelijk misschien? We dragen de vrijheid van handelen en mening vandaag samen te grave. De denkpolitie is in België realiteit geworden.
Deze reactie verscheen op een aantal internetfora.
Meer over deze affaire op www.splits.be.
De Amerikaanse president George Walker Bush ontketende vorige week een storm van protest naar aanleiding van een jaarlijkse banaliteit, met name de presidentiële kerstkaarten. Vooreerst waren er maar weinig voorstanders te vinden voor de door hem geselecteerde foto. Bush koos immers voor zijn twee honden en zijn kat. Vervolgens was er weer opschudding over de opname van een psalm uit het Oude Testament op de kerstkaarten. Tenslotte ontstond er beroering door zijn keuze om het traditionele Merry Christmas te vervangen door Happy Holiday Season, dit teneinde de Joodse en Afro-Amerikaanse gemeenschap die ook feestdagen hebben (nieuwjaar, Chanoeka, Kwanzaa ...) niet voor de borst te stoten. Dit schoot echter in het verkeerde keelgat bij de Christelijke - al dan niet Evangelische - organisaties, nochtans de traditionele backbenchers van Bush.
Dit is anderzijds een eerste echte stap in de richting van een volwaardige lekenstaat op het Amerikaanse vasteland. In de VS is de scheiding tussen kerk en staat nog steeds wel erg onduidelijk. De invloed en de macht van de Christenen is niet te (onder)schatten in de Amerikaanse politiek. De poging van Bush om hen te paaien met de psalm mislukte, mede omdat het in casu gaat om een passage uit het Oude en niet uit het Nieuwe Testament waardoor het evengoed een knipoog naar de Joden zou kunnen zijn! Geen enkele politicus zal in de VS ooit tot president verkozen worden zonder de steun van de oerconservatieve evangelische Christenen die jaarlijks in aantal toenemen. Vooral de toevloed van de oerkatholieke Hispanics speelt deze verchristelijking in de kaart. Ook deze latino's gaan snel op in het fundamentalistische Christendom, hoewel dit laatste zijn wortsels in het protestantisme heeft.
In een tijdperk waar oorlogen gevoerd worden met godsdienst als vlag, zoals in Irak, waar wetenschappelijk onderzoek verboden wordt, zoals stamcelonderzoek, waar de evolutieleer verboden wordt in scholen ten voordele van de Genesiaanse schepping, waar ethiek tot het belangrijkste maatschappelijke argument verworden is, bijvoorbeeld in het euthanasiedebat, waar extreem-religieuze predikanten tot opperrechters-voor-het-leven benoemd worden, met namen als John Roberts, en waar de naam van God te pas en te onpas gebruikt wordt in speeches, eedafleggingen e.a., is een kleine opflakkering van de verlichting en de laicity een sprankeltje hoop voor de seculiere toekomst van de wereld. Geen enkele natie heeft immers baat bij een open oorlog tussen religies. Niemand wil de Clash of Civilizations die door Samuel Huntington in zijn laatste boek voorspeld werd.
Vanwege het Europese seculiere volk dat eeuwenlang geleden heeft onder het juk van het Christendom, wens ik president Bush van harte prettige feestdagen toe en hoop ik dat er achter dit onbeduidend akkefietje misschien een hoger doel verborgen zit dat de toekomst van de VS - en bijgevolg van de wereld - als onafhankelijke en tolerante lekenstaat behelst. Of was ook dit weer niets meer dan een vergissing van George Bush? Ik hoop van niet, maar vrees eigenlijk alweer van wel.
Deze reactie verscheen op tal van internetfora.
Meer over het christendom in de VS op www.christianpoint.org.
Dit is anderzijds een eerste echte stap in de richting van een volwaardige lekenstaat op het Amerikaanse vasteland. In de VS is de scheiding tussen kerk en staat nog steeds wel erg onduidelijk. De invloed en de macht van de Christenen is niet te (onder)schatten in de Amerikaanse politiek. De poging van Bush om hen te paaien met de psalm mislukte, mede omdat het in casu gaat om een passage uit het Oude en niet uit het Nieuwe Testament waardoor het evengoed een knipoog naar de Joden zou kunnen zijn! Geen enkele politicus zal in de VS ooit tot president verkozen worden zonder de steun van de oerconservatieve evangelische Christenen die jaarlijks in aantal toenemen. Vooral de toevloed van de oerkatholieke Hispanics speelt deze verchristelijking in de kaart. Ook deze latino's gaan snel op in het fundamentalistische Christendom, hoewel dit laatste zijn wortsels in het protestantisme heeft.
In een tijdperk waar oorlogen gevoerd worden met godsdienst als vlag, zoals in Irak, waar wetenschappelijk onderzoek verboden wordt, zoals stamcelonderzoek, waar de evolutieleer verboden wordt in scholen ten voordele van de Genesiaanse schepping, waar ethiek tot het belangrijkste maatschappelijke argument verworden is, bijvoorbeeld in het euthanasiedebat, waar extreem-religieuze predikanten tot opperrechters-voor-het-leven benoemd worden, met namen als John Roberts, en waar de naam van God te pas en te onpas gebruikt wordt in speeches, eedafleggingen e.a., is een kleine opflakkering van de verlichting en de laicity een sprankeltje hoop voor de seculiere toekomst van de wereld. Geen enkele natie heeft immers baat bij een open oorlog tussen religies. Niemand wil de Clash of Civilizations die door Samuel Huntington in zijn laatste boek voorspeld werd.
Vanwege het Europese seculiere volk dat eeuwenlang geleden heeft onder het juk van het Christendom, wens ik president Bush van harte prettige feestdagen toe en hoop ik dat er achter dit onbeduidend akkefietje misschien een hoger doel verborgen zit dat de toekomst van de VS - en bijgevolg van de wereld - als onafhankelijke en tolerante lekenstaat behelst. Of was ook dit weer niets meer dan een vergissing van George Bush? Ik hoop van niet, maar vrees eigenlijk alweer van wel.
Deze reactie verscheen op tal van internetfora.
Meer over het christendom in de VS op www.christianpoint.org.
Abonneren op:
Posts (Atom)